Voor ik ga

Men zegt dat hoop doet leven, maar helaas brengt hoop een overledene niet terug. In het afgelopen halfjaar heb ik vijf mensen in mijn nabije omgeving heen zien gaan. Moord, ziekte en uithongering heb ik voorbij zien komen en hoe hard ik ook hoop, ze komen niet meer tot leven. Hoe hard ik ook hoopte dat de zieken het zouden volhouden, toch gingen ze naar een plek die voor jou en mij op dit moment nog niet bereikbaar is. Op een of andere manier doet het gezegde niet helemaal wat het belooft. Hoop doet helemaal niet leven.

Doordat ik in korte tijd zo veel mensen heb zien sterven, laat het mij nadenken over mijn eigen sterfelijkheid. Natuurlijk hoop ik nog heel lang columns te schrijven, maar de werkelijkheid is helaas dat ik op een dag dood zal gaan en nu nog niet weet wanneer. Misschien is dat morgen al en ik vraag me af of ik vijf minuten voor ik heenga kan zeggen: “Ja, ik heb alles gedaan wat ik wilde. Het is goed zo.” 

Stom, ik vraag het me helemaal niet af, ik weet namelijk zeker dat ik nog lang niet alles heb gedaan wat ik wil voor ik het tijdelijke voor het oneindige in ga ruilen. Jaren geleden had ik een lijstje met zaken die ik nog allemaal wilde doen. Helaas ben ik het lijstje kwijt, maar er stonden allemaal suffe dingen op. Het was een suffe-dingen-die-ik-moet-doen-voor-ik-sterf-lijstje. Een aantal zaken die erop stonden waren onder andere: bingo spelen in een buurthuis, naar een vogeltjesbeurs of tentoonstelling gaan en met een Volkswagen T1- busje een wereldreis maken door Nederland. Je begrijpt, als het om deze zaken gaat, schiet me dan maar gelijk lek, daar hoef ik niet voor te blijven leven.

Er zijn alleen nog zo veel andere serieuze zaken die ik wel echt wil doen voor ik ga. Voor mijn tijd is gekomen wil ik zo graag nog een kind krijgen en misschien toch stiekem trouwen. Wellicht moet ik het laatste even uitleggen. Ik wil niet stiekem trouwen, maar ben altijd sceptisch geweest ten opzichte van het huwelijk.  Dus wat ik bedoel is, dat ik misschien stiekem in mijn hart toch wel een keer die stap zal willen maken. Dat ik dus toch een handtekening ga zetten, dat ik een mooie witte jurk draag en een geweldige gouden ring met een gigantische diamant  om mijn vinger laat schuiven. Verder lijkt het mij geweldig om één keer voor een groot publiek te zingen, waarbij het publiek daarna een staande ovatie geeft. Dat is op zich een ietwat lastige wens, want daarvoor moet je goed kunnen zingen en ik zing niet vals, maar ben ook niet de nieuwe Pavarotti.

Maar het  belangrijkste dat ik wil voor ik ga, is toch wel het verschil maken. Aan het eind van mijn leven wil ik terug kunnen kijken en zien dat ik voor anderen het verschil heb gemaakt in hun leven. Dat ik iemand hoop heb kunnen geven in moeilijke dagen, een glimlach heb kunnen geven terwijl er alleen maar reden was om te huilen. Het leven een andere wending geven, door er voor een ander te zijn. De ogen zijn voor een blinde, de benen voor een lamme. Want is dat niet het hoogste goed; niet jezelf vooropstellen, maar het geluk van een ander positief kunnen beïnvloeden, desnoods ten koste van jezelf. In mijn beleving is het niet mijn eigen glimlach die mij het meest gelukkig maakt, maar de glimlach die ik op andermans gezicht tover.

Dat hoop niet doet leven zoals het pretendeert te doen, moge duidelijk wezen. Maar voor het moment dat ik voorgoed afscheid neem van het hier en nu, wil ik leven om hoop voor een ander te kunnen zijn.