HZO - Winnaars versus de middelmaat

Iedere zondagmorgen deel ik als Het Zondags Orakel mijn gedachtekronkels over een column of columns van de afgelopen week. Voor de goede orde: ik heb niet altijd gelijk. Ik heb wel altijd een mening.

Vandaag winnaars versus de middelmaat

Arbeider, verheft u liever niet – PlaneetHenk
Als we samen een gezond evenwicht tussen diversiteit en excellentie kunnen duiden, zouden we als samenleving zoveel stappen vooruit kunnen maken. Het zou zelfs een groot aantal actuele problemen per direct op kunnen lossen. De ellende blijft dat de discussie de uitkomst vaak alweer negatief beïnvloedt.

Er zijn twee extremen.

Je hebt de Spartaanse c.q. Amerikaanse denkwijze, waarin alleen de winnaars meetellen. In Sparta werd imperfectie niet getolereerd. Door natuurlijke selectie werd uiteindelijk alleen met de beste exemplaren 'gefokt', om zo een excellent leger te vormen. In de VS wordt vanaf de kleuterschool overal een wedstrijd van gemaakt. Iedereen moet een winnaar worden. Iedereen moet de beste zijn. Maar dit betekent in de praktijk vooral veel verliezers. Of veel leugenaars, omdat ze bij verlies toch theorieën gaan verzinnen om zichzelf alsnog als winnaars te blijven zien.

Het andere uiterste is communisme. Iedereen gelijk. Geen gezeik, allemaal arm. Een prachtige utopie die door de praktijk echter volledig is achterhaald. De laatste communistische landen die we nog kennen, typeren we voornamelijk als dictaturen en landen als China en Cuba nemen ieder jaar opnieuw aspecten van de westerse denkwijzen over om hun economie en welvaart op gang te houden. Experiment mislukt dus.

In Nederland hangen we daar héél gefrustreerd tussenin! We geilen op talentenjachten, maar de uiteindelijk winnaars zijn nog steeds de prutsers die 'zo gewoon zijn gebleven'. Vereenzelviging wordt verkozen boven daadwerkelijk talent, terwijl de wedstrijd daar toch over zou moeten gaan. We lijken als de dood voor mensen die excelleren.

Is er dan echt geen fatsoenlijke middenweg mogelijk? Naar mijn idee heeft het alles met waardering te maken. Het op waarde inschatten van mensen. Je hebt excellerende mensen nodig om grote zaken te bereiken. Je mag die mensen daarvoor waarderen. Je hebt heel veel 'gewone mensen' nodig om die grote zaken te realiseren. Daarmee zijn zij een net zo onlosmakelijk onderdeel van het grote doel en ook dat moeten we waarderen.

Een excellente ingenieur zonder een legertje ijzerwerkers is een lul de behanger die leuke tekeningetjes kan maken. Een leger ijzerwerkers zonder tekeningen bouwt een brug waar ik niet overheen durf te rijden.

Ergo: laten we die arbeider maar eens een paar veren in zijn reet stoppen.

Hoe komen we van de democratie af? (teil Zwei) – Kramer65
Hielke worstelt in deze column in feite met dezelfde dillema's.

Democratie impliceert gelijke inspraak voor iedere burger. Het is alleen niet realistisch om gedegen en weloverwogen inspraak te verwachten van burgers die de ballen verstand hebben van een actueel probleem. Dit is derhalve gesimplificeerd naar een systeem waarin we die besluiten overlaten aan mensen die dit in onze ogen beter kunnen, maar die deze besluiten ook nemen vanuit een moraal die het dichtste bij onszelf ligt.

Dit zou in theorie prima moeten werken. Als je een volksvertegenwoordiging kiest die een evenredig deel van de bevolking vertegenwoordigt, worden de besluiten zodanig genomen dat met iedereen evenredig rekening wordt gehouden. Dat blijft natuurlijk geven en nemen. Een gevarieerde bevolking zorgt voor gevarieerde besluitvorming die niet altijd 100% op ieders wensen aansluit. Maar een goede vertegenwoordiging zou dusdanig moeten onderhandelen, dat extreme tegenstellingen worden voorkomen.

Hoe kiezen we die vertegenwoordiging?

Heel lang was dit eenvoudig. Je had een christelijke-, socialistische-, communistische-, democratische-, liberale- en een arbeiderspartij. Je koos gewoon wat je was. Als havenarbeider koos je PvdA.  Als christen CDA. Als middenstander koos je VVD. Zo simpel was het.

Tegenwoordig? We kiezen op zich nog wel de partij die ons het meeste aanspreekt. Maar de redenatie is dan vaak dat we vooral 'die andere partij' niet willen laten winnen. Het lijkt wel alsof we ook hier geen winnaars kunnen waarderen. Iedereen gelijk, maar ik een beetje meer. Er worden vijanden gecreëerd die het zeker niet voor het zeggen mogen krijgen. We kiezen zelfs voor partijen die ons totaal niet aanspreken, maar wel de meest logische tegenstanders van 'die andere partij' zijn.

Er wordt niet meer op excellerende kwaliteit gekozen. Maar is het democratisch systeem daar debet aan? Als we zelf gekwalificeerde politici zouden kiezen, moeten de dames en heren politici zich toch ook eerst als zodanig profileren? Anders worden ze niet gekozen. Maar inmiddels weten ook zij dat je gekozen wordt als je lekker 'gewoon' kunt ouwehoeren. Als je net zo kunt schelden als de gemiddelde bouwvakker. Als je nog net geen “godverdomme” roept in de Tweede Kamer.

Moeten we van de democratie af? Of moeten we niet gewoon kiezen voor kwaliteit? Je hoeft echt geen raketgeleerde te zijn om een dorpsgek van een serieuze politicus te onderscheiden. Daar is een arbeider prima toe in staat.