Op dood spoor

"Wegens aanrijding met een persoon is er geen treinverkeer mogelijk tussen Harderwijk en Nijkerk. Reizigers voor de richting Utrecht en verder wordt geadviseerd om te reizen via Deventer. Houdt u rekening met een halfuur extra reistijd."

Zulke berichten doen mij altijd rillen. Daar word ik stil van. Van welke kant ik het ook bekijk. In de eerste plaats denk ik aan het slachtoffer. Is het zelfmoord? In Nederland kennen we jaarlijks zo'n kleine tweehonderd treinsuïcides. Wat brengt iemand ertoe om zich van het leven te beroven? Diegene is echt, maar dan ook echt ten einde raad, geloof me. Je denkt niet op een donkere woensdagavond, terwijl je langs het spoor loopt: "Zal ik er eens voor springen? Dan ben ik van al mijn problemen verlost." Want dat zulke mensen problemen hebben, lijkt mij duidelijk, alle hulp ten spijt. Ze lopen meestal maanden of zelfs jaren met de gedachte er een einde aan te maken. Weg van alles en iedereen. Op welke manier? Pillen? Die zijn niet makkelijk te verkrijgen. De gaskraan opendraaien? Dat vinden je buren vast geen goed idee. Nee, de trein is dan een (tref)zeker alternatief.

Vervolgens denk ik aan de machinist. Wat moet die gezien hebben in die laatste seconden voordat zoiets gebeurt? Heeft hij de blik in de ogen van de persoon in kwestie nog gezien? Heeft hij het überhaupt aan zien komen? Heeft hij - tevergeefs - nog geprobeerd te remmen bij honderdveertig kilometer per uur? Heeft hij het lichaam van de persoon angstvallig dichterbij zien komen, maar niks meer kunnen uitrichten dan remmen en toeteren? Verslagen blijft hij achter. Plichtsgetrouw schakelt hij de hulpdiensten in. Ook de reizigers in de trein zullen op de hoogte moeten worden gesteld.

Daarna gaan mijn gedachten naar die hulpdiensten. Politiemensen die langs het spoor op zoek gaan naar stille getuigen. Ambulancepersoneel dat bij een mislukte zelfmoordpoging of ongeluk soms de meest vreselijke situaties aantreffen. En wat te denken van de stoffelijke resten die moeten worden opgeruimd, ook geen lekker werk.

In de laatste plaats denk ik pas aan de reizigers die om moeten reizen. Of, zoals ik een aantal maanden geleden heb meegemaakt, in de trein moeten blijven wachten. Omdat de trein al op het bewuste traject reed. De conducteur brengt ons op de hoogte: "Wegens aanrijding met een persoon is er geen treinverkeer mogelijk tussen Harderwijk en Nijkerk." "Zelfmoord, hier springen wel vaker mensen voor de trein", klinkt het meteen door de coupé. "Ja, en nu dan?", vraagt een reiziger. "Hoe kom ik nou in Utrecht?" Ik ben in gedachten verzonken en hoor het allemaal aan. "Misschien moeten we wachten", reageert een andere reiziger. "Misschien rijden we wel terug naar Zwolle of komen er zometeen bussen." "Dat kan meestal wel even duren, hoor." "Nou, daar ben ik dan mooi klaar mee."

Het ene na het andere telefoongesprek klinkt door de coupé. Veelal naar het thuisfront. "Pap, kun jij Goede Tijden opnemen voor mij?" "Bewaren jullie wat eten voor mij?" Ja, je eet vanavond wat later dan gepland, maar ergens in Nederland is er ook een huis waar een bord minder op tafel staat.

"Kom ik mooi te laat op mijn afspraak door zo'n achterlijke idioot." De gesprekken in de trein beginnen - voor mij - ergerlijke vormen aan te nemen. Mensen die hun eigen problemen belangrijker vinden dan die van een ander. "Moet hij dan per se vandáág zelfmoord plegen?" "Laat hem dat doen als ik niet met de trein moet." Afgewisseld met een flauwe grap: "Voor de trein springen is wel het laatste wat ik zou doen." Er zijn mensen die erom moeten lachen. "En we horen maar niks van die kut NS."

Alsof die er iets aan kunnen doen. Ik wacht rustig af op wat er komen gaat. Wachten op bericht van de conducteur. Bericht wanneer we weer verder kunnen. Of weer terug, zoals die meneer daarstraks al zei. Ondertussen stuur ik een berichtje dat ik wat later ben.

"Ik snap zulke mensen sowieso niet, dan heb je geen respect voor je medemens", zegt de dame naast mij die er, gezien het vuur in haar ogen, kennelijk het meeste last van heeft. In de coupé lijkt de zelfmoordpoging inmiddels een voldongen feit.

Dan opeens zegt haar dochter van - ik schat - een jaar of veertien: "Maar mam, het kan toch ook een ongeluk zijn geweest?" En inderdaad, een aanrijding met een persoon is niet per definitie zelfmoord. Misschien wás het wel een ongeluk. "Of misschien is er wel iemand voor de trein gedúwd", voeg ik eraan toe." Oei, daar had mams niet bij stilgestaan. Met rode wangen kijkt ze haar dochter aan.

En toen werd het stil in de coupé.