Hypocriete christen-teef
Voorzichtig breng ik de mascara aan op mijn wimpers en kijk vervolgens nog eens op een afstandje in de spiegel naar mijn gezicht. Het ziet er weer netjes uit, als zeg ik het zelf. Gedoucht, gekleed en netjes gekapt, ik ben er klaar voor. Toch verleid ik mezelf nog eens voor een laatste blik, mijn gezicht is herkenbaar en ik hou van herkenbaarheid. Ineens verandert de uitstraling en ik zie één wenkbrauw omhoog gaan. Een gezicht met minachting kijkt mij aan en ik streel over mijn eigen gelaat. Shit, mijn spiegelbeeld doet niet hetzelfde. Langzaam zie ik de lippen van het gezicht in de spiegel iets van elkaar af gaan, met het puntje van de tong maakt ze haar lippen nat. Dan hoor ik de woorden: ‘Dus hypocritische christen-teef, jij gaat nu lekker naar de kerk?’ Ik schrik me een ongeluk en kijk om me heen. Snel denk ik mijzelf te herpakken en het enige zwakzinnige wat er uit mij komt is: ‘Wat? Kijk niet zo achterlijk, heb je nog nooit een hypocriet gezien of zo? En ja, ik ga naar de kerk, want het is zondag.’
Ik raap mezelf bij mekaar en loop weg, maar nog geen twee stappen verder hoor ik die stem weer: ‘Ja loop maar weg, dat doen jullie christenen altijd. Maar volgens mij hoor je nu eerst je andere wang naar me toe te keren.’ Mijn irritatie begint me nu parten te spelen en kan alleen nog maar denken, wat de neuk jij irritant geval in mijn spiegel, wat denk je wel niet. Snel draai ik me om en ben met één grote stap terug bij dat irritante ding dat zou moeten lijken op mijn evenbeeld. ‘What the fuck!’, sneer ik, ‘waar bemoei jij je mee, jij slechte imitatie?’
Mijn spiegelbeeld maakt zich op om de strijd aan te gaan, dat merk ik aan hoe ze beweegt, haar haar naar achter zwiept en haar zware ademhaling. ‘Nou luister eens lekkere hypocriet, ik probeer al een tijd in je onderbewustzijn met je te communiceren, maar je negeert me volkomen. Bij iedere stap die jij zet, zit ik op je schouder en kijk mee met alles wat je doet. Vandaag ga je naar de kerk met je smerige schijnheilige smoel, maar jij weet heel goed, diep van binnen, dat je daar niet echt hoort. Want wat was jij vannacht ook weer aan het doen? Zal ik je helpen om je geheugen op te frissen? Vannacht liet jij je gigantisch uitwonen en verschrikkelijk volblaffen. Oké, we weten dat seks voor het huwelijk en de regels die daar bij horen ondertussen wat passé zijn, dus daarvoor zal ik je niet veroordelen. Maar in mijn herinnering is het niet de bedoeling dat jij je volledig uit elkaar laat trekken door een getrouwde man. Tenminste, niet als de man getrouwd is met een ander, of wel? Want staat er in het zevende gebod niet dat je geen overspel mag plegen en in het tiende gebod wordt jou ook nog eens haarfijn uitgelegd dat je andermans partner niet mag begeren. Ik moet het je nageven, met één actie trap je tegelijk tegen twee geboden van de stenen tafelen, dat is op zich wel knap. Het is alleen niet de bedoeling, of wel? Nog een kleine voetnoot hierbij, toen je schreeuwend klaarkwam, riep je ook nog keihard ‘Oh mijn God, Oh mijn God’. Nou kan je beslist beloven dat God hier niets mee te maken had hoor en daarbij heb je ook gelijk het derde gebod van tafel geveegd. Hoe ging dit gebod toch? Oh ja, Gij zult de naam van uw God niet misbruiken. Op dit moment zal ik je verder niet helpen herinneren aan alle momenten dat jij vloekt, als er iets misgaat, maar wilde dit niet ongemoeid laten. Dus, laten we de stand eens bekijken, in één nacht drie geboden van tafel geveegd.’
Verrek, ik wil mijn spiegelbeeld de mond snoeren, ik wil het allemaal niet horen! Laat me met rust wil ik zeggen, maar voor ik mijn mond open kan trekken gaat ze verder: ‘Stil niets zeggen, ik ben nog helemaal niet klaar met jou. Het eerste en tweede gebod lap jij ook aan je laars. De eerste zegt dat jij geen andere goden mag hebben, de tweede is duidelijk over afgodsbeelden. Waarom heb jij in hemelsnaam al die Boeddhabeelden in je huis? Drie in je slaapkamer, vier in je woonkamer en je zet ze ook nog eens allemaal met het gezicht naar de deur, want dat hoort volgens het Boeddhisme. Volgens mij hoor jij daar niet in te geloven, daarbij hoor je geen afgodsbeelden in huis te hebben. En weet je wat, nu ik toch zo lekker op dreef ben, je bakt ook niets van de andere geboden. De enige waar je nog niet mee de fout in bent gegaan is het zesde gebod; Gij zult niet doden. Alhoewel, jij stemt niet op de SGP, jij stemde in het verleden op een partij die voor de oorlog in Afghanistan was. Dus indirect heb je daardoor ook bloed aan je handen. Dus wat heb je nu voor jezelf te zeggen, jij hypocriete christen? Vorige week heb je een hele column gewijd aan moslims, maar jij bent ook niet helemaal zuiver op de graat, of wel?’
Godverdomme, kan wel janken terwijl ik naar mijn spiegelbeeld kijk. Van alles schiet door mijn hoofd om goed te praten wat ik allemaal fout doe, maar ze heeft gelijk. Mijn spiegelbeeld zegt waar het op staat. Ook als christen ben je niet beter dan de rest.
En daar ga ik, gedoucht, gekleed en netjes gekapt, klaar om de hypocriet uit te hangen.
