Sterf maar, oudje

I hope I die before I get old

The Who zong het en ze hadden een zeer vooruitziende blik. Er wordt namelijk de laatste tijd heel wat afgeluld over de kosten van de oudjes. Je kunt dus eigenlijk maar beter de pijp uit gaan voordat de mannen en vrouwen met de witte jassen over je beginnen te vergaderen.
Ouderdomsverschijnselen die geld kosten worden niet meer vergoed. Je mag gewoon grijze haren krijgen, want die kosten de gemeenschap niets, maar o wee als je incontinent wordt.
Herman Brood had het goed begrepen. Wat zou hij de samenleving niet hebben gekost als oud mannetje dat zijn hele leven had gespoten, gesnoven en gezopen? Dan maar voor die tijd van het dak af.

‘Nee, mevrouw de Vries. U hebt onlangs al een chemokuur gehad en nu heeft u weer een heup gebroken. We kunnen niet aan de gang blijven. U bent nu achtenzeventig en het is mooi geweest. U wilt toch niet als een profiteur van de samenleving worden gezien? Uw spaarcentjes zijn namelijk niet genoeg. U hebt geen liggende gelden, u bent liggend geld, mevrouw de Vries.’
Mevrouw de Vries heeft letterlijk en figuurlijk geen poot om op te staan als het aan de medici ligt. De medische wereld wil een discussie over de noodzaak van dure behandelingen en zorg voor ouderen met weinig perspectief. Men wil een discussie over het vergoeden van dure behandelingen die alleen levensverlengend zijn. Volgens Steven van Eijck, voorzitter van de Landelijk Huisartsen Vereniging, moet je als arts voortaan de vraag stellen: Wil je zo oud mogelijk te worden of gaat het om de kwaliteit van leven?
Mijn tante brak haar heup toen ze eenenzeventig was en kreeg een nieuwe heup. Met die nieuwe heup was haar kwaliteit van leven zo goed dat ze achtennegentig is geworden en gewoon thuis kon blijven wonen.
Het draait natuurlijk gewoon allemaal om geld. De zorg wordt steeds duurder. En in plaats van eens te kijken of het ziekenhuis of de zorginstelling wel efficiënt genoeg werkt en of er niet te veel bobo’s met dikke salarissen werken in het management, moeten hulpbehoevende ouderen de prijs betalen. Het zou me niet verbazen als de medische wereld binnenkort een uiterste houdbaarheidsdatum voor mannen en vrouwen bekendmaakt. Daarboven ben je over de datum en word je doorgedraaid.

‘Dokter kunt u snel komen, want het hartritme van meneer Karelsen doet erg vreemd.’
‘Hoe oud is hij, zuster?
‘Tachtig, dokter.’
‘Jezus, zuster. We hebben tijdens het laatste werkoverleg toch de nieuwe regels besproken? Was u daar niet bij? De levensverwachting voor mannen is tegenwoordig achtenzeventig. Daarboven zouden we geen dure ingrepen meer doen.’
Gaan ziekenhuizen inderdaad regels opstellen als het om behandelingen voor ouderen gaat? In Engeland zijn ze al veel verder dan bij ons. Daar wilde een ziekenhuis kosten besparen. Ze kochten daarom geen duur elektronisch alarmsysteem voor de westervleugel waar de zorgbehoevende ouderen lagen. In plaats daarvan gaven ze de oudjes tamboerijnen. En voor het geval die kapot zouden gaan, kregen ze als reserve sambaballen. Het werd een dolle boel op die afdeling. Ik denk dat ik dan maar mijn gitaar meeneem als ik ooit in zo’n ziekenhuis terechtkom. Dan kan ik Come to my bedside my darling spelen als mijn infuus per ongeluk is losgeschoten. Wel een beetje onhandig, zo’n gitaar. Wat dat betreft heeft collega-columnist Thako het makkelijker met zijn ukelele. Die kun je gewoon onder het dekbed leggen, maar een gitaar is daar te groot voor. De vraag is echter of ik straks nog wel in een ziekenhuisbed kom. En word je na je tachtigste nog toegelaten tot een verzorgingstehuis?

Nou wil ik eigenlijk nog voor geen goud in een verzorgingstehuis. Ik ben wel eens bij iemand op bezoek geweest in zo’n instelling. Er was een feestje in de kantine en daar trad een zanger met een gitaar op. Ik kreeg echt medelijden met degene voor wie ik kwam, want die had mijn soort muzieksmaak. Ik moet er niet aan denken dat ik ook ooit in zo’n situatie terechtkom. En wegblijven bij zo’n feestje is geen optie, want dan sluit je je buiten de gemeenschap. Je loopt dan de kans dat andere oudjes je gaan pesten. Dan loop je door de gang en krijgt ineens een rollatortje van achteren tegen je achillespezen. Of een rolstoel. Je moet dan nog uitkijken dat je niet valt en een heup breekt, want een nieuwe heup wordt dan natuurlijk niet meer vergoed. Dus je bent eigenlijk verplicht om naar de meest afschuwelijke liedjes te luisteren. En als je de kamer met anderen moet delen, dan ben je ook nog eens verplicht om te kijken naar Nederland in Beweging of MAX Geheugentrainer.

Niet naar een verzorgingstehuis dus. Maar wat dan wel als je hulpbehoevend wordt, niemand hebt om je te verzorgen en zorg aan huis onbetaalbaar is geworden voor mensen die langer leven dan de uiterste houdbaarheidsdatum? Of als je geen geld genoeg hebt om toch die dure operatie of behandeling te betalen?
Ik heb geen zin om net als Herman Brood van het dak af te springen. Ik heb namelijk hoogtevrees. Voor een trein springen is niet sociaal. Dat is machinistje pesten. Met een zware steen om de enkels in het water springen is ook geen optie, want dan kun je zomaar een vis doodgooien en ik hou van dieren. Bovendien heb ik helemaal geen zin om pijn te lijden voor ik eraan ga. Ik denk dat ik tegen de tijd dat ik hulpbehoevend dreig te worden, gewoon een leuke vakantie boek. Waarheen? Naar Thailand natuurlijk. Op Phuket hebben ze wel instellingen waar ze je tot aan je dood lekker willen verwennen tegen een redelijke prijs. Daar kun je pas op een fijne manier doodgaan. Had Herman daar nou maar aan gedacht.

Voorgelezen tijdens de negende FOK!columnistencabaretvoorleesvoorstelling op zaterdag 22 september in eetcafé Het Leven te Leeuwarden. (Bron: bazbo)