De bukduck en de drijfsijs

In de rubriek Plat Haags nemen TheGrandWazoo, Driek Oplopers, Petertjeprik, Luc van Lier en harry64 het Nederlandse politieke landschap onder de loep. Vandaag, echter, een gastoptreden van Groteherman. Met een verrassende kijk op de samenleving.

Vroeger hadden mijn vrienden en ik al snel de eendenveer ontdekt als ultiem instrument om puistige tienermeisjes tot hun eerste stinkende orgasme te teasen. Tegenwoordig maken masculiene jongelingen gebruik van hele eenden om zichzelf op perverse wijze te bevredigen.

Deze tegenstelling vind je mooi terug in onze nationale hockeyteams. Het damesteam bestaat uit bukducks, eendjes die gewillig bukken, en het herenteam bestaat uit drijfsijzen, jongens die teveel willen en daardoor nog maar net blijven drijven.

We mogen de lieve heer op onze blote knieën danken dat er nog vrouwen zijn. Van onze zes gouden medailles, gewonnen op de Olympische Spelen in Londen, werden er vier gewonnen door vrouwen en slechts twee door mannen. Nou ja, mannen...,  een watje dat op een strijkplank met een gordijn ronddobbert en een Fries die niet snapt dat je met een polsstok over sloten moet fierljeppen in plaats van er dom aan rond te gaan lopen zwaaien.  Eigenlijk is dus al het Nederlandse goud door vrouwen gewonnen.

Wat zegt dat over de Nederlandse samenleving?

Heel simpel. Dat betekent dat vrouwen het sterke geslacht zijn geworden. In algemene zin bepaalt de vrouw thuis hoe dingen gaan, geregeld worden, wat er al dan niet gekocht wordt, of er kids komen en waar de vakantie naartoe gaat. De man voorziet doorgaans in de financiële middelen om de wil van de vrouw te verwerkelijken.

Op zich is daar niente, nada en noppes mis mee. Wat maakt het nu uit wie bepaalt? Het gaat toch altijd in goed overleg en iedereen is het er uiteindelijk toch altijd mee eens? Voor de buitenwereld is dat ook altijd zo.

Maar waarom zijn er dan zo veel scheidingen en waarom is de rest, die niet durft te scheiden, doodongelukkig?

De balans is zoek. Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat Gerard Cox met zijn “Waar de man woon’, draag’ hij de kroon” nog net niet als dombo in een televisieserie optrad. In mijn jeugd was mijn moeder gelukkig met haar rol als huisvrouw en ze kweet zich uitstekend van haar taak, terwijl mijn vader rijkelijk geld binnenbracht. Toen was er balans. En niet alleen bij mij thuis. Ook bij al mijn vriendjes was dat zo. Maar goed, da’s lang geleden.

Nog niet zolang geleden wilde de bukduck graag drijfsijs worden. Een schier onmogelijke uitdaging. Als je op je buik drijft en dan gaat bukken verzuip je namelijk na enige tijd redelijk   jammerlijk. Voor de man geldt hetzelfde. Als je alleen maar drijft en je laat overrulen door overdrijvende en bukkende tiepjes kom je ook nergens.

Waarom dan die overdrijvende vrouwtjes en onderdrijvende mannetjes? Heeft met macht te maken. Het was niet goed toen de man de macht had, vond de vrouw, en nu begaat zij dezelfde fout door de macht te willen grijpen.

De wil om te overheersen vanuit een verleden van gehate submissie is net zo hypocriet of oneigenlijk als een pedo die geil gluurt naar iemand tussen de vierentachtig en de schijndood, als een vegetariër die kwijlend een rollade in ogenschouw neemt, een politicus die beweert de waarheid te spreken, een ijsbeer die zegt het in de Sahara prettig toeven te vinden, een bamischijf van een niet nader te noemen cafetaria in Deventer die pretendeert eetbaar te zijn of een necrofiel die graag bij geboortes aanwezig is. 

Mannen en vrouwen maken in hun midlife dezelfde fout die beide sexen op hogere leeftijd ook regelmatig maken: ze gaan veel te hard of veel te zacht, daarbij heel hard schreeuwend, dat ze niet stokdoof zijn.

Dat is ook de reden van al die scheidingen en van al dat ongeluk. De balans is verstoord en beide seksen overschreeuwen elkaar. Dat helpt niet.

Ook hier hebben we weer een situatie waarbij de één meer gelijk wil zijn dan de ander, terwijl de ander dat ook wil. Daardoor hebben we helaas te maken met een oorlog tussen grosso modo de helft van de wereldbevolking tegen de andere helft, waarbij aangemerkt dient te worden dat er meer mannen geboren worden, terwijl vrouwen echter significant ouder worden. Als je met meer begint en toch met minder eindigt doe je structureel iets fout.

Mannen gaan doorgaans te gronde door toedoen van vrouwen, zelden door zichzelf. Voorbeelden zijn er te over. Eentje wil ik er graag noemen. Achilles, een man die Griekenland had kunnen redden, werd kapotgemaakt door zijn vermaledijde hiel. Die hiel was Helena van Troje. Muts en paardenmeisje.

Af en toe heb je een vent die zichzelf te gronde richt, zonder daarvoor een vrouw nodig te hebben. Herman Brood is daarvan het beste voorbeeld. Hij vatte het te gronde richten erg letterlijk op en deed dit vanaf het Amsterdamse Hilton met een overgave die respect verdient, een positieve boodschap nalatend.

Vrouwen daarentegen hebben dan wel weer het voordeel dat ze zichzelf, zonder inbreng van welke man dan ook, fantastisch psychisch/lichamelijk en ook nog eens prachtig  mentaal/lijfelijk kunnen afbreken. Voorbeelden te over: Amy Winehouse, Janis Joplin, Jeanne d’Arc, Britney Spears, Jolande Sap, Whitney Houston, Femke Halsema, Joan Franka, Nina Brinks, Sneeuwwitje, Kim Feenstra, Agnes Jongerius, dito Kant, Tofik Dibi en Liesbeth Spies.

Joe Jackson heeft het al aangekondigd in 1982, dertig jaar geleden, in het prachtlied “Real men:”And if there’s war between the sexes then there’ll be no people left.” Het eerste deel van zijn profetie is uitgekomen en niet alleen de oorlog tussen politieke stromingen, ideologieën en religies is losgebarsten. Iedereen wil meer gelijk zijn dan de ander gelijk is.

God, wat ben ik blij dat ik gescheiden ben en tenminste deze oorlog voor mij persoonlijk gestreden is.