Hoog tijd voor de Eredivisie

De sportzomer is nog niet voorbij, of de Eredivisie is alweer begonnen. Na achtereenvolgens het EK voetbal, de Tour de France en de Olympische Spelen gaan we gewoon weer een seizoen voetballen. Eigenlijk had ik daar nog helemaal geen zin in. Het is veel te vroeg, het is immers nog niet eens half augustus, en na al die topsport kan onze nationale competitie niet anders dan tegenvallen. Maar ik heb de afgelopen week zulke belachelijke dingen gezien op de Olympische Spelen dat ik blij ben dat we vanaf nu naar PEC Zwolle, Ajax en Vitesse kunnen kijken.

Ze hadden er echt een analiste voor naar de studio laten komen bij de NOS. Een analiste bij de paardendressuur. Zij ging ons onder meer uitleggen of de piaffe die we zagen een 8 of een 9 als cijfer moest hebben en of de muziek en de kür goed bij elkaar pasten. Ga weg, dat heeft toch helemaal niets met sport te maken? Het enige positieve wat ik over die uitzending kan zeggen is dat presentator Henri Schut het professioneel deed. Hij stelde serieuze vragen over de ‘sport’ en leek oprecht geïnteresseerd. Knap, want ik kan me niet voorstellen dat hij het echt meende.

Ik heb al eens eerder betoogd dat jurysport geen sport is. Daar wil ik voor een deel op terugkomen, want turnen valt vanaf heden bij mij weer onder sport. Nee, niet omdat Epke heeft gewonnen en ik daarmee een zware hypocriet zou zijn. Nee, omdat er in het turnen heel duidelijke regels gelden wat hoeveel punten oplevert en welke fouten hoeveel punten kosten. Dat heeft de, inmiddels volprezen, commentator Hans van Zetten ons de afgelopen weken op enthousiaste wijze duidelijk gemaakt. Dus: turnen is sport. Maar paardendressuur echt niet.

Waarom heb ik dan zitten kijken? Ik had een middagje niks beters te doen en wilde het waarschijnlijk laatste optreden van Anky van Grunsven op de spelen toch wel even zien. Dit was de laatste keer dat ik naar paardendressuur heb gekeken, want de puntentelling is ridicuul. Ja, ze hebben een soortgelijk systeem als in het turnen in de zin dat een bepaald onderdeel een x aantal punten oplevert. Maar daarnaast bestaat er ook zoiets als een cijfer voor het artistieke van de kür. De ‘kunst’ wordt dus becijferd. Dat is veel te subjectief en dat een Britse uiteindeljk won was dan ook volkomen logisch.

Dan denk je het dieptepunt van de spelen wel te hebben gehad. Toch? Niets bleek minder waar toen ik gistermiddag de televisie inschakelde om even te kijken of de NOS nog wat mooie sport uitzond. Ik heb welgeteld vier seconden gekeken en heb toen de televisie vol afschuw weer uitgeschakeld. Er was snelwandelen op. Volwassen mensen die op een debiele wijze 50 kilometer zo snel mogelijk proberen af te leggen. Of nee, niet zo snel mogelijk, want ze rennen niet, nee ze wandelen. Althans, zo heet dat dan, want het lijkt volgens mij totaal niet op wandelen.

Waarom is zo’n sport te zien op de Olympische Spelen? Het is helemaal niet leuk om naar te kijken. Allereerst doen ze volgens mij meer dan vier uur over de afstand, wat veel te lang is voor de toeschouwer en ook totaal niet past in het beleid van het IOC om spectaculaire sporten op het programma te hebben. Daarnaast ziet het er gewoon niet uit en vind ik het niet logisch dat er een afstand zo snel mogelijk wordt afgelegd met ‘een handicap’: men mag niet rennen. Dan kunnen we de vierdaagse ook olympisch maken, of de wegwedstrijd in het wielrennen op een BMX-fiets afleggen. Dat slaat immers ook nergens op.

Gelukkig is het voorbij. Straks gewoon lekker de samenvattingen van Willem II – NAC Breda, Heracles Almelo – VVV Venlo en SC Heerenveen – NEC. Heerlijk: echte sport.