Ik ga scheiden 35

Marion, Markus, JW en ik wachtten af. We konden niet anders. JW had gelijk: je kunt als een kip zonder kop gaan zoeken in Amsterdam, maar daar zou je niemand mee helpen. Het was stil in huis. Markus was naar boven gegaan. Marion was al lang in de keuken. Ik vermoedde dat ze iets te eten klaarmaakte. JW en ik waren stil. Hij keek mij aan, ik keek naar buiten.
“Ik snap niet waarom het lijkt alsof een nieuw geluk mij niet mag overkomen. Dat gevecht ertegen, iedere keer weer, JW.”
“Tegen wat?”
“Tegen die dingen die je ongevraagd overkomen. Nu komt Jan straks ook weer vrij. Ilse weg.”
“Die komt echt wel terug. Ik ken haar een beetje, ze is een heethoofd maar geen onredelijke.”
“Wat moet ze in godsnaam in Amsterdam?” 
De dag sloot, of ik nu wilde of niet. Ik kon niet meer en viel om een uur of twee ’s nachts in slaap op de bank. Al die tijd was JW bij mij gebleven. We hadden wat tv gekeken met Marion samen. Om vier uur die nacht ging mijn gsm over. Ik schrok wakker en merkte dat ik helemaal alleen was. Ik zag in mijn display dat het Ilse was. Mijn hart sloeg over.

“Schat, waar ben je? Kom naar huis!”
“Mam, ik kom niet meer naar huis. Ik ben een heel leuk groepje Franse vrienden tegengekomen en die willen mij wel meenemen naar Frankrijk.”
“Wat! Waarom Frankrijk? Wat moet je daar nu zoeken? Ik wil echt dat je thuiskomt!”
“Nee mam, ik heb gezegd dat ik familie in Frankrijk heb en zij willen mij wel brengen.” 
Ik voelde woede en een groot verdriet maar wilde niet dat ze het telefooncontact zou verbreken.
“Weet je wel hoe absurd dit klinkt en is? Heb je iets gebruikt, Ilse?”
“Een paar trekjes, mam. Het is hier heel gezellig, ik ga nu hangen. Ik wilde je even bellen om je te laten weten waar ik naartoe ga.”
“Zonder geld? Zonder paspoort? Zonder kleren? Ben je wel lekker?” 
Mijn stem was al een tijdje niet zacht of rustig meer. Markus was wakker geworden en kwam de kamer binnen.

“Laat mij nu maar. Ik hoor niet meer bij jullie thuis. Ik zoek gewoon een nieuw huis.”
“Waarom denk dat dit niet meer je huis is?”
“Ik heb bij pap gewoond met Miranda. Zij leek op het laatst mijn vriendin te zijn, maar ze beantwoordt mijn berichten niet meer. Pap zit in de gevangenis. Jij weet ook niet waar alles naartoe gaat. En het lijkt allemaal alleen maar om jou te draaien. Markus is een ideale zoon voor je, ik geen ideale dochter. Echt niet.”
“Hoe kom je er in godsnaam bij? Ik heb voor je gevochten, Ilse. Ik hou van je, Markus houdt van je.”
“Laat mij nou maar. Ik ga gewoon mijn eigen leven leiden.” 
Ze hing op en het enige wat ik voelde was paniek. Het bloed kookte in mijn aderen. Ik wist mij geen raad. Moest ik haar echt gewoon laten gaan?
Ik belde JW met de telefoon die hij mij gegeven had. Hij nam direct op en ik legde hem het hele verhaal voor.

“Als zij serieus naar Frankrijk gaat, dan zal ik dat op het bureau melden. Ik denk niet dat ze gaat. Ik denk dat het een lulverhaal is van haar.”
“Waarom denk je dat, JW?” vroeg ik. Markus was er inmiddels ook bij komen zitten.
“Ik heb even met haar gesproken natuurlijk. Ik denk dat ze een punt wil maken, ik denk niet dat ze dit allemaal gaat doen. Ze is gewoon hartstikke boos dat jullie zijn gaan scheiden. Miranda was geen vervanging voor jou. Ze houdt alleen van jou en van geen andere moeder. Ze weet alleen niet altijd hoe ze dat moet uiten. Vertrouw mij en laat het even zo.”
“Ik kan het gewoon niet bevatten. Ik wil dat ze gevonden wordt. Of dat nu in Amsterdam is of in Parijs.”
“Officieel moeten we minimaal vierentwintig uur wachten na je aangifte. Die aangifte kan ik zo met je regelen hier. Uiteraard zoeken we al eerder. Laat dit aan de politie over, Petra. Als jij gaat zoeken in jouw conditie, schiet dat echt niet op.

“Ze heeft dit één keer eerder gedaan bij pap en Miranda. Ze is toen een paar dagen naar Amsterdam geweest. Ze had ruzie met pap. Hij heeft toen geen aangifte gedaan of zo. Ze kwam gewoon weer thuis. Daarna is ze twee weken op haar kamer geweest. Ze sloot zichzelf op”, zei Markus.
“Ging ze toen naar iemand toe, heeft ze toen namen genoemd?” vroeg JW.
“Ik heb het haar wel gevraagd, ze wilde er lange tijd niets over zeggen. Wat mij betreft heeft ze die dagen op straat geleefd. Ik weet het echt niet. Ze is wat dat betreft niet voorspelbaar of zoiets. Ik weet alleen dat ze, toen ze terug was, nieuwe Nike-schoenen had en een nieuw kort leren jasje. En ik weet ook dat ze er vrijwel zonder geld naartoe ging.”
“Waarom denk je dat Markus?” vroeg JW.
“Pap en mam hebben altijd geroepen dat wij spaarbankboekjes hadden, maar die heb ik nooit gezien. Laat staan dat wij er toegang toe zouden hebben of zoiets. Zakgeld kregen we niet van pap. Wat we hadden, was van onze bijbaantjes. Ik werkte toen ik daar woonde bij Albert Heijn en Ilse bij een andere supermarkt als vakkenvuller, ik weet niet eens meer welke. Ze werkte er alleen op zaterdag. En het geld dat ze per maand kreeg was een dag later alweer op.”
“Hoe weet je dat?” vroeg JW weer.
“Ze leende bij mij.”
“Oké, dat is duidelijk. Echte Nike-schoenen, Markus?”
“Geloof mij, ik weet wanneer ze echt zijn. En dat leren jasje was ook echt. Pap vroeg uiteraard wel hoe ze eraan kwam. Ze zei dan gewoon dat het hem niets aanging en hij vond dat best. Miranda boeide het al helemaal niet. Mij wel, ik vond het vreemd. We zaten vaak bij elkaar op de kamer. We waren op elkaar aangewezen, snap je? Pap en Miranda waren de hele dag met zichzelf bezig. Ik werd er kotsmisselijk van. Ilse ook, maar ze zei er nooit wat van tegen pap. Ik wel, daarom mocht ik terug naar jou, mam. Ik werd er niet goed van dat je ze overal in huis wippend kon tegenkomen. Het leek erop alsof ze het de hele dag door deden met elkaar.” 
Ik glimlachte, het deed mij niets meer. Maar ik kreeg wel een beeld van hoe de kinderen daar geleefd hebben met die twee.

“Hoe denk jij dat je zus aan die nieuwe spullen gekomen is?”
“Ik vroeg het een paar keer aan haar. De eerste keren waren haar antwoorden zo ontwijkend. Maar de laatste keer zei ze dat ze een suikeroompje had in Amsterdam.”
“Een suikeroompje?” riepen JW en ik tegelijk.
“Heeft ze ooit gemeld waar, wie en hoe?”
“Ik weet niet of ik nu alles moet melden wat ze mij in vertrouwen heeft verteld”, zei Markus.
“Nou Markus, je kunt je voorstellen dat wij, je moeder en ik, best twijfels hebben over de goede intenties van dit suikeroompje.”
“Alleen heeft ze mij zo duidelijk gevraagd mijn mond te houden over deze persoon.”
“Markus, ik raad je aan alles te melden over deze persoon. Het kan ontzettend belangrijk zijn je zus wellicht op tijd terug te vinden. Begrijp mij goed: ik respecteer je integriteit maar dit gaat echt om het welzijn van je zus.”