De perfecte column

Wij moeten betere columns schrijven.
Compacter dan deze eerste zin kan ik mijn column niet samenvatten. Wat ik er in godsnaam mee bedoel zal ik in de komende 608 woorden volledig uitleggen.

De views in de columnhoek zijn drastisch ingestort. Dat is ondertussen in menig column uitgebreid behandeld en in comments nog net iets meer. Tot in den treure, zou ik bijna zeggen. Het ging vooral om oorzaken van het verval, sommige redenen waren zeer plausibel, anderen ronduit ridicuul. De ingestorte cijfers zijn een gegeven, jammer, maar helaas. Waar we het over moeten hebben is hoe we de cijfers weer opkrikken. Daar is maar één manier voor: betere columns schrijven.

In zijn zondagse column riep Okaht u op om met suggesties te komen om de views weer op te krikken. Absoluut een prima initiatief, maar een paar regels voor de oproep schreef hij: "Betere columns schrijven? Kom op! We zitten hier met beginnende en meer ervaren schrijvers bij elkaar en we zijn allemaal lerende en groeiende."
Je moet het maar durven om die eerste vijf woorden te schrijven, want het is natuurlijk een krankzinnige redenatie. Je verbiedt je publiek om met de, volgens mij, allerbelangrijkste suggestie te komen. Kunt u me uitleggen waarom de badkamer zo naar zeik ruikt? Ik ben erg benieuwd, maar u mag niet zeggen dat het komt omdat er naast de pot gezeken wordt.

Eigenlijk zeg je ermee dat meer mensen onze stukken moeten lezen, ómdat we (nog) geen professionele columnisten zijn. Dat is de omgekeerde wereld. Persoonlijk wil ik gelezen worden omdat mijn columns interessant zijn. Ik wil dat lezers mij blijven lezen, omdat ik beter word. En ik wil dat ik nieuwe lezers krijg doordat ik steeds betere columns schrijf. Ik moet betere columns schrijven, steeds weer. Iedere columnist moet dat. Ik heb liever driehonderd geïnteresseerde lezers, dan drieduizend sympathieklikjes. Ik wil graag serieus genomen worden als columnist. Vragen om meer lezers, maar niet de hand in eigen boezem steken en kijken waar ik me kan verbeteren om die extra lezers te krijgen, dat is ridicuul.

Als de bakker bij mij op de hoek om welke reden dan ook ineens een groot deel van zijn klantenbestand kwijt is, gaat hij zijn irritatie daaromtrent niet staan botvieren op zijn deeg. Nee, hij zoekt uit hoe zijn zaak aantrekkelijker kan worden, zijn brood beter, zodat klanten niet meer om zijn winkel heen kunnen. Hij moet streven naar het allerlekkerste brood. Hoe dichter hij bij perfectie komt, hoe meer klanten zijn winkel zullen weten te vinden. Die komen niet omdat hij zo’n gezellige dikkerd is, maar om zijn product. Columnisten moeten keer op keer streven naar de perfecte column en daar iedere keer iets dichterbij in de buurt proberen te komen. Amateur of niet. Dan komen de lezers wel.

De vraag is dan natuurlijk wat de perfecte column is. Dat is voor iedereen verschillend, uiteraard, maar moeten we op lichte toon stevige onderwerpen aanpakken? Of stevig lichte onderwerpen bekritiseren? Stukken van zo’n zeshonderdzeven woorden? Of tweehonderd woorden of dertienhonderd? Moet er één onderwerp behandeld worden, of een stuk of vijf? Moeten maatschappijkritische teksten geestig gebracht worden? Of is dat de taak van cabaretiers en moeten schrijvers hun kritiek in een meer serieuze vorm gieten? Moeten we columns schrijven met een hoop bijzinnen en opsmuk of moeten we ons volledig tot de kern beperken? Plaatjes? Of louter woorden? Moeten we schreeuwen en stampvoeten of nuanceren? Dienen schrijfsels actueel te zijn of voegt dat weinig toe?

Okaht eindigt zijn stuk met een vraag om suggesties voor meer views. Ik wil ook eindigen met een vraag, maar dan met de juiste vraag: Wat is voor u de perfecte column?