Afdaling naar de hel

Een deel van de mensen mocht op normale hoogte blijven, een deel mocht naar boven en een laatste deel mocht naar beneden. Nu ja, mocht? Moest naar beneden. En het stond er overduideiljk: ik moest naar beneden. Nog even twijfelde ik of ik me niet gewoon kon omdraaien en weglopen, maar ik had simpelweg geen keus: ik moest naar beneden. De afdaling naar de hel moest gemaakt worden. Ik zette een stap naar voren en op dat moment kon ik niet meer terug.

Op de weg naar beneden keek ik om me heen en ik zag de omgeving langzaam veranderen. Waar ik vandaan kwam, daar was daglicht, maar dat leek al een eeuwigheid achter me te liggen. Het werd duisterder en donkerder. Waar ik vandaan kwam, daar was frisse lucht, maar ook dat leek al een eeuwigheid achter me te liggen. Het werd benauwder en bedrukter. Waar ik vandaan kwam, daar waren mooie en vrolijke mensen, maar ook dat leek al een eeuwigheid achter me te liggen. De mensen werden lelijker en chagrijniger.

Het laagste punt werd bereikt en ik stapte een grote ruimte in. Mijn ogen moesten even wennen aan de duisternis en even voelde ik paniek opkomen: ik was mijn oriëntatie helemaal kwijt. Waar ik me boven nog prima voelde, was dat gevoel nu helemaal weg. De duisternis, de benauwdheid en de lelijke en chagrijnige mensen, het maakte me ongelukkig. Het zweet brak me uit en ik vroeg me af wat ik hier deed. Had ik dit verdiend? Was dit echt nodig? Wat moest ik hier doen?

Ik zocht de rand van de ruimte op om een moment van rust te pakken, om overzicht te krijgen over de situatie en om erachter te komen wat ik hier ook alweer kwam doen. Na daar even te hebben gestaan kon ik weer kleuren van elkaar onderscheiden, maar overzicht leverde het niet op: vrijwel alles was rood en zwart en alles leek op elkaar. Overal hingen papieren met dezelfde tekst en in niets onderscheidden de verschillende tafels, muren en rekken van elkaar.

Misschien dat een rondje lopen zou helpen, hoopte ik. Ik liep een rondje, ik liep nog een rondje en vervolgens nog een rondje. Nu wist ik wat waar lag en stond, dat mannen in het zwart hier de leiding hadden, wat ik hier kwam doen en hoe ik hier zo snel mogelijk weer weg kon komen. Ik pakte wat ik moest hebben, ging langs bij een man in het zwart en zette zo snel mogelijk de weg naar boven in. Naar het licht, naar de frisse lucht, naar de mooie en vrolijke mensen. Het lukte, ik had het overleefd. Voorlopig hoefde ik niet meer terug.

Een t-shirt kopen op de benedenverdieping van de V&D: een afdaling naar de hel.