Twee ouwe kerels op een ukulelefestival

Wat bezielde me in vredesnaam! Bijna 47 en dan nog even voor drie dagen een ukulelefestival bezoeken en in een klote tentje slapen! Ik ben verdomme geen achttien meer!
Nee, ik ben een dikke veertiger en het festival heeft me binnen drie dagen gesloopt.

Kamperen anno 2012 is niet zoveel anders dan kamperen anno 1982. Je hebt brandende hitte of je regent weg. Bewegen in een tent is enkel kruipend mogelijk. Je spullen zijn kwijt of zeiknat. De verloren spullen vind je pas terug als je de tent afbreekt en je ze niet meer nodig hebt. Slapen doe je altijd te weinig en bewegen te veel.

Als jonge god in 1984 deed ik dit nog moeiteloos. Zuipend en feestend trok ik twee weken met mijn maten op. Het weer, ontberingen, gebrek aan slaap en het slenteren langs vervallen kastelen konden me niet breken. Ondergekotst wakker worden deerde me niet. Waarschijnlijk stonk ik in die twee weken een uur in de wind, maar ik had nog de dappere illusie dat een washandje onder de oksels en een paar flinke stoten deodorant in mijn kruis dit prima wisten te verhullen. En ik kwam nog daadwerkelijk uitgerust en opgebouwd weer thuis ook.
Nu niet meer.

Met mijn goede vriend Andre bezocht ik afgelopen weekend Ukulele Festival Le Fiul in Lerrain, in het noorden van Frankrijk. Als Ukulele Duo The D’Ukes kregen we de gelegenheid om een aantal optredens te verzorgen. Het festival werd op zaterdag en zondag gehouden, maar we besloten vrijdag al te vertrekken en het leek ons verstandig om maandagochtend pas terug te rijden. Vrijdagavond, tussendoor en na afloop van het festival op zondag, zou er nog veel gelegenheid zijn om te jammen, dus een beetje slaap vóór de terugreis was wel nodig.
Bij voorbaat waren er dus drie overnachtingen gepland en het leek simpeler om dat in een tent te doen. Met daarbij als belangrijkste motivatie dat je gratis kon kamperen. Waarom €450,- aan een hotel uitgeven als je met een geleende tent ook gewoon onderdak had?

Wel. De eerste nacht heb ik vijf uur geslapen. De tweede nacht vier. Van zondag op maandag heb ik er een dikke zes uur uit weten te persen. De “camping” was op een voetbalveld en het sanitair waren de kleedkamers met enkel koud water.
Twee dagen lang hebben we van tent naar festivalterrein gelopen. Van podium naar eettentjes. Van repetitieruimte naar jamsessie. ’s Nachts konden we struikelend in het donker terug naar de tent waar we stram als de neten in moesten kruipen, om op een luchtbedje de rug nog even wat verder te slopen. Met daaropvolgend de ochtend, waar we steunend onze stramme botten uit die tent moesten slepen.
Ik was kapot! Ik had pijn in ieder bot en in iedere vezel van mijn lijf! Na drie dagen was ik gesloopt!
Maar had ik het willen missen? Nooit!

Vanaf de aankomst tot laat in de zondagavond heb ik met geweldige mensen en zeer begaafde muzikanten muziek gemaakt en gezongen. We hebben vier geweldige optredens verzorgd en absoluut indruk gemaakt.
De jamsessies waren vaak nog leuker dan de optredens. Eén van de jamsessies was zo verdomde goed dat we meteen daarna met twee andere spelers als gelegenheidskwartet een al even goed extra optreden op het podium verzorgden en het publiek omver bliezen. Ik heb muziek gemaakt met artiesten die ik al jaren bewonder en enkel van YouTube kende.

De laatste nacht heeft het geregend en we zijn dan ook zeiknat vertrokken, maar de eerste regen viel pas nadat de allerlaatste muzikant het podium had verlaten. De rest van het festival hadden we stralend weer.
O ja! Ik heb nog een geweldige ukulele gewonnen ook! Oké, ik had er al negen, maar deze Mainland Ukulele is dan weer wel echt een geweldige aanvulling op wat ik al had.

Dus nee. Ik had het voor geen goud willen missen! Als het nog een week door had moeten gaan, zou ik alle bijbehorende ellende en ongemakken gewoon weer hebben willen ondergaan.
Alhoewel? Volgend jaar denk ik dat we er toch maar gewoon een zaterdag en een zondag van maken. Zucht, we zijn geen achttien meer.