Zijn we echt zo onnozel?

In de vloedgolf van nieuws, pseudonieuws, klinkklare kolder en regelrechte leugens die ons dagelijks boven het getergde hoofd stijgen moeten we maar weer eens een paar vaste punten zoeken. Een beetje houvast, hoe klein ook kan net dat zetje betekenen dat we nodig hebben om mentaal min of meer gezond te blijven.

Het allereerste, en meteen allerbelangrijkste punt dat we onder geen beding uit het oog mogen verliezen is het welbegrepen eigenbelang van zowat alle deelnemers aan evenementen als het EU-circus, onze eigen bezuinigingsmallemolen, de media, de sportzomer, noem maar op. Onderling is afgesproken dat alle deelnemers toegang hebben tot iedere attractie, tenminste zolang ze geen afwijkende opinies etaleren. Het moet wel een feest blijven, dwarsliggers zijn niet welkom.

Een ander, heel belangrijk aspect is het onloochenbare feit dat iedereen, vrijwel zonder uitzondering, meedoet aan het oppompen van elkaars ego. Iedereen is slim, diplomatiek, succesvol, onmisbaar, en natuurlijk uitsluitend bezig voor het nut van iedereen op de wereld. En zo te zien maakt het weinig uit of we resultaat boeken. We zijn gewoon heel goed bezig, en niemand die het beter kan.
O?

In ons kantoor heeft jarenlang een papier gehangen waarop de zes stadia van een project waren vermeld: 1: Enthousiasme. 2: Ontnuchtering. 3: PANIEK!! 4: Zoeken naar schuldigen. 5: Bestraffing van onschuldigen. 6: Beloning van hen die er niets mee te maken hadden. Natuurlijk is dat weer eens een aforisme, maar op regeringsniveau is het vaak maar al te waar. Daar komt bij dat schattingen van kosten voor een project structureel veel te laag worden gemaakt. Bijkomende kosten worden systematisch onder de mat geschoven, want, redeneert men, hoe een project ook wordt uitgevoerd, bepaalde kosten zijn er altijd, dus die hoeven we niet mee te nemen in de berekening. Ik las ergens dat als de regering een auto zou ontwerpen, het ding een ton zou kosten in plaats van 10 mille en iedere week een keer naar de garage zou moeten voor onderhoud. In dat licht kijk ik ook naar het miljardenepos dat dagelijks voor onze ogen wordt opgevoerd. We horen lang niet alles, alleen wat niet verborgen kan blijven, en zelfs dan nog met de nodige verwarrende kanttekeningen.

Ik heb een redelijk scherp oog en oor voor wat ik in de Tweede Kamer zie. En ik heb er meestentijds geen hoge pet van op. Je moet natuurlijk onderscheid maken tussen wat men zegt en hoe men het zegt. De meeste kamerleden zijn redelijk welbespraakt maar een geheel eigen geluid, nee, dat is de meesten niet gegeven. Modewoordjes, populaire uitdrukkingen, bijna iedereen doet er aan mee. Ooit was daar het nonsenswoord epibreren waar vrijwel iedereen in trapte. Een poosje geleden had plotseling iedereen met zijn poten in de modder gestaan. Dan zie je zo’n juf aan de microfoon staan, tiptop gekleed, hooggehakt, duren kleren. En zij beweert dan unverfroren dat zij ook… Jaja schat, ik zag het op tv. Je was gebelgd omdat ze alleen maar groene laarzen hadden, en dat vloekte met je jas en je parapluutje. En er zaten niet eens hakken onder, wat is dat nou! En die bouwhelm? Nee, want je pas net bij de kapper geweest. Kortom, je deed niet mee, al moet ik wel toegeven dat je wel de moeite had genomen om een hele honderd kilometer ver uit Den Haag te reizen. Dan kon je tenminste ook beweren dat je met je poten, ach, laat maar zitten. Voor mij doe je allang niet meer mee.

En het stemvee bang maken is een geliefkoosde manier om het zinnetje door te drijven. Was er een paar jaar geleden niet een hotemetoot die glashard beweerde dat er oorlog zou komen als wij niet meegingen in de EU-plannen? Hetzelfde gebeurde een paar weken geleden, eigenlijk uit nood geboren. Brussel dreigde met sancties, dus moest er een akkoord komen. Vijf partijen staken wellicht voor de allereerste keer de koppen bij mekaar en toverden in zeer korte tijd een gerecht uit de snelkookpan dat de Brusselse kermisklanten lustten. Nu, wat later, kunnen wij op ons gemak naar de maatregelen kijken en zien we waar we echt mee zijn opgezadeld. Heel veel commentaar is er over de belasting van de reiskostenvergoeding. SHIIIIIT!! Het is ook een belachelijke maatregel, want decennia lang is ons te verstaan gegeven dat we uit de stad moesten vertrekken en op het platteland gaan wonen. De staat zorgde voor de Vinexwijken, vaak zonder daar in de buurt ook industrie meer te zetten. Forenzen werd dus gewoon noodzakelijk. En dat reizen wordt nu bestraft door dezelfde regering die ons eerst de stad uit joeg. En dan staat een of andere onbenul in de Kamer te beweren dat we dan maar werk in de buurt moeten vinden. Ja meid, dat gaat zeker lukken, binnen een jaar of tien.

Ik ben inmiddels totaal immuun geworden voor verbaal geweld. Dat zal ook wel met mijn leeftijd te maken hebben. Ik laat me door niemand afblaffen, en als iemand dat toch doet denk ik er het mijne van. Of ik zorg er voor dat het bij die ene keer blijft door die blaffer in de hoek te zetten.

Wordt het niet hoog tijd dat iedereen zijn roze brilletje afzet, de feiten laat spreken, geen humbug meer vertelt en populaire uitdrukkingen bezigt? Dus zonder opsmuk, in beschaafd Nederlands, zonder effectbejag ons de realiteit bekend maakt? Eigenbelang zal er altijd wel bij blijven, maar ik wil er naar moeten zoeken. Ik wil verhalen zonder bombast, gewoon de feiten, onverbloemd. En enige consistentie is buitengewoon welkom. Ik haak af als ik het standpunt van een persoon per week of zelfs per dag moet checken.

Weet iemand zo’n persoon in de Kamer? Groteherman, een medecolumnist heeft het altijd over dezelfde man die aan deze kwalificatie voldoet, natuurlijk zonder meteen zijn politieke standpunten als geheel te omarmen. En wie ben ik om Herman zijn gelijk te benijden?
Kees, dat is hem.