Wachten

Vanmorgen had ik een afspraak. Ruim op tijd vertrok ik van huis. Op de tramhalte stak ik relaxed een sigaretje op en keek op mijn mobieltje of ik nog berichten had. Naast mij stond een man. Hij wipte van zijn ene voet op de andere en strekte steeds zijn nek om nog beter te kunnen zien of de tram er al aan kwam. Voortdurend keek hij op zijn horloge en dat kijken ging gepaard met diepe zuchten. Was die man van nature ongeduldig of was hij te laat van huis vertrokken en nu bang om niet op tijd op zijn afspraak te verschijnen? Tijdens mijn reis dacht ik na over het fenomeen ‘wachten’.

Want we wachten wat af. Probeer maar eens telefonisch een afspraak te maken bij een specialist in een ziekenhuis. Je wordt constant doorverbonden en het lijkt uren te duren voor je daadwerkelijk degene die je zoekt aan de telefoon krijgt. We wachten in de wachtkamer – het woord zegt het al! – van de dokter en de tandarts. Wat te denken van de supermarkten? Er wordt heel wat gemopperd in de rij bij de kassa. “Verdorie, er zijn tien kassa’s, waarom zijn er dan maar drie open?”,  is een vaak gehoorde klacht.

Wachten is iets wat in tijd gemeten kan worden. Zo is er in 1993 een uitgebreid onderzoek gedaan door Pryn en Smidts naar hoe lang we wachten in ons leven. Per dag wachten we gemiddeld een halfuur. Het meeste doen we dat in het verkeer en in winkels. Dat lijkt niet zo lang, maar het is wel 182 uur per jaar. Iemand die 80 jaar is geworden, heeft in zijn leven dan 607 dagen gewacht! En dan hebben we het alleen nog maar over het fysieke wachten, het letterlijk staan of zitten wachten.

Tijd is meetbaar, maar tegelijkertijd is het gevoelsmatig. Wat kan de tijd voor je gevoel langzaam gaan als je bijvoorbeeld een week op de uitslag van een medisch onderzoek moet wachten. Of de eerste drie spannende maanden van een zwangerschap. Ik vond de tijd dan altijd voorbij kruipen. Terwijl, als de baby eenmaal geboren was, de tijd razendsnel voorbij ging.

Mijn kinderen zijn al zo goed als volwassen. In ‘mijn tijd’ werd de term ‘ in verwachting zijn’ veel vaker gebruikt dan nu. Zwanger is de term die tegenwoordig wordt gebruikt. Toch vind ik in verwachting veel mooier klinken. Je verwacht een kindje. Dat gaat met wachten gepaard, maar ook met verwachten. Wat kan je verwachten? Hoe zal je kindje eruit zien?

Ik herinner me een gesprek met een vriendin die single was. We waren op dat moment allebei bijna dertig jaar. Zij was vrijgezel, maar wel ernstig op zoek naar de Ware Liefde. Ook wilde ze dolgraag een gezin, net als ik. Soms was ik wel eens jaloers op haar. Zij kon gaan en staan waar ze maar wilde, ging vaak op vakantie, kon op de bank neerploffen als ze uit haar werk kwam, terwijl ik als moeder van drie jonge kinderen dag en nacht beschikbaar moest zijn.

Zij zag erg tegen haar dertigste verjaardag op. Eenmaal de twintig gepasseerd, zou ze zich helemaal een ouwe vrijster voelen en ook de kans dat ze ooit moeder zou worden, werd steeds kleiner, zo sprak ze. Ik had er helemaal geen moeite mee dat ik dertig werd. Voelde me nog altijd heel jong, ook omdat ik al drie kinderen had en er ook niet meer wilde. Soms bekroop mij juist het gevoel van: nog één jaartje, dan gaat mijn jongste kind al naar school. En dan? Wachten tot ze uit school komen? Tot ze uitvliegen? Tot ik bejaard ben? Alsof ik mijn kruit al verschoten had, of zo.

Voor kinderen is wachten bijna een onmogelijke opgave. Een deel van mijn baan bestaat uit het werken met peuters en ik hoor mezelf regelmatig zeggen: “Even wachten. Ik kan niet alles tegelijk.” Of: “Ik ben nu even met je mama aan het praten. Even wachten.” En als moeder heb ik die tekst ook vaak gebruikt. Kinderen willen van alles en ze willen het ook nu. Toen ik op de basisschool werkte, hadden we daar zelfs een term voor: uitgestelde aandacht. Sommige kinderen vonden het namelijk heel erg moeilijk om op hun beurt te wachten. Helaas zie ik ook ouders die dit ook niet leren aan hun kinderen. Dan ben ik met een moeder in gesprek en midden in mijn zin vraagt haar kind de aandacht. In plaats van dat de moeder dan zegt: “Even wachten, ik ben even aan het praten,” buigt zo’n moeder zich direct over naar haar kind om te luisteren wat de uk te melden heeft. Fout.

Hoe groter het gezin, hoe geduldiger het kind. Dat is ook logisch. Kinderen zijn dan gewend om te delen, ook als het om de aandacht van de ouders gaat. Maar ouders die maar één zo’n oogappeltje te verzorgen hebben, zullen het hun kind wel moeten leren dat niet alles in het leven om kindlief draait.

Ooit leerde ik een wijze les over wachten. Ik stond op de bus te wachten. Toevalligerwijs stond mijn pianoleraar, een man van in de zeventig, ook op de halte. Hij zag mij ongeduldig heen en weer wiebelen in afwachting van de bus die pas over tien minuten zou komen. Hij keek ondertussen doodkalm in een tijdschrift. Zonder op te kijken, zei hij: “Wat kan ik altijd van deze momenten genieten. De momenten dat ik zit te wachten op de bus, of de trein. Want dat is mijn eigen tijd. Niemand wacht op dat moment op mij, ik hoef helemaal niets en ik heb heerlijk de tijd om even in dit mooie tijdschrift te bladeren. Als je maar zorgt dat je ruim de tijd neemt om je reis te plannen. Dan heb je niets om zenuwachtig over te zijn. Dan is wachten heerlijk.”

Tot op de dag van vandaag denk ik nog regelmatig aan deze woorden terug. Het heeft gemaakt, dat ik ’s morgens ruim op tijd opsta, zodat ik niet hoef te haasten om op tijd op mijn werk te zijn. Als ik op reis ga, dan zorg ik ook voor een ruime planning, een lekker boek voor in de trein, en dan kan ik echt genieten van het reizen. Ik hoef niets, niemand verwacht mij nog, het is mijn eigen tijd.

Zo kan het wachten in de file ook prettiger worden. In plaats van steeds van baan te wisselen in de hoop dat je reis sneller zal verlopen, kan je ook een mooi cd’tje opzetten en heerlijk meezingen.

Om diezelfde reden heeft mijn man altijd een cryptogrammenboekje in zijn tas. Waar we ook zijn, waar we ook moeten wachten, er komt altijd een moment dat hij zegt: “Heb je zin om een cryptogram met me te doen?” De reis vliegt dan om, de wachttijd is zo verstreken. Wachten kan soms heel gezellig zijn.