Journalistieke verloedering

Rutte, Verhagen en hij-die-niet-genoemd-mag-worden (hierom) hebben zich vandaag teruggetrokken in het Catshuis en zijn begonnen met gesprekken over hoe ze zo'n zestien miljard euro kunnen bezuinigen. Er zal een totale mediastilte heersen zolang de gesprekken gaande zijn. Dat wil zeggen, dat de drie mannen niet naar buiten komen met feiten of concrete afspraken, want van een mediastilte is verder weinig te merken. Het was eerder oorverdovend. Journalisten speculeerden zich de pleuris. Er was ook wel hard nieuws: uitkomsten van een onderzoek naar de mogelijkheid om de gulden te herintroduceren en een persconferentietje over de hierboven genoemde gesprekken waarin werd aangegeven dat de heren hun best gingen doen. Maar dat werd eerder gebracht als een (kort) nieuwsfeit dan de mogelijke gesprekken van de heren. Ik begrijp dat het belangrijk is, héél belangrijk, maar het is niet de taak van journalisten om te speculeren.

Ook bij DWDD kwam het onderwerp terug, vanzelfsprekend. Matthijs van Nieuwkerk introduceerde het item met: er valt niets over te zeggen of we zullen er niets van horen. Of iets van die strekking. Om na de introductie de volle acht minuten te praten over wat er misschien straks te melden zal zijn. Vooruit, laten we DWDD wat krediet geven, dat is meer een amusementsprogramma dan een nieuwsprogramma, dus zij mogen er wat vrijer mee omgaan, maar desalniettemin vond ik het uiterst illustratief voor hoe de media en journalistiek steeds vaker te werk gaan. Frenk van der Linden, een door mij zeer gewaardeerd journalist, zat rustig uiteen te zetten wat hij-die-niet-genoemd-mag-worden straks zal gaan zeggen. Speculatie in de precieze zin van het woord.

Hoewel het hier een amusementsprogramma betreft, is het droevig illustratief. U kunt zich vast nog wel voor de geest halen hoe de ‘echte' nieuwsprogramma's omgingen met de situatie van Johan Friso. Journalisten dienen hun bronnen te checken, hoor en wederhoor te plegen, te onderzoeken, maar dat gebeurt steeds minder. Dat bracht RamBam gisteravond nog pijnlijk aan het licht. RamBam is ook een amusementsprogramma, maar zij doen meer en beter aan onderzoeksjournalistiek dan menig dagblad of nieuwssite. Brachten ze laatst al op meesterlijke wijze aan het licht hoe Derek Ogervill de boel bedondert en hoeveel fake-profielen er op datingsites staan, gisteravond toonden zij aan hoe matig men in de journalistiek zijn bronnen checkt.

Het is droevig gesteld met de journalistiek. Doodzonde, want het is zo'n wonderschoon vak. Het is pijnlijk om te zien hoe hard het afglijdt. Kranten en websites worden steeds meer bedrijven die scoren hoger in het vaandel lijken te hebben dan kwaliteit leveren. Kranten en websites leveren steeds minder eigen nieuws. Het aantal nieuwsberichten wat rechtstreeks geknipt en geplakt wordt van persbureaus wordt steeds hoger. Er wordt steeds minder moeite gedaan om de stukken te herschrijven of toe te passen op de eigen doelgroep. Daar is de tijd niet meer voor, schijnbaar, want de krant moet vol. Of de website moet in beweging blijven, wat u wilt.

Maar er is hoop. Ik ben niet arrogant, arrogantie heeft een nare klank, maar ik ben wel zelfverzekerd: ik ben de toekomst van de journalistiek. Ik kan het allemaal veel beter. Ik check mijn bronnen, ben in staat om creatief te schrijven, heb talent om originele invalshoeken te vinden en ben nieuwsgierig. Werkelijk, er schuilt een topjournalist in mij.

Helaas moet ik u, voor dat u té enthousiast wordt, mededelen dat ik journalistiek studeer bij Hogeschool Windesheim in Zwolle. Dus u zal nooit iets aan mij hebben. Al die schitterende artikelen die er in mij schuilen, zal u helaas nooit te zien krijgen. Er is geen krant die mij ooit zal aannemen, want ik studeer voor een Mickey Mouse-diploma. Ik studeer af met een rode neus op, een clownsneus, in ieder geval voor de buitenwereld. Mijn diploma is straks nog goedkoper dan de grappen over Joan Franka's tooi.

En, weet u, mogelijk is dat uiteindelijk maar goed ook. Want wat de journalistiek aan het verworden is, is misschien wel helemaal niets voor mij. Wil ik mij mengen in een beroepsgroep die roept objectief te zijn, maar meer en meer uitblinkt in het laten geven van meningen door mensen die zijdelings iets te maken hebben met een onderwerp? Wil ik meningen verheffen tot nieuws? Wil ik speculatie belangrijker laten worden dan feiten? Wil ik werken in een beroepsgroep waarvan het niveau zienderogen achteruit gaat? Het is droevig dat het niveau van mijn opleiding langzamerhand begint aan te sluiten bij de praktijk. Of andersom. Misschien is het maar goed dat ik met mijn diploma nooit van mijn leven een baan krijg.