Ik, mijn ukulele en Frankrijk

Ik vind dat ik de laatste weken alweer voldoende in de actualiteit ben gedoken met mijn columns. Tijd voor een ouderwetse column over mijn favoriete onderwerp: ik!
Dat wil zeggen: ik en mijn ukulele.

Wie mij al langer kent weet dat ik één van de weinige volwassen kerels ben, die publiekelijk toegeeft ukulele te spelen en daar nog een podium mee bestijgt ook. In het verleden heb ik het er in mijn columns al eens vaker over gehad, waarbij ik een en ander met een filmpje van mezelf probeerde op te leuken. Op een tweetal columnisten-voorleesmiddagen heb ik mijn spreekbeurten afgesloten met een geinig stukkie muziek.

Laat het duidelijk zijn: ik ben niet vies van een beetje aandacht en ik voel me als een vis in het water op een podium. Met geen stok krijg je me er vanaf! Gelukkig is die stok zelden nodig. Ooit moet ik pissen en zolang er geen koffie en peuken op het podium worden bezorgd, moet ik het een keer opgeven.

Neen. Verlegen ben ik niet. Of ik daarmee meteen opdringerig ben, laat ik dan weer aan andermans oordeel over. Het staat lezers van mijn columns vrij ze niet te lezen, maar het lukt me meestal aardig te scoren in de kijkcijfers. Publiek laat doorgaans de stok of de bewuste ontzegging van cafeïne en nicotine achterwege.
Niet verlegen en niet opdringerig dus: mooie combi.

Terug naar de ukulele en mijn liefde voor dit wonderschone instrument.

Wat bezielt een volwassen kerel om dit kleine snaarinstrument serieus te gaan bespelen? Een gitaar is stukken populairder. Een basgitaar veel cooler. Een drumstel een stuk stoerder. Een saxofoon ambitieuzer. En achter een piano lijkt zelfs die dwerg van een Van Velzen een hele kerel! Maar Van Velzen met een ukulele wordt meteen weer een karikatuur.
Ik heb de dingen altijd al graag net iets anders gedaan. Liever apart dan saai!

Maar het gaat verder. Ik maak zowat mijn hele leven al muziek. Mondharmonica. Een beetje fluit. Ik heb een dikke twintig jaar gitaar gespeeld. Ik heb me nog een periode op de mandoline gestort. Maar nooit had ik ervaren wat er gebeurde toen ik me voor het eerst met de ukulele bezig ging houden.
Het instrument is zo toegankelijk, dat je na een paar maanden al niet meer na hoeft te denken bij wat je doet. Je hoeft al heel snel niet meer in lastige akkoorden en toonladders te denken, waardoor je alleen nog maar muziek maakt. Muziek mág maken. Dat is een vrijheid die ik nooit eerder had beleefd.

Die vrijheid gaat trouwens verder.
Vrijheid om alles te spelen waar je zin in hebt. Binnen de ukulelewereld valt vooral op dat er geen opgelegde genres of stromingen zijn. Op festivals en meetings wordt gewoon alles gespeeld en alles meegespeeld. De één vindt oude jazz leuk. De ander gaat voor de meezingers. Weer een ander wil rocken. En dan zijn er weer die de virtuositeit in het spel zoeken. Maar samenspelen en zingen ze gewoon alles mee. En als er een podium is, staat daar net zo goed een beginner zijn eerste liedje te spelen als dat briljante, ervaren spelers hun kunsten vertonen.

Over briljante en ervaren spelers gesproken! Terug naar mijn favoriete onderwerp. Ik dus! En mijn maat Andre!
Sinds een dik halfjaar vormen wij Ukulele Duo The d'Ukes. Aanraakbaar, beluisterbaar en boekbaar. Na eerst een paar maanden opbouw van repertoire, een aantal succesvolle optredens en regionale radioaandacht zijn we zover: we gaan internationaal! Van 22 tot en met 24 juni betreden wij het podium op het internationale ukulelefestival Le Fiul in Lerrain.

Als voorproefje hieronder een compilatie van ons optreden op het Leidse Bluegrass Pincking Party en een eigen compositie van ondergetekende. Voor meer informatie over het festival in Lerrain verwijs ik graag naar: Festival de Ukulélé de Lerrain 2012