De mens is een Zielenpoot

Mijn voeten spreken. Het is eng hoeveel ze zomaar over mij vertellen, vooral aan wildvreemden. Het gaat niet zozeer om de schoenen die eromheen zitten, hoewel mijn vrij nieuwe sportschoenen van een gemiddeld merkje laten zien dat ik een praktische korteafstandswandelaar ben met een studentikoos budget. Die vuile veeg op de neus van de rechterschoen verraadt dat ik te lui ben om het schoon te maken. Dat boeit me niet zo. Dat is maar een momentopname. Wat ik écht erg vind, is dat mijn voeten mijn diepste geheimen blootleggen. Zelfs de geheimen waar ik niets van wist.

Mijn mond praat, maar mijn voeten vertellen de waarheid. In de wachtkamer bij de tandarts voerde ik op luchtige toon een gesprek. Andere mensen schoven heen en weer op de stoel, lieten net te vaak te korte lachsalvootjes horen of kuchten ongemakkelijk om de gespannen sfeer te ontladen. Ik dacht dat ik mijzelf volledig onder controle had. Maar mijn linkervoet wiebelde als een metronoom heen en weer. Ik kon het niet langer beheersen. De zenuwen ontglipten mijn lijf via mijn voet.

Een andere dag was ik bij de bloedbank. In een lange rechthoekige ruimte stonden de stoelen allemaal tegen de rand opgesteld. Hoewel ik maandelijks een hoeveelheid plasma doneer, kon ik ook dit keer het lachje, de foute grapjes en mijn stopwoordjes niet onderdrukken. Ontspan, ontspan, dacht ik weer. Even later zat de naald erin. Niets aan de hand. Helemaal ontspannen. Ik keek om mij heen en zag de andere donoren ook op hun stoel liggen. En allemaal hadden zij de benen op enkelhoogte gevouwen! Ik vond het stom, dus legde ik mijn benen naast elkaar. Maar iedere keer als ik niet op mijn benen lette, kruisten ze zichzelf weer. Ik kon er niets aan doen! Hoe stom ik het ook vond, mijn voeten waren sterker dan ikzelf.

Natuurlijk was het territoriumdrang. Ik ben een kuddedier. Wij zijn allemaal kuddedieren. Iedereen moet zijn eigen kleine plekje beschermen en zijn veilige bubbel in stand houden. Bij de tandarts en de bloedbank zegt het instinct dat je in gevaar bent. Maar ook in de trein en andere plaatsen waar veel mensen bijeenkomen die elkaar niet kennen, vinden vele voetgevechten plaats. Oogcontact is te bedreigend, er wordt niet gesproken. Maar in de beenruimte van een bus of trein vindt het territoriumgevecht plaats. Mensen spiegelen elkaar om aardig gevonden te worden en de bedreiging weg te nemen. De een maakt zich groot, de ander maakt zich als reactie daarop klein en onbeduidend. Benen wijd, benen over elkaar, benen weggevouwen tegen het net te kleine prullenbakje. Onmerkbaar doen onze voeten al dit werk voor ons.

De échte geheimen gaan nog dieper dan het territoriumgedrag. De stand van de voeten geeft een volledige inkijk in de persoonlijkheid van de eigenaar. Als ik in rust sta, staan mijn voeten vaak recht vooruit. Vrij neutraal. Gewoon. Ik ben onzichtbaar. Naar buiten wijzende tenen behoren tot dominante voeten, net zoals naar binnen wijzende tenen op onderdanigheid wijzen. "Je doet me niks!" "Doe je me niks?" Mijn tenen voeren de toon van het gesprek, en maken mij zonder dat ik het weet duizendmaal onbelangrijker dan ik eigenlijk wil zijn.

Mijn voeten verraden me. Ze zijn ongenadiger dan de NSB'ers van weleer, feillozer dan een leugendetector en manipulatiever dan een goede toneelspeler. Mijn voeten vertellen je keihard wat ik van je vind. In een kringgesprek wijst mijn voet waarop het minste gewicht staat, altijd de interessantste persoon van dat moment aan. Is het gesprek vreselijk, kijk dan niet naar mijn lieftallige gezicht, maar naar de voet die naar de uitgang wijst. Dát is de waarheid. Dát is mijn geheim, wat ik je nooit in je gezicht zou zeggen.

Volgens de Romeinen zat de ziel van de mens in het hoofd, waar het volgens de rede kon beslissen over goed en slecht. Volgens het christendom zit de ziel in het lichaam, waar het de ware persoonlijkheid voorstelt. Weer een ander draagt de ziel onder zijn arm, maar dat zijn mensen die je niet tegen wilt komen tenzij je er geld aan verdient als psycholoog. Maar het hoofd praat alles goed, het hart houdt zich verborgen en onder de arm is vooral veel lege ruimte dat naargelang de persoon gevuld kan zijn met een bepaald odeur. De ware aard van iemands denken en doen zit in zijn voet; een betere kijk in de ziel is er niet. De mens is een zielenpoot.