Jolijt en leut met Wordfeud


Vroeger deden wij veel spelletjes als gezin. Ik ben opgegroeid met spellen als sjoelen, ganzenborden, monopoly, rummykup en scrabble. En vooral scrabble vond ik heerlijk om te doen. Mooie combinaties van woorden maken, hopen op nét die ene letter waardoor je je plankje kon leegspelen... Omdat ik altijd al dol geweest ben op taal, behoorde dit soort spellen tot mijn favorieten. Monopoly speelde ik mee om mijn gezinsleden een plezier te doen, maar ik kon vaak een diepe zucht niet onderdrukken. Wat duurde het ook eeuwenlang, voordat dat spel was uitgespeeld!

Toen ik zelf een gezin kreeg, deed ik met mijn kinderen ook veel spelletjes van vroeger. Mens-erger-je-niet, pim-pam-pet, memory, en toen ze wat groter waren, introduceerde ik natuurlijk ook scrabble. Ze vonden er niet zo veel aan. "Ouwe-lullen-spel," concludeerden ze, dus lag het scrabblespel ongebruikt in de kast. Behalve als mijn moeder kwam logeren, dan speelden wij menig spelletje aan de eethoektafel. En natuurlijk kwamen de kinderen er dan wel wijsneuzerig bijzitten om commentaar te geven. "Je had daar een veel langer woord kunnen leggen, mam! Dan had je ook nog dubbele woordwaarde gehad!"

Een kleine twee jaar geleden schafte ik een mobieltje aan met ook een internetabonnement. Mijn jongste zoon vroeg vaak, of hij een spelletje mocht downloaden. AngryBirds, dat was het helemaal. Ik probeerde het spelletje een paar keer uit, en ondanks de waarschuwingen van mijn zoon dat het uiterst verslavend zou zijn, deed het me niet zo veel. Wel grappig, leuk vormgegeven en zo, maar eigenlijk vond ik het maar zonde van mijn tijd.

Maar nu heeft een spelletjesvirus mij toch in zijn greep gekregen: Wordfeud. Hoe is het toch mogelijk, dat het spel scrabble ineens helemaal hot is? Voor mij was het nog steeds hot, mijn man en ik leggen regelmatig het ouderwetse scrabblebord op tafel en proberen elkaar af te troeven met de mooiste woorden voor de meeste punten. En zelfs mijn kinderen, nu bijna volwassen, weten het spel nu wél op waarde te schatten.

Wordfeud dus. Met bekenden en onbekenden speel ik ouderwets scrabble op een nieuwerwetse manier. En het is verslavend! Mijn halve familie doet mee. Met mijn moeder in Hoogeveen speel ik regelmatig, en af en toe chatten we wat met elkaar. Ook met mijn schoonzusje uit Amersfoort heb ik al menig spelletje gedaan. Van haar kan ik het maar niet winnen, maar het verschil wordt wel steeds kleiner. Dát is denk ik ook de reden, dat ik het zo leuk vind om te doen. Het is niet nutteloos. Je kraakt je hersens. Misschien een calvinistische gedachte hoor, dat zelfs een spelletje ‘nuttig' zou moeten zijn, maar zo steek ik nou eenmaal in mekaar. Als ik een hele avond het spelletje Angry Birds zou spelen, dan zou ik het als een verloren avond beschouwen. In diezelfde tijd had ik een leuk gesprek kunnen voeren, een goed boek kunnen lezen, een cryptogram kunnen maken. Zaken die je iets opleveren. Met Wordfeud heb ik dat ook. Ik merk, dat ik vergeten woorden weer onthoud, zoals de woorden ‘jolijt' en ‘leut'. Ik weet steeds meer toepassingen voor de lastige letter ‘Q', of voor de ‘Y'. En daar leer ik van. Af en toe hoor ik mijn hersens kraken, bij wijze van spreken.

Niet alleen mijn hersens kraken, 's morgens kom ik ook gebroken uit bed. Steeds maar in dezelfde houding zitten is niet zo goed voor mijn lijf en leden. Vanmorgen was ik stijf en stram, maar na een stevige massage van manlief kon ik toch redelijk gerepareerd weer aan het werk. Rustig aan dus maar, met dat Wordfeud!

Gisteravond had ik dertig tegenspelers. Want het geduld dat ik wel kan opbrengen tijdens een spelletje scrabble, vind ik lastig met Wordfeud. Als mijn man en ik zitten te scrabbelen, en hij denkt lang na, dan neem ik nog een blokje kaas, staar naar mijn letters, zing zachtjes mee met de muziek, maar je bent in prettig gezelschap, dus het wachten deert me dan niet. Bij Wordfeud heb ik dat wel. Als de ander aan de beurt is, dan weet ik natuurlijk ook niet, of die persoon nog wel aan het spelen is. Misschien heeft mijn tegenspeler bedacht om even bij een vriend aan te waaien, of staat er een vergadering op het programma, soms duurt het meer dan twee dagen voordat je tegenspeler weer tijd heeft! En voor mij geldt natuurlijk hetzelfde: overdag, als ik aan het werk ben, dan staat mijn mobieltje uit, en houd ik me met andere zaken bezig. Dat vindt mijn baas wél zo prettig. Maar als ik thuiskom, en op de bank de verhalen heb uitgewisseld met mijn man, en hij de keuken ingaat om lekker te koken voor ons beiden, ja, dan vind ik het heerlijk om een potje WordFeud te doen.

Ik vind het leuk om met mijn dierbaren te WordFeuden, maar met onbekenden, dat heeft ook wel wat. Daar word ik nieuwsgierig van. Als er dan aan de ‘t' van mijn woord ‘hijgt' het woord ‘beft' wordt gelegd, en iemand chat: ‘Exusez le mot', dan vind ik dat grappig. En dan vraag ik me af: is dit nou een jong of een oud iemand? Sommige mensen hebben een profielfotootje, maar zó klein, dat je amper kan onderscheiden wat er op de foto staat.

Het viel trouwens nog niet mee om een nickname te bedenken die nog niet bestond. Zelfs Zonnetje40 was al vergeven. Aan wie, potverdorie! Geef me mijn naam terug! Wat ik ook probeerde, mijn eigen naam, nicknames die ik in het verleden gebruikte, geboortedatum achter mijn naam, steeds kreeg ik de melding, dat er al iemand was die zich met deze naam had geregistreerd. Tenslotte heb ik in een melige bui de naam Dyslect44 aangemaakt. En die bestond nog niet. Ook lekker laagdrempelig voor mensen om mij uit te nodigen voor een potje WordFeud. ‘Iemand met de naam Dyslect44? Nou, die zal er niet veel van bakken!' Hierbij daag ik je uit! Nodig me uit, en dan zullen we eens even zien, wie de sterkste is!

Wat zou trouwens het volgende zijn wat er wordt bedacht? Sjoelen op je Ipad of mobieltje? Ach, misschien is dat er ook al lang. Zitten we straks massaal in treinen en trams te sjoelen. Of te yahtzeeën, met virtuele dobbelstenen. Wie weet!

Voorlopig houd ik het bij Wordfeud. Ook als ik niet Wordfeud, Wordfeud ik. Kijk ik naar een film, en lees ik de ondertiteling, dan denk ik steeds: ‘Mooi woord voor WordFeud. Zeven letters, dus vijftig punten bonus.' Het moet toch niet gekker worden? Ik val 's avonds wel lekker snel in slaap. Vroeger moest ik schapen tellen om slaperig te worden, tegenwoordig bedenk ik zeven-letterige woorden. Hee... Daar bedenk ik me ineens iets. Schapen! Misschien krijg ik morgen die zeven letters wel op mijn plankje...