Een goed begin van zaterdagnacht

Eindelijk was het zes uur geweest. Peter Sokken had de hele week op dit moment gewacht. Na ruim 40 uur achter zijn bureau was het tijd om weekend te gaan vieren. Hij liep stoïcijns langs de collega's die in de kleine kantine een biertje stonden te drinken. Ze hadden hem al gevraagd of hij ook een pilsje wilde en hij had min of meer beleefd geweigerd. Iemand riep nog prettig weekend maar Peter had niet eens door dat het tegen hem werd was.

Thuisgekomen van zijn werk leegde Peter de brievenbus. De enige brief was voor de bijna anderhalf jaar geleden overleden vorige bewoner. De nabestaanden hadden haast gehad het huis te verkopen, maar even de verschillende lidmaatschappen van kerk, alumi-vereniging en de halfjaarlijkse brillencontrole opzeggen was teveel moeite geweest. 'Gaat het leven van die man nou nooit voorbij,' dacht Peter. Hij gooide de brief bij het oud-papier en liep naar de koelkast voor een welverdiend flesje bier.

Twaalf flesjes en een karige maaltijd later ging Peter naar bed. Het was een drukke week geweest en morgen zou de zon schijnen. Met het heerlijke vooruitzicht van een rustig dagje sliep hij in.

Er werd geklopt. Peter snapte niet wat er aan de hand was. Hij woonde alleen en er kon niemand zijn woning binnen zijn gekomen. Alle deuren zaten op slot. Toch hoorde hij kloppen. Het geluid kwam dichterbij en ging over in een soort schuren. Hij besefte dat hij tussen droom en waken van een vreemd geluid een nog vreemder geluid had gemaakt. Met een lichte hoofdpijn van het bier van de vorige avond stond hij op. Buiten hoorde hij stemmen.

"Je moet even wachten," de buurvrouw was een best lekker wijf met een nare stem en een nog naarder inborst, "ik ben even aan het kijken hoe je moet beginnen."
"Gewoon, hier." En het schurende geluid begon weer. Peter keek uit het raam en zag het tafereel wat hem te vroeg gewekt had. In de tuin naast hem stond de buurman met een schuurmachine in de hand. Hij probeerde de oppervlakten van een donkerbruine kast te schuren maar werd weggetrokken door zijn vrouw. Die had een schuurpapiertje vast en wilde eerst de hoekjes doen.
"Eerst de kantjes en hoekjes," ze duwde de buurman nog verder weg. Het geluid stopte en de buurman stond met de schuurmachine in de hand te kijken hoe zijn vrouw met een idioot klein papiertje nutteloos aan het vegen was over de bruine kast. De lul had nou eenmaal niks te vertellen en dus keek hij toe.

Peter strompelde naar beneden. Hij had écht goede koppijn van de alcohol van gisteren en het lawaai van de buren. Gelukkig was het stil zolang de buurvrouw met haar papiertje bezig was. Peter liep naar buiten en ging op een stapeltje tegels bij de schutting staan.
"Kan het iets zachter?" Vroeg hij aan de buren. "Het is nog vroeg."
De twee keken even zijn kant op.
"Nou, dat valt wel mee hoor," schelde de snibbige stem van de buurvrouw, "normale mensen zijn allang op op dit uur van de dag."
"En schuren gaat nu eenmaal niet zo zachtjes," vulde de buurman aan, waarna hij de schuurmachine weer op het hout zette. Dit keer werd hij niet weggetrokken door de buurvrouw.

De hele dag ging het zo door. De buren ruzieden in de tuin, en na acht uur schuren was de kast nog net zo lelijk als die ochtend. 's Avonds stond Peter met zijn verrekijker, vanuit zijn badkamer de tuin van de buren in te kijken. Zijn buren zaten in de tuin met een fles wijn. Hij kon goed horen wat er in de stilte van de avond gezegd werd.
"Rustig kan het hier zijn, hè? Heerlijk!" Haar stem klonk minder scherp dan normaal.
"Na een dagje hard werken is het goed rusten," beaamde de buurman, "wil jij nog een glaasje wijn."
"Een halfje," antwoordde de buurvrouw dreigend, "het is niet de bedoeling dat we teveel drinken, hè?"

Peter liep naar het kleine kamertje naast de badkamer. Zijn wasmachine was klaar en de spullen konden de droger in. Hij wist best dat zijn buren dit vervelend vonden. De slang van de droger hing door het raam naar buiten zodat de buren zowel in de tuin, als in de slaapkamer die tegen het kleine kamertje aan lag, het vervelende gezoem goed konden horen. De buurman had al eerder op de stoep gestaan met de vraag of de droger alleen aan kon als zij niet thuis waren. Het verpestte hun avond en ze konden er niet goed door slapen.

De knop van de droger stond nog op het droogprogramma dat drie uur duurde. Hij wist precies wat er zou gaan gebeuren. Over een klein kwartiertje zou de buurman door de buurvrouw naar hem toe worden gestuurd om te klagen. Met een gevoel van tevredenheid liep hij naar de voordeur. Het was een prachtige avond voor een wandeling. Peter had helemaal geen zin om te reageren op de deurbel. Hij ging veel liever in de kroeg zitten.