Onverstaanbare Denen

Op uitnodiging van een vriend verbleef ik afgelopen week twee dagen in een klein, afgelegen dorpje in Denemarken. Hij had een jaar in Nederland gestudeerd, waar ik hem heb leren kennen, en daarna keerde hij terug naar zijn vaderland. De laatste keer dat ik hem zag was tijdens een bezoek van hem aan Nederland, dus nu was het mijn beurt zijn kant op te reizen.

Na een paar uur reizen kwam ik het land binnen. Ik blijf het apart vinden: altijd als ik in een ander land kom, hoe dicht het ook bij Nederland ligt, ik voel meteen dat ik niet meer in Nederland ben. De natuur, de omgeving, de mensen, en daarmee natuurlijk ook de taal, zijn compleet anders dan ik gewend ben.

In het dorpshuis die avond kwam ik al snel achter die taalbarrière: ik kende niemand, ik verstond niemand, en dus kon ik met niemand makkelijk een gesprek aanknopen. Zo af en toe had ik een korte conversatie in het Engels, maar vaak kwam er dan iemand anders bij die weer in de eigen taal begon, en was ik het gesprek weer kwijt. Ja, de taal lijkt wel wat op het Nederlands, maar ze praten zo snel, dat valt niet te volgen. Gelukkig werd er op het podium wat opgevoerd waarvoor ik de taal niet hoefde te verstaan, dus ik vermaakte me daar wel mee. Bovendien schenken ze in Denemarken ook gewoon bier.

Van dat laatste hebben we later die avond dan ook maar goed gebruik gemaakt. Ik was in een ander land, dus dan moet je natuurlijk even kijken in de plaatselijke kroeg. En daar was het precies hetzelfde als in het dorpshuis: prima bier, maar onverstaanbare mensen. Volgens mij heb ik heel veel goede grappen gemist, want het gebeurde vaak dat een gesprek in het Deens overging in massaal gelach aan de tafel waar we zaten. Jammer, want gezien het lachvolume waren het echt goede grappen. Ik kan u ze dus helaas niet navertellen.

Ergens in de nacht, het zal rond twee uur zijn geweest, verlegde de aandacht zich naar de muziek. De kroegbaas had er zelf blijkbaar zin in, want hij opende de karaoke. Niet heel goed, maar zolang hij het naar z’n zin had en ons sponsorde met wat kannen bier, hadden wij het ook naar onze zin. En de muziek was veelal in het Engels, waardoor ook ik me steeds meer begon te vermaken in Denemarken.

Maar helaas, zoals wij in Nederland Frans Bauer hebben, bleken ze in Denemarken ook dergelijke ‘artiesten’ te hebben. Iedereen brulde uit volle borst mee, maar ik verstond er niets van en kon dus ook niet meebrullen. Blijkbaar keek ik daar op dat moment verveeld bij, want mij werd, in het Engels, gevraagd of ik me wel vermaakte en waarom ik zo chagrijnig keek. Ik besloot in het Nederlands te antwoorden: “Ja, maar ik versta er geen reet van.” Ze keek me vragend aan. “Ja, dat bedoel ik dus!”

Goed, elk verhaal hoort natuurlijk een uitsmijter te hebben, dus bij deze: de kroeg ging dicht, we werden buiten gezet en konden naar huis.

---
Noot van de schrijver: bovenstaand verhaal is op waarheid gebaseerd. Voor het echte verhaal dient u het nog eens te lezen, en dan Denemarken te vervangen door Friesland en Engels door Nederlands.