Een prijs voor vrede

Xessive stuurde via de submit de volgende column in:

Van de week is de Nobelprijs voor de vrede weer uitgereikt. Aan drie vrouwen ditmaal. Ellen Johnson Sirleaf, presidente van Liberia, haar landgenote Leymah Gbowee en de Jemenitische activiste Tawakkul Karman. Zij ontvingen de Nobelprijs voor hun strijd voor 'mensenrechten in het algemeen en voor gelijkheid voor vrouwen en voor vrede in het bijzonder'.

Het deed mij weer denken aan Irena Sendler. Irena was een Poolse sociaal werkster en was in de Tweede Wereldoorlog lid van het Poolse verzet. In 1942 stichtten de nazi's een Joods getto in Warschau. Irena bezocht het getto dagelijks met een pas die ze kreeg van het ‘beheer departement epidemieën’ en haar bezoek werd toegestaan door de nazi’s, die bang waren dat ziektes zich buiten het getto zouden verspreiden. Ze bracht medicijnen en kleren naar de Joden in het getto, maar met meer dan 5000 doden per maand door ziekten en honger was het een onhoudbare situatie. Het verzet, en met name Irena begon jonge kinderen en baby’s uit het getto te smokkelen. Tussen 1942 en 1943 hielp Irena meer dan 2500 Joodse kinderen ontsnappen uit het getto. De kinderen werden verstopt in jute of lijkzakken, soms begraven onder goederen, meegenomen in gereedschapskisten, lijkkisten of aardappelzakken. Alles werd gebruikt om de baby’s en jonge kinderen het getto uit te krijgen. Het gevaar voor eigen leven - in Polen stond de doodstraf op het helpen van Joden - was voor Irena nog niet eens het moeilijkste. Het zwaarste was het verdriet van de ouders die hun kinderen opgaven. “Kun je ons garanderen, dat mijn kind blijft leven?” was een vraag die Irena regelmatig kreeg en haar antwoord was altijd hetzelfde: “ik kan je garanderen dat je kind sterft als het hier blijft.” Irena gaf in haar latere leven toe dat ze in haar dromen nog het huilen van de kinderen hoorde, die gescheiden werden van hun ouders. De meest actieve hulp ontving ze van de kerk, die alle kinderen opnam, ze een nieuwe identiteit gaf en onderbracht bij Poolse families, in weeshuizen of in kloosters. Van alle kinderen die zo ontsnapten, werden de officiële namen en nieuwe locaties begraven in glazen potten, om ze zo na de oorlog weer te kunnen verenigen met hun familie. In oktober 1943 werd Irena gevangen genomen door de Gestapo. Ze werd zwaar gemarteld, maar weigerde de namen van de families prijs te geven waar de kinderen waren ondergebracht. Uiteindelijk werd Irena ter dood veroordeeld. De Poolse ondergrondse wist haar, door Duitse wachters om te kopen, vrij te krijgen. Ze bracht de rest van de oorlog, kreupel van de martelingen, ondergedoken door, maar bleef zich inzetten voor de Joodse kinderen.

Na de oorlog hielp Irena alle begraven potten met de gegevens van de kinderen verzamelen. Helaas bleken bijna alle ouders van de geredde kinderen de oorlog niet te hebben overleefd. Ik ken het verhaal van Irena, omdat zij in 2007 genomineerd werd voor de Nobelprijs voor de vrede. Ze kreeg de prijs uiteindelijk niet. Wie wel? Al Gore vanwege zijn powerpoint-presentatie over global warming. Ik vond het onbegrijpelijk en de Nobelprijs verloor voor mij op dat moment alle waarde. Het was Irena zelf die mij echter aan het denken zette. Want ondanks alles wat ze gedaan heeft, zag ze zichzelf niet als een held en zei ze: “Ik had meer kunnen doen. Daar zal ik spijt van hebben tot aan mijn dood.” Haar woorden klinken mij vreemd in de oren. Hoe kan iemand, die zoveel gedaan heeft, tegen zo’n hoge prijs, met zo’n resultaat, zichzelf niet in ieder geval enige eer geven? Het antwoord is waarschijnlijk dat er momenten moeten zijn geweest waarin ze keiharde beslissingen heeft moeten nemen. In zo’n situatie kan dat bijna niet anders. En als je daarop terugkijkt, kan ik mij voorstellen dat met sommige beslissingen moeilijk te leven is. Het zal het Irena daarom weinig gedaan hebben dat ze de Nobelprijs niet kreeg. Haar leven draaide niet om erkenning. Ik vermoed dat ze liever zou hebben dat mensen beseffen waar één persoon toe in staat is, die onder onmenselijke omstandigheden, zijn menselijkheid weet te behouden. Vandaar dit stukje. Want sommige daden mogen nooit vergeten worden. Nobelprijs of niet.

“Every child saved with my help is the justification of my existence on this Earth, and not a title to glory.” Irena Sendler (1910 – 2008)