Tuuuuuut


(Bellen)

Wat erg. Ik moest haar nummer opzoeken. Waarom kende ik het niet meer uit mijn hoofd? Ik kan me zo veel herinneren. Haar sproetjes. Hoe zweet op haar neus parelde, als ze zich had ingespannen. De manier waarop haar haren terugvielen wanneer ze haar hand erdoor had gehaald. Hoe haar tong over haar bovenlip flitste wanneer ze chocolademelk had gedronken. Hoe lang is het geleden? Ik weet alles nog. Maar haar telefoonnummer is me ontglipt. Tjee...

Tuuuuut.

Hallo? Hallo? Ben jij het? Met mij. Oh. Niemand. Kiestoon.

Ik was haar nummer vergeten. Zou ze de mijne ook vergeten zijn? Zou zij mij vergeten zijn? Jaren heb ik niets meer van haar gehoord. Nooit heeft ze mijn nummer opgezocht. Of in ieder geval niet gebeld. Zou ze het nog weten? Toen. Die dagen vol poëzie en proza. Al kon ik toen nog geen zin recht schrijven. Ze was alles wat ik had. Ik was alles wat zij had. Er was geen morgen. Dat was ook niet nodig.

Tuuuuut.

Het is tien jaar geleden. Misschien zelfs meer. Of het is nu tien jaar later. Zou ze het zich nog herinneren? Zou ze willen afspreken voor een kopje koffie? Of drinkt ze nog altijd geen koffie? Alleen maar geurige thee uit mokken zo groot als haar hoofd? Zou ze willen afspreken? Zodat we het er nog eens over kunnen hebben.

Tuuuuut.

Zal ze mijn stem nog kennen? Zal ze mijn stem nog herkennen, wanneer ik vecht tegen de tranen? Wat moet ik zeggen? Hoe is het met je man en met je kinderen? Moet ik tegen haar liegen en zeggen dat het fijn is dat ze iemand heeft gevonden bij wie ze zich veilig voelt?
We waren zo jong en dwaas. Ik ben een stuk ouder nu. Zij ook. Nu zijn we volwassen. Geworden wat we nooit hadden mogen worden.

Tuuuuut.

Wat als ze opneemt? Wat moet ik dan in vredesnaam zeggen? Weet ze nog hoe onze dagen waren? Hoe we samen waren? Zou ze het nog weten? Die dagen vol poëzie en proza. Al kon ik toen nog geen zin recht schrijven. Ze was alles wat ik had. Ik was alles wat zij had. Er was geen morgen. Dat was ook niet nodig. Want het enige wat telde was dat moment.
Waarom heb ik dit niet voorbereid? Waarom weet ik nog niet wat ik moet zeggen? Waarom ben ik nog altijd zo impulsief? Dat was ik vroeger al. Toen ik nog bezig was een man te worden. Ik moest nog een man worden. Het kind nog afschudden. Daarom konden en mochten we...

Tuuuuut.

Zou ze weten dat ik eigenlijk altijd van haar gehouden heb? Ook in alle jaren dat ze weg was. Vanaf de eerste dag. Tot nu.

(In de telefoon) Wat ik zei?

Dat ik eigenlijk al die jaren... oh kut.

(Ophangen)