Tegenstanders gezocht!

Kanaat - nee, geen typefout - ooit van gehoord? Het betekent, en ik citeer: een door een Khan geregeerd Centraal-Aziatisch feodaal vorstendom. Da’s goed om te weten, hè? En taxa dan? Dat is het meervoud van taxon, een taxonomische eenheid of taxonomische groep, oftewel een groep organismen die door een taxonoom geacht worden een te onderscheiden eenheid te vormen. Ja, echt. We doen er nog een: qat. Qat is een licht stimulerende drug, het blad van de gelijknamige plant. Je wist het niet, hè? Zit ik hier gauw even wat gaten in je algemene ontwikkeling voor je te dichten. En dat allemaal dankzij de elektronische versie van mijn meest favoriete spel aller tijden. Is het niet geweldig? O, en geen dank.

Hoe vaak heb ik niet met die welbekende donkergroene doos in mijn handen gestaan? En hoe vaak ben ik niet afgescheept met smoezen als ‘ik heb mijn bril niet bij me’, ‘ik heb zo een afspraak bij de dokter’ en ‘ik ben analfabeet’? Ik heb gedomme speciaal kinderen op de wereld gezet in de hoop dat, als ik maar lang genoeg zou wachten, ze dan vanzelf een leeftijd zouden bereiken waarop ze het tegen mij op konden nemen in het nobele scrabble-spel. Maar helaas, ook de nazaten waren altijd druk, ziek, zwak of misselijk en het groen gedoosde beduimelde spel, met slechts mijn vingerafdrukken erop, staat al meer dan tien jaar stof te verzamelen in een kast op zolder. Arme ik.

Jarenlang moest ik met lede ogen aanzien hoe mijn vocabulaire, bij gebrek aan oefening, verstofte en verstokte, hopeloos verouderde en degenereerde. Idioom, jargon en woordenschat zag ik zo uit mijn handen glippen. Tot stof, tot as, verpulverd, vergaan. Ik heb er gewoon geen woorden voor. Maar als de nood het hoogst is, is de redding nabij en die redding kwam uit onverwachte hoek.

Geen opvouwbaar stevig kartonnen speelbord, geen houten letterblokjes, geen hardplastic standaardje waar zeven letters op passen en geen zandloper. En zelfs geen – godbetert - lijvige naslagwerken om de woordenstrijd te beslechten. Wel een schermpje met zo veel mogelijk pixels en een paar lenige vingers. De moderne variant van scrabble heet wordfeud en wordt gespeeld met smartphones.  En laat ik die nu, dankzij een vrijgevige provider, ook één bezitten.

Ik blijk niet de enige te zijn met heimwee naar de bordspelklassieker. Nu de stoffige doos een hippe, digitale opvolger heeft, komen ze uit hun holen gekropen, de letterleggers, de woordenwisselaars. Overal verschijnen oproepjes van wordfeuders op zoek naar tegenstanders. Op Twitter, op Facebook; de revival van hét woordspel is onstuitbaar. En dat is natuurlijk een goede zaak. Spellen met die handel, graven in die woordenschat! Ik zeg: alle middelbare scholieren verplicht wordfeuden met hun leraar Nederlands en er is weer hoop voor de Nederlandse taal.

Voor mij is een langgekoesterde wens uitgekomen. Voorbij zijn de tijden van smeken en leuren. Dankzij de digitale snelweg heb ik altijd mijn scrabble-bord op zak en is er altijd een tegenstander voorhanden. En een scheidsrechter trouwens ook. Hoeven we daar alvast geen woorden aan vuil te maken.

Ik werk weer aan mijn woordenschat. De winst tot op heden: kanaat, taxa en qat. Die krijg je alvast cadeau van me. Er is vast nog veel meer woordenleuks te ontdekken, maar daar moet je wel wat voor doen. En daarom daag ik je uit: wordfeud met mij! Voeg nu de daad bij het woord en ontdek zelf hoeveel woorden je nog kan maken met een Q of een X. Laat mij letterlijk alle hoeken van het speelbord zien en ik zal je belonen met mijn origineelste woorden. Erewoord!

aankondiging columnistencabaret