Winkeliersmaffia

Je geeft ze een vinger en ze nemen je hele hand. Het begon met de centen. Nog voor de euro, echte centen dus. Die wilden ze niet meer, die winkeliers. We gaan afronden, zeiden ze. Op zich een redelijke deal. Soms heb je er als consument voordeel van en soms nadeel, maar over het algemeen genomen zal het redelijk gelijk uitkomen. Het scheelt je het gewicht van centen in je portemonee en het had als bijkomend voordeel dat iedereen meedeed zodat al die centen niet eens meer geslagen hoefden te worden. Koper is al duur genoeg.

Daarna begonnen ze te dreigen en stelden ze zich buiten de wet door bankbiljetten van duizend en ook wel tweehonderdvijftig gulden te weigeren. Weigeren! Een wettig betaalmiddel niet accepteren. En niemand die er iets aan deed. Sterker nog, het werd getolereerd door de machthebbers. Winkeliers hebben het recht, het recht!, om geld te weigeren. Ben je het er niet mee eens dan ga je maar ergens anders naartoe. Het is kiezen of delen. De machthebbers deden zelf ook vrolijk mee, met parkeermeters waar je alleen met chipknip kan betalen en de afschaffing van de strippenkaart ten faveure van de chipknip. Kiezen of delen, meedoen of oprotten.

Daarna kwam de euro en kregen we weer centmuntstukken, ditmaal één en twee centen. Al vrij snel gingen de winkeliers weer over op afronden. Afschaffen kon niet omdat het een Europese munt was. Het weigeren van bankbiljetten zetten ze gewoon voort. Tweehonderd, vijfhonderd, vaak zelfs honderd euro biljetten worden in de winkels niet geaccepteerd. Als consument moet je het maar pikken dat je al bij voorbaat als crimineel wordt aangemerkt en ze ervan uitgaan dat jouw geld vals is. En nu willen ze nog een stap verdergaan door geld helemaal af te schaffen en alleen pinnen nog toe te staan. Waar halen ze het vandaan?

Nog niet zo gek lang geleden moest je voor het pinnen van kleine bedragen extra betalen. Ook zoiets. Pinnen was een wettig betaalmiddel, maar je moest wel extra betalen als je het voor kleine bedragen wilde gebruiken. En nu, nu willen ze niets anders meer. Geen geld in de kassalade, want dat vermindert de kans op overvallen en verkleint de rijen voor de kassa's. Beide zijn drogredenen. Ten eerste de winkelovervallen. De traditionele doelwitten van overvallers, banken en benzinestations werden enige tijd geleden ingeruild voor overvallen op winkels. In 2010 was er echter een daling van het aantal overvallen met 12% ten opzichte van het jaar ervoor en de eerste vier maanden van dit jaar is er een daling van 20% ten opzichte van 2009. Het aantal winkelovervallen neemt dus af.

Snelheidswinst bij de kassa is er ook niet. De meeste mensen die voor me in de rij staan te pinnen zijn daar niet al te bedreven in. Let maar eens op, het gemiddelde scenario is als volgt. De caissière is klaar met het scannen van de boodschappen en noemt het eindbedrag. De klant hoort dit bedrag en lijkt op dat moment pas te beseffen dat er ook betaald moet worden. Met een gezucht en gesteun wordt de portemonnee gezocht in broek-, jas- dan wel binnenzak of tas. Als die gevonden is, dan is het leed nog niet geleden. De geldknip gaat open en de eigenaar kijkt erin met een blik alsof hij of zij voor het eerst de inhoud ziet.

Dit wordt versterkt door het feit dat er vervolgens driftig gezocht gaat worden naar het gewenste pasje. Tussen allerlei spaarpasjes, bonuskaarten, lidmaatschapspasjes, kortingskaarten en gruwelijke foto's van (klein)kinderen zit ergens de betaalpas verstopt. En zie die maar eens te vinden. Het lijkt me dat je dat ding regelmatig gebruikt en dat je die daarom op een vaste plaats in je portemonnee hebt gezet. Ik wel. De meeste mensen dus niet. Soms weten ze niet eens welke ze moeten gebruiken. Dan pakken ze een pasje, roepen iets als "oh nee" en stoppen hem weer terug om een andere te pakken. Waarom?

Als ze dan eindelijk de juiste pas gevonden hebben, krijg je de standaardvraag van tegenwoordig, gleuven of duwen? Oftwel moet de chipknip of de magneetstrip gelezen worden? Als men daar eindelijk achter is, kijken ze vaak eerst nog even op het display van de kassa om te zien om welk bedrag het gaat, alsof de hoogte daarvan ze zou doen besluiten alsnog op een andere manier te betalen. Als er dan gegleufd of geduwd is, komt het angstige moment van de pincode intoetsen. Het blijft voor veel mensen vreselijk eng om op een publieke plaats zijn of haar pincode in te toetsen.

Dat heb ik zelf ook, maar dat komt omdat ik dan vaak aan Rob de Nijs moet denken, dat bejaarde fietsenrek die afgelopen weekend een Edison heeft gekregen omdat hij de beste mannelijke artiest van het afgelopen jaar was. Een regelrechte belediging voor al het tinnef dat de diverse "talentenjachten" die ons land rijk is, heeft afgelopen. Sinds vorige week komt daar nog het beeld bij van hem als 68-jarige die bezig is een kind te verwekken. Dat beeld heeft bij mij een acute staat van impotentie teweeggebracht waar ik voorlopig nog wel even last van heb. Het feit dat het via ivf is gegaan is geen verbetering. Iedere keer als ik een Tupperware bakje zie, lopen de rillingen over mijn lijf, maar dit terzijde.

Na drie keer het bedrag op het pinapparaat vergeleken te hbben met het bedrag op het display van de kassa wordt er dan eindelijk op OK gedrukt. Een zucht van verlichting echoot zich door de wachtende rij. Maar dan nog is het niet klaar. Dan moet de pinpas weer 'ergens' in de portemonnee weggeschoven worden, zodat ze in de volgende winkel de rij op kunnen houden met zoeken, en moet de knip weer in de tas, jas-, broek- of binnenzak gestoken worden. Pas dan kunnen ze verder gaan met het inpakken van de boodschappentas, zodat jij er nog niet bij kan en ze nog steeds de rij ophouden.

Tijdwinst? Nee dus. De enige tijdwinst die er te maken is, is geheel afkomstig van de niet verspilde rekencapaciteiten van de kassajeugd. De goeden niet te na gesproken, is wel duidelijk waar Inholland zijn populariteit vandaan heeft. Hoe vaak heb ik niet op de vraag "zal ik er twintig cent bij doen?", een verbaasde blik teruggekregen of een "hoezo?". "Nou, omdat je dan een rond bedrag terug kan geven, dat is makkelijker. Vier euro teruggeven in plaats van drie euro en tachtig cent. Bovendien maakt het mijn portemonnee minder vol en zwaar. Domme teef!" Dit laatste is dan een bijgedachte. "Oh, maar vier euro is ook geen rond bedrag hoor." Nee hoor lieverd, ga maar lekker door.

Een misschien nog wel groter nadeel is dat mijn kinderen niet meer even een boodschap kunnen doen. Ze zijn net oud genoeg om naar de supermarkt te gaan en wat dingetjes te kopen. Dat geeft ze zelfvertrouwen, maakt ze belangrijk en ze vinden het, bij vlagen, leuk om te doen. Een briefje van tien kan ik ze wel meegeven, maar ik peins er niet over om ze met mijn pinpas over straat te sturen. Ik hoop dat de winkeliers de trend om alleen pinnen te accepteren niet door zullen zetten, maar ik ben bang van wel. Als consument kun je dan weinig doen, behalve tot die tijd alle pin-only winkels links te laten liggen. Maar ik vrees dat marktwerking nu juist iets is dat hier niet gaat werken.