Ik ben depressief. Vind ik leuk.

*** Lekker dan. Heb de hele avond al last van enorme misselijkheid, diarree, ik moet overgeven en ik heb volgens mij ook flink koorts. Word er moe van. *** Mijn dochter moet in bikini de stad in. Stortregen. *** Waaaaaanneer wordt het nou eens duidelijk???? Foto's. Bloedprikken. Wat is er met me aan de hand? *** Ik ben toch echt wel echt ziek. *** Hou vol, Opie. Niet doodgaan!!! Love U *** Antibiotica. Hopelijk knap ik nu wel op. Ben d'r klaar mee. *** Laat ik het zo zeggen: mijn relatie is nogal gecompliceerd op het moment *** Ik voel me echt ellendig. Ik ben depressief. Serieus. ***

Facebook is tof. Laten we daar nou eens niet over zeiken. Of, laat ik dat iets nuanceren: ik vind het tof. Mensen van wie ik eigenlijk weinig meer weet dan hun muzikale voorkeuren tippen mij mooie plaatjes en deuntjes en ik hen; ik kan gniffelen om de babbels van mensen die ik wat beter ken; ik maak reclame voor schrijfsels; share dingen die ik indrukwekkend vind; na ieder optreden van My Morning Jacket kijk ik hun setlist even door; ik volg de reisverhalen van enkele kameraden; ik voer tamelijk oppervlakkige maar vaak geestige gesprekken met vrienden. Enzovoort.
Het is niet zo dat ik al mijn Facebookvrienden beschouw als daadwerkelijk vrienden, zeker niet. Ik ga er ook vanuit dat ze dat niet van me verwachten. Het is amusant tijdverdrijf. Toegegeven, ik besteed meer tijd op Facebook dan ik eigenlijk wil, maar ik vind het vaak leuk. Ik zie er de humor wel van in.

Wanneer we de humor er niet langer van inzien gaat het mis. Dan worden die hele sociale media verkeerd begrepen. Ik ken meerdere mensen die wild met hun hoofd beginnen te schudden zodra het woord Facebook valt. Gasten die nog voor het woord volledig is uitgesproken van wal steken om een pleidooi te houden over het belang van écht menselijk contact. Die knakkers hebben het niet begrepen. Want Facebook, Twitter of Hyves is geen substituut voor face-to-face-contact. Nooit geweest ook. Het is software om mee te communiceren. Apparatuur. Zoals een telefoon dat ook is. Ook dat is geen vervanger voor face-to-face-contact, maar een middel om contact te hebben of onderhouden. Contact op sociale netwerksites is ander contact dan contact aan de keukentafel of in het café. Het is niet de echte wereld, het lijkt er alleen een beetje op. En je bepaalt zelf hoe je de netwerken wilt gebruiken.
‘Moet dan iedere scheet die je laat gedeeld worden met de hele wereld?' Nee, je deelt je scheten met wie je dat wilt. Je bepaalt zelf wie je ‘vrienden' zijn. En als je geen scheten wilt delen, zet je ze niet online.

Maar de crux zit hem wel in die laatste zin. Wat mij betreft is er een duidelijke grens van wat je Twittert of Facebookt. Ik geloof niet dat het de bedoeling is om via sociale media kenbaar te maken dat je zit te waken bij je bijna-stervende-grootvader. Dat deel je met een paar vrienden, mensen die echt dicht bij je staan.
Die grens trekken blijkt wel echt het probleem. Mensen die (herhaaldelijk) over die grens gaan, hebben de sociale media net zo goed niet begrepen als de eerder beschreven nee-schudders. 

Wanneer is het nog grappig? Wanneer wordt het zielig? Wanneer is het nog interessant? Wanneer lees ik berichten met plaatsvervangende schaamte? Wanneer is het simpelweg aandacht vragen? Ik ken ze hoor, Twitteraars en Facebookgebruikers uit die laatste categorie. Mensen die ontdekken dat zieligdoenerij meer likes en reacties oplevert dan vertellen dat de zon schijnt in je tuin en daar stevig gebruik van maken. Zouden zij zich nou echt beter gaan voelen wanneer ze twintig keer 'Kop op, meis! Denk aan je', als reactie krijgen? Ik betwijfel het.

Ik ben voorstander van het vrij gebruiken van internet. Ook wat betreft sociale netwerken, in principe. Maar ik ben ook voorstander van verstandig gebruik van sociale media. Ik denk niet dat het verstandig is om je status te updaten met de mededeling dat je je zo depressief voelt. Herhaaldelijk melden dat en hoe je kwakkelt met je gezondheid is niet alleen onverstandig vanwege potentiële nieuwe werkgevers die even door je profiel scrollen, maar het is ook gênant als je het mij vraagt.
Ik heb zelf een duidelijke grens. Al kan ik niet precies aangeven waar die ligt. Als ik ook maar even twijfel komt het niet op Twitter. Punt. Welke WieWatWaar kan wel? Welke niet? Ik vind het vrij eenvoudig aan te voelen, maar waar ligt die grens precies? Moet je je prikbord updaten wanneer je diarree hebt? Is het erg wanneer je niet aanvoelt dat je meer last hebt van status-update-diarree dan van waterige spuitstront? Ik vind van wel. Maar waar ligt de grens. Ik vind het moeilijk. Iemand? Wat is oké? Wanneer ga je te ver?

Misschien moet ik helemaal niet zoeken naar de grenzen van wat we wel of niet mogen Facebooken. Maar moet ik omdraaien wat ik hierboven zelf schreef: Je bepaalt zelf welke scheet je plaatst. Datzelfde geldt voor lezen. Als ik er klaar mee ben dat mensen hun antibiotica-en-mogelijk-ga-ik-dood-als-het-zo-doorgaat-avonturen met me delen, kan ik ze ook gewoon ontvrienden, zoals dat charmant heet.
Theoretisch zou ik mensen ook kunnen aanspreken op hun uitlatingen, maar dat doe ik niet. Dat is meer iets voor in de echte wereld.