Plunderen zit ons in het bloed

Die Engelse plunderaars, zijn dat pure criminelen? Of is het niet meer dan logisch, misschien zelfs een beetje terecht dat kanslozen die leven in verpauperde woonwijken, gaan halen wat ook hen toekomt? Of is het een symptoom van een samenleving waarin de samenhang verdwenen en waar het ieder voor zich is? Dan zijn die plunderaars eigenlijk avonturiers die de maatschappelijke jungle in gaan en nemen wat ze nodig hebben. Of is het banaal jongetjesgedrag? Alleen een graadje erger omdat ze voor galg en rad opgegroeid zijn. Slecht voorbeeld doet slecht volgen.

Het waren misschien niet meer dan een paar duizend rouwdouwers die een paar grote steden op hun kop zetten. Maar dat het altijd een minderheid is die in actie komt, wil niet zeggen dat het probleem zich daartoe beperkt. Tussen de hersens van aanvoerders van een volksbeweging, die van belhamels, die van avonturiers en die van criminelen zijn meer overeenkomsten dan je op het eerste gezicht zou denken. Het zijn allemaal doeners. Doeners doen wat anderen ook wel gewild hadden, als ze durfden, als ze meer doorzettingsvermogen hadden, als ze minder te verliezen hadden. Achter de plunderende en brandstichtende rouwdouwers voor wie zelfs een mensenleven nauwelijks telt, staan heel wat sympathisanten. Hoe vager je sympathie definieert hoe groter hun aantal.

Alle in het begin opgesomde verklaringen hebben eigenlijk veel gemeen. Er is weinig nodig om een mens te laten ontsporen. Als hij zich maar een vijandbeeld weet voor te spiegelen. Niets is eenvoudiger, de vijand is iemand die anders is dan je zelf bent, het kleinste verschil volstaat. Andere godsdienst, andere seksuele geaardheid, andere kleur of een iets dikkere (of dunnere) portefeuille. De intuïtie is aangeboren, een kind dat 'anders' is wordt meedogenloos gepest door leeftijdsgenootjes. Jong geleerd, oud gedaan. En als er geen verschillen zijn worden ze wel bedacht; alle voetbalhooligans zijn hetzelfde, alleen hun club is anders. Om los te gaan is er nog een aanleiding nodig en een rechtvaardiging. Een stok om de hond te slaan is er altijd, een verhaaltje dat snode plannen rechtvaardigt is zo uit de mouw geschud. Zo arm waren die plunderaars niet eens, of waren de smartphones waarmee de aanvallen werden gecoördineerd ook gejat? En wie een breedbeeld-tv of flessen champagne rooft heeft kennelijk geen honger. Vooral die miljonairsdochter niet die vrolijk mee plunderde. Soms is er zelfs geen vijandbeeld nodig. Gelegenheid maakt de dief.

De gemiddelde Duitser, de gemiddelde Nederlander en de gemiddelde Fransman verschillen tegenwoordig minder van elkaar dan de bewoners van aangrenzende wijken in een middelgrote provincieplaats. Terwijl op supranationaal niveau eenheid wordt gesmeed, ondanks het gespartel van de tegenstanders lijkt Europa onafwendbaar, valt de samenleving aan de onderzijde uiteen in (sub)culturen, (rand)groepen, jeugdbendes. De stammencultuur is terug van nooit weggeweest en zoals we weten uit de geschiedenisboekjes zijn stammen pas stammen als ze elkaar de koppen inslaan.

Ook in Nederland wemelt het van de stammen. Ten eerste natuurlijk die van Henk en Ingrid, met stip op 2 die van de nieuwe, meestal lichtgetinte Nederlanders, die weer verder uiteenvalt in Marokkanen, Turken en alle andere smaken. Verder de stam van de goed opgeleiden, die van de uitvallers, die van de jongeren die altijd hun plaats bevechten op de stam van de ouderen, goedschiks of kwaadschiks. Stammen in deze tijd zijn vaak flash mobs. De Ajax hooligan die op zondag onherkenbaar met een sjaal voor zijn gezicht er eentje van PSV molesteert is op maandag weer gewoon zijn collega. Kutmarokkaan zijn is evenmin een fulltime job. En de klant van vandaag komt morgen terug om te plunderen. Wie geen vijand heeft, verzint er één, als het zo uitkomt. Ongekend? Ach, de oude Romeinen waren de specialisten: Homo homini lupus est!* Kunnen we dan niets doen? De verschillen klein houden misschien? Een paardenmiddel, geen wondermiddel.

*voor de stam van de minder goed opgeleiden: 'De mens is de mens een wolf'