Volgens mij is het uit

In de Drekstier was het rond deze tijd bijna leeg. De eigenaar, een vrolijke Brabander met een enorm drankprobleem, bleef open tot hij en zijn personeel te laveloos waren om nog te bedienen. Vaak was de deur al op slot, maar voor mij maakte hij altijd een uitzondering. Ik ging er altijd heen als ik mijn maten had gedumpt in onfrisse kroegen als het Tonnetje. Binnen zat de stemming er goed in. Tot diep in de nacht waren Cobi en ik in gesprek over de bloem van de negerin in Center Parcs en de zin van het leven. Tegen de ochtend kwamen we buiten.

De hernieuwde vriendschap, die wederom per toeval was ontstaan, bleek langduriger dan de eerste. Cobi was voor mij een voortdurende bron van nieuwe inzichten en onzinnige acties. Niet dat ik zelf geen originele dingen kon verzinnen. Absoluut niet. Maar mijn vrienden deden vaak niet echt mee, aangezien ze wel enige interesse hadden in hun studies, en niet in de gevangenis terecht wilden komen. Cobi was daar minder bang voor. En terwijl we vaak ideeën genoeg hadden, dronken we veel en deden we het grootste deel van de tijd niets.

Soms, als ik een beetje rust wilde, ging ik naar de bibliotheek van de universiteit om wat te lezen. Vaak pakte ik een boek wat er mooi en dik uit zag om mijn kater weg te stoppen in kennis die ik nooit zou gebruiken. Ondertussen keek ik om me heen of er nog iets te doen viel in de stille leeszaal. Overal was er activiteit. Groepjes studenten werkten aan hun toekomst, en ik keek toe hoe mijn hersenen veranderden in pulp. Het was grappig.

De feitjes die ik in de bieb opdeed gebruikte ik voor mijn vele, vruchteloze, versierpogingen. Het was een goeie binnenkomer: "Wist je dat de mate waarin moleculaire verbindingen polair zijn, wordt weergegeven in hun dipoolmoment?". Ze werkten eigenlijk nooit, en dat vond ik wel best. Zolang ik met mijn vrienden kon drinken was het goed. En als er een van ons een meisje had weten te scoren duurde dat toch nooit lang. Ergens tussen te veel wodka en een fenomenale kater door vond ik mezelf in bed bij Lucinda. Van de avond zelf had ik weinig herinneringen. Haar kamer was een overdaad aan truttige opgeruimdheid. Ik heb nooit geweten of ze iets van een toekomst in 'ons' zag.

Lucinda was een beetje een rare psychologiestudente. Voor we echte seks gingen hebben, tijdens het voorspel zeg maar, moest ze altijd naar de wc. En ze had moeite met klaarkomen. Bij mij was ze dusdanig op haar gemak dat ze zich helemaal kon laten gaan. Dat resulteerde in seks die me al snel niet echt meer beviel. Om een beetje los te gaan moest ze namelijk op haar knieën, kont omhoog en gezicht diep in de dekens geneukt worden. Vaak tien minuten lang. In het begin, het is immers mijn favoriete standje, vond ik dat nog wel leuk. Maar na een tijdje ging het vervelen. Vaak moest ik mijn orgasme uitstellen, om haar de kans te geven het hare te bereiken. Het maakte niet echt veel uit hoe ik het deed. Als het maar lang was. Of ik nou aan één stuk door aan het rammen was, of dat ik af en toe mijn gemoed er even uit haalde om hem rust te geven maakte niet uit. Als ik mijn piemel liet afkoelen, masseerde ik haar genotsknobbel met mijn vinger waarna ik met volle teugen verder ging.

Verder waren het lange nachten zonder al te veel doel. Cobi en ik dronken en laveerden tussen tuigvolk en studenten in de kroegen van de stad. Ik had eigenlijk een studie, maar wist niet meer precies waar die over ging. De donderdag na het zoetwatervissen kwamen we weer in het Tonnetje, waar Cobi de luidruchtige bal had afgetroefd. Hij stond nuchter en wel aan de bar. Ik ging naast hem staan. Hij was voor de verandering alleen. Of zijn maatjes waren er nog niet, of hij had met zijn delletje afgesproken. Cobi en ik waren niet samen naar binnengegaan en ik zag de kerel kijken toen hij mijn Japanse vriend de kroeg in zag komen. Er was een vage blik van herkenning, dus ik besloot olie op het vuur te gooien.

"Hee, ouwe Watermeester!" Riep ik luidkeels tegen Cobi.
"Ahoi," zonder moeite haakte Cobi erop in, de jongen naast me totaal negerend, "trossen los maatje. Eens kijken of we de whiskeydrinkers hier kunnen vernaggelen!"
De vent reageerde niet.
"Mag ik twee whiskey en een glaasje water, voor de meneer hier naast me?" Vroeg ik de barman.
Toen draaide de jongen zich om en sprak me aan. Hij keek nauwelijks in mijn ogen en was duidelijk geïrriteerd.
"Ik heb geen zin in problemen met jullie, zeker niet na die flauwe grap van vorige week."
"Tjah," zei Cobi, "het was een leuke grap en een lelijke del. Bij elkaar opgeteld ben je er beter vanaf gekomen."
"Jajaja, leuk hoor", hij nam het glas water van de bar en dronk het in een teug leeg, "en vanavond zit ik hier met mijn zusje dus ga ik jullie niet overhalen nog meer flauwigheid uit te halen. Ik laat het er gewoon bij zitten, als jullie me met rust laten vanavond. Anders kom ik langs met iedereen van de vereniging die zin heeft jullie in elkaar meppen."

Het dreigement klonk serieus genoeg, en zoals ik wel vaker had meegemaakt waren de korpsballen niet te beroerd om 'voor elkaar op te komen'. Klappen krijgen is een hoge prijs, dus moet de grap wel goed zijn. Cobi trok me aan mijn arm mee naar buiten, en door de ruit zag ik de jongen bedenkelijk kijken. Ik zag hem de twee whiskeys die we hadden laten staan achteroverslaan. Het was alsof hij zichzelf moed in moest drinken. Ergens kreeg ik er een heel triest gevoel bij. Cobi en ik gingen naar de Drekstier. Daar bedachten we onder het genot van bier, witte wijn en wodka de meest wilde plannen. Tevergeefs probeerde ik nog twee berenkostuums te kopen, huren of lenen, maar dat ging niet. We besloten het te laten rusten, en omdat de Drekstier niet echt op gang te krijgen was, gingen we terug naar het Tonnetje. Vlak voor we het Tonnetje in stapten hield ik Cobi tegen.
"Hey," ik wees naar binnen, "kijk eens wie we daar hebben."
"Goddomme, dat is ... eh ... je neukertje. Hoe heet ze?"
"Lucinda!" Het was even stil, en bijna gelijktijdig zeiden Cobi en ik: "zou ze zijn zus zijn?"

We gingen terug naar de Drekstier en besloten dat het beter voor me was dat ik het uitmaakte. Maar dan wel op een originele manier. Cobi was wel in voor mijn variantje op een oeroude truck, en stemde er mee in om me te helpen.

Vrijdags ging ik, laat in de avond met mijn dronken hoofd, bij Lucinda langs. Die vond dat altijd wel leuk, als ik onverwacht op de stoep stond. Ik kroop bij haar in bed en sliep tot we wakker werden. Ik ging naar de keuken om wat water te drinken, en haalde daar de deur van het slot. Terug in bed begon ik haar op te geilen. Kusje hier, likje daar. Ik duwde mijn erectie tussen haar benen.
"Ik moet even naar de wc, " zei ze met een knipoog terwijl ze uit bed stapte, "wacht maar even."
Ik belde Cobi, die stand-by stond, dat de actie begonnen was. Lucinda kwam terug in bed, en al snel manoeuvreerde ze zich in de bekende positie. Zachtjes grommend duwde ze haar hoofd onder haar kussen terwijl mijn piemel haar betrad.

Cobi was inmiddels het huis binnengekomen. Dat ging vrij makkelijk want ze woonde op de begane grond. Ik groette hem toen hij zijn hoofd om de deur van de slaapkamer stak en wees op de meid die in haar eigen wereldje verbleef. Ter bevestiging stak hij zijn duim op en ging zich omkleden. Even later kwam hij naakt terug, en terwijl ik eventjes af aan het koelen was, flatste hij zijn piemel in de openstaande doos. Zoals gebruikelijk ontlokte dit bij de meid een kreun, waarna ze haar hoofd nog verder begroef in de deken, haar handen en haar hele eigen wereldje. Ik sloop door de kamer, waar ik een foto van de grijnzende Cobi maakte. Ik legde haar telefoon naast haar hoofd, verzamelde mijn kleren en ging naar buiten. Daar ging ik aangekleed voor haar raam staan. Ik gaf Cobi een teken en belde de griet. Toen de telefoon voor het eerst over ging, verdween Cobi uit haar, uit de kamer en door de keuken, waar zijn kleren lagen, naar buiten. Het geluid van de telefoon haalde het meisje uit haar seksuele cocon. Verdwaasd keek ze naar haar toestel en zag mijn naam. Ze keek om zich heen en greep de telefoon toen ze mij voor het raam zag staan.
"Volgens mij is het uit," zei ik vrolijk, en ik draaide me om. Het enige wat ik nog hoorde was een verbijsterd 'godverdomme'.

columistencab.png