[Tour] Proost!

Dit was het einde van de Tour dit jaar
De renners gaan nu weer naar huis
Maar volgend jaar komen ze terug
En zitten wij weer voor de buis

Het was natuurlijk tot aan Parijs weer een slakkengangetje vandaag. Gelukkig kwam af en toe de mevrouw op de motor even langs met een grappige tekst en een vol geel truitje, dus als zij dan wegreed, dan gingen de renners iets harder om haar nog een tijdje in beeld te houden.
Cadel ging nog even van fiets wisselen. Dus toch licht autistisch en bijgelovig. De gele fiets was iets nieuws en de oude fiets was vertrouwd. Daarop had hij steeds gefietst en daarop kon het niet misgaan als ze in razende vaart door Parijs zouden vliegen.

Eenmaal in Parijs en begonnen met de eerste ronde kwam de etappe pas echt los. Dat is ook al jaren gebruikelijk. Tjallingii was een van de eerste aanvallers, maar uiteindelijk was er een groepje zonder Nederlanders. Het duo D&D zat nog volledig in spanning toen de kopgroep nog maar vijftien seconden voorsprong had en er nog vijf kilometer te rijden was. Wanneer wordt Herbert eens een keer vervangen en gaat hij zich volledig op het schaatsen richten? Boogerd moest hem diverse keren corrigeren tijdens de uitzendingen. De man houdt nog steeds vol dat Andy het parcours van de tijdrit niet had verkend, terwijl Posthuma in de Avondetappe had verteld dat Andy het parcours ’s morgens had verkend en zo gaat dat maar door.
Maar goed, de kopgroep werd dus ingerekend en Barredo, Swift en Bak hadden nog wat laatste stuiptrekkingen tot het doek voor ze viel en Canvendish won. Evans kreeg zijn ploeggenoten over zich heen en ik ging de column schrijven, want na de finish kun je de Tour niet meer verliezen…of toch?

De Tour 2011 zit er weer op. Ik vond het een van de mooiste sinds lange tijd. Contador moet maar ieder jaar de Giro en de Tour rijden, want wat zou het voor een Tour zijn geworden als hij de Giro niet had gereden? Ja, hij had ook last van zijn knie, maar ik denk toch dat de Giro een belangrijker reden was dat hij heeft verloren.

In het zonnetje

Uiteraard zet ik alle renners die Parijs hebben gehaald in het zonnetje. Het is echt niet zo makkelijk als het wel lijkt om die prestatie te leveren. Wij zien alleen de kopstukken, maar er zijn ook anonieme renners bij die zich als helper uit de naad moeten werken, ook als ze verwondingen hebben. Knap werk dus.

Valpartijen

Hoe zou het trouwens zijn gegaan als niet zo veel kanshebbers tegen de grond waren gegaan? Was de Tour dan nog spannender geweest? Ieder jaar zijn er vooral in de eerste week wel zware valpartijen, maar dit jaar lagen er wel veel kopmannen bij. Dat komt omdat ze allemaal voorin willen rijden en ook hun helpers er nog bij willen hebben. Die plaatsjes voorin moet je bevechten. Daar wordt zonder respect voor elkaar gereden en dus vinden er valpartijen plaats. Maar waarom wordt het ene team veel vaker getroffen dan het andere? Team Radioshack bijvoorbeeld. Brajkovic en Horner naar huis, later Klöden en Popovitsj, Leipheimer gehavend. Nou is Leipheimer wel iemand die snel valt en als er dan teamgenoten in de buurt rijden dan lopen die natuurlijk ook grote kans dat ze ook vallen.

Parcours

Een aantal renners, onder wie in ieder geval de gebroeders Schleck, klaagden over het parcours. Ik vind dat onterecht. Als je vooraf weet dat een afdaling zeer gevaarlijk is, dan moet je het risico beperken als renner. En dat gebeurt ook meestal. Maar de Schlecks zijn slechte dalers en die verliezen in een gewone afdaling ook al vaak tijd.
Er is wel wat voor te zeggen dat je de finish niet meteen na de afdaling moet leggen. Dan nemen veel renners onnodige risico’s. Maar verder zagen we deze Tour ook weer dat de meeste valpartijen in de afdaling gewoon op normale afdalingen plaatsvonden. De afdaling waar Van den Broeck en Vinokourov uit de Tour vielen, was zo gevaarlijk omdat de renners veel te hard daalden terwijl dat nergens voor nodig was. Rennersfouten dus.

Aanvallen!

Er wordt altijd wel veel aangevallen in de Tour, maar dat zijn meestal niet de kopmannen. Die rekenen en wachten meestal. Deze Tour was dat niet zo. Al op de Mûr de Bretagne gingen de kopmannen in de aanval. Super Besse en Saint Flour hetzelfde laken een pak. Dat ze zich in de Pyreneeën lieten zien was normaal, maar de strijd die we in de Alpen hebben gezien, was een lust voor het oog. Mocht Contador daar al twee minuten voor hebben gestaan, dan was het er daar een stuk minder aan toe gegaan.
Het absolute hoogtepunt was voor mij de rit naar Alpe d’Huez. Een bewijs dat kortere ritten veel interessanter zijn dan lange bergritten.
Ik denk dat de Tour in zijn geheel nog veel interessanter wordt met kleinere ploegen en kortere ritten. Dat betekent minder controle en meer spektakel. Maar ook minder massasprints en daar hebben niet alle ploegen belang bij.

De toekomst van Nederland

Iedereen had meer verwacht van Gesink, maar zijn Tour viel letterlijk en figuurlijk in duigen. Na zo’n val kun je niet voldoende herstellen om met de sterksten mee te gaan als die niet zijn gevallen. Dat je dat niet kan is ook niet goed voor de moraal uiteraard.
Maar we hadden Johnny. Die won ook niet maar die viel aan met hechtingen en al. Dan ben je dus een winnaar, maar zonder overwinning van een etappe.
Toch zie ik de toekomst niet somber in. Gesink is nog jong. Kijk naar Gilbert. Die groeide ook ieder jaar een stukje en nu is hij in de kracht van zijn leven en wint heel veel.
En er komen meer jonge renners die over twee of drie jaar mee gaan doen voor de prijzen. Mollema natuurlijk. Ruijgh misschien. Maar Steven Kruijswijk wel en daarachter zit weer Wilco Kelderman. Allemaal klimtalenten met een aardige tijdrit in de benen.
Van mij hoeven ze de Tour niet meteen te winnen, als ze maar weer eens een etappe winnen.
Volgend jaar beter, zal ik maar zeggen.

En ik?

Ik heb de columns weer met veel plezier geschreven en ga nu heerlijk met de familie van mijn 67e verjaardag genieten in Kijkduin. Mosselen met patat is traditioneel op mijn verjaardag en die hebben ze daar. En de komende week kan ik weer eens wat meer dan zestig kilometers fietsen, want tijdens de Tour kon ik alleen maar ’s morgens fietsen. Nu moet ik weer boven de honderd want 18 september wacht de Dam tot Dam fietsclassic en daar rijd ik de 105 kilometer. Maar daarvoor nog twee weken fietsen in de Languedoc.
Als jullie de column lezen, zit ik aan de mosselen. Dus ik hef nu mijn glas met witte wijn en zeg tegen jullie: “Proost. Misschien tot volgend jaar met de Tourcolumns.”

Jan (Bakoenin), Rijswijk