De nichterige man en tas

Mooi weer, mooie mensen en tassen. Héél veel tassen. Volgens mij is de mannentas niet meer uit het straatbeeld te slaan. Je hebt ze in allerlei soorten en maten: mannen. Dus het is logisch dat ook de mannentas er in verschillende soorten en maten is. Of juist niet? De tijd dat een man niet met een tas over straat kon gaan is inmiddels echt passé. Zelfs uw columnist is reeds enige tijd de trotse bezitter van een mannentas. Zo een die je over je hoofd om je schouder doet. En van het formaat daar kan naast een laptop ook nog een boek in. En een krant en m'n bammetjes. En stoer dat ‘ie is joh!

Handig! Eigenlijk is deze mannentas de opvolger van de aktentas. Ik doe er alles in, behalve m'n portemonnee - die hoort in de kontzak -, sleutels en telefoon. Anders word ik te afhankelijk van de tas. Dan moet ‘ie altijd en overal mee. En dat wil ik niet. Ik wil ook zonder tas de deur uitgaan en daarom blijf ik trouw aan mijn broekzakken. Een man moet zonder zijn tas kunnen. Bij tijd en wijle is ‘ie handig. En dat is nou een echt mannencriterium: handigheid! Als zo'n tas niet handig zou zijn, dan zou die ook niet zo populair zijn. Het is in dit geval de handigheid dat het modebeeld bepaald.

Over het algemeen loop ik lichtjaren voor (dus: achter) op het huidige modebeeld, maar bij wijze van uitzondering volg ik nu dus ook. Nu ik even heb duidelijk gemaakt dat er niets mis is met mijn tas, ga ik het nu hebben over die kleine kuttige truttentasjes waar ik veel jonge mannen mee zie lopen. Geen gezicht. En dat dan over de poloshirtjes waarvan de kraagjes - alsof ze hockeymeisjes zijn - omhoog worden geduwd. Erger: in een wit T-shirt met te diep uitgesneden V-hals. Nog erger: een roze shirt, want die kleur wil voor de man ook maar niet uit raken. Pleurt toch op zeg... Roze is nu eenmaal niet voor mannen. Anders zijn de muren in onze woonkamers ook roze, maar dat zijn ze alleen in meisjesslaapkamers. Ik gruwel ervan. Gelukkig weet ik de neiging om al die tasjes van die dunne nekjes af te rukken te onderdrukken. Anders zou ik ze allemaal ritueel verbranden, zonder verdoving uiteraard. Maar dat is weer een ander verhaal.

Als je verdomme een leren tasje om je schouder hebt hangen dat net zo groot is als een portemonnee, knip dan die riempjes ervanaf en stop ‘m in in godsnaam gewoon in je kontzak, waar die hoort. Net als die chihuahua-gevalletjes, waar die vrouwen al jaren mee lopen te huppelkutten. Een pak suiker op pootjes, waar ook nog eens stront uit komt. Waarom zou je zo'n ding onder je arm willen dragen? Wat the fuck is het nut van zo'n hond überhaupt? Maar goed ik dwaal af.

In mijn geboortestad is deze maand de eerste Nederlandse The Wax Bar geopend. Een bar, dat klinkt natuurlijk mannelijk, maar schijn bedriegt. The Wax Bar is een bar waar mannen terechtkunnen voor professionele ontharingsbehandelingen (ook vrouwen zijn welkom). Bij vrouwen moeten er bepaalde plekken zijn waar geen haar zit, maar bij mannen is het van cruciaal belang dat het er op sommige plaatsen wel zit. Het verschil tussen mannen en vrouwen dreigt te vervagen. En dat is jammer. Juist die verschillen maken die vrouwen zo leuk.

Mannen met een gewaxte kippenborst, handtasjes en een diep decolleté. Mannen die thuis meer haarverzorgingsproducten hebben staan dan de vrouwen waar ze van houden. Mannen met smeerseltjes tegen rimpeltjes... Mannen met heupriempjes en zijden sjaaltjes bij zomerse temperaturen. Mannen die winkelen echt het einde vinden. Mannen die te pas en te onpas overal hun gevoelens moeten tonen en altijd mogen huilen. Mannen op Uggs... Kortom: mannen die vrouwen worden. Ik krijg er tranen van in m'n ogen...
Figuurlijk dan hè!