Hoe was je weekendwip? (Deel 34)

Huwelijksperikelen in een serie. Vrachtwagenchauffeur Michael, bankbediende Monique. De vorige aflevering lees je hier.

“Nee meneer, we nemen u ogenblikkelijk mee naar het bureau,” zegt de ene agent tegen Michael. Gelukkig mag Michael als ze op het politiebureau zijn aangekomen alsnog zijn telefoontje plegen en zijn sollicitatiegesprek afzeggen. Hij laat even in het midden wat de ‘dringende omstandigheden’ zijn, waardoor hij nu onmogelijk kan verschijnen, maar maakt wel duidelijk dat hij dat later nog uit zal leggen. De politie heeft hem in de auto verteld wat er aan de hand is. Martijn - zijn vorige werkgever die failliet is gegaan - heeft gefraudeerd. De politie is nu bezig om de zaak tot op de bodem uit te pluizen, en heeft ook ontdekt dat Michael een poosje op kantoor heeft gezeten. Eenmaal op het bureau wordt Michael stevig aan de tand gevoeld over zijn betrokkenheid bij de fraude. Er worden hem allerlei vragen gesteld. Michael moet lang op de rechercheurs inpraten om ze ervan te overtuigen, dat hij er geen idee van heeft gehad dat er werd gerotzooid. Pas toen hij zijn tankpasje niet meer kon gebruiken, had hij zijn vraagtekens gehad. Maar Martijn is altijd een goede baas geweest en heeft tot op het laatst de salarissen betaald, al was het de laatste maanden dan niet helemaal op tijd, en hebben wel veel chauffeurs, waaronder Michael, het voorschieten van de benzine, nooit vergoed gekregen. Tegen het eind van de middag wordt Michael vrijgelaten, maar hij moet zich wel beschikbaar houden voor nader onderzoek. Michael belt onmiddellijk naar Van der Lee, en mag nu nog langskomen, als hij dat wil.

Hoewel Michael is geschrokken van het feit dat zijn baas en vriend een fraudeur blijkt te zijn, viert zijn opluchting hoogtij. Hij was bang, dat er weer nieuwe ontwikkelingen zouden zijn in de zaak rond Shirley. Dat wijf komt hem zo ontzettend zijn strot uit!  Maar het ging dus helemaal niet om Shirley, zoals al snel was gebleken. Vernederend om als verdachte geboeid naar het politiebureau te worden afgevoerd! Achteraf bekeken hadden de rechercheurs hem thuis ook wel al die vragen kunnen stellen. Hij is volkomen onschuldig, en wat moet de buurt er van denken, dat hij als de eerste de beste crimineel werd meegenomen door de politie?
Nou ja, hij staat weer buiten. En de buren zullen vanavond ook wel snappen dat er niks aan de hand is. Anders was hij wel tien jaar weggebleven! Ondanks alles grinnikt Michael hardop. Nadat hij Van der Lee heeft gebeld, toetst hij onmiddellijk het nummer van Monique. Zij heeft hem ongerust na staan kijken toen de politie hem op kwam halen en in de boeien had geslagen. Monique is stomverbaasd als ze van Michael de reden hoort. Ook zij had alleen maar aan Shirley gedacht. Eigenlijk is ze alleen maar opgelucht. “Goh, die Martijn. Ik had echt nooit gedacht dat hij een fraudeur zou zijn,” zegt ze. Michael weet het zo net nog niet. “Monique, je weet maar nooit wat je zou hebben gedaan als je in zijn schoenen stond,” verdedigt hij zijn baas. “Voor ons is hij altijd heel goed geweest. We hebben ons salaris tot de laatste dag gekregen. Ik hoop echt, dat de straf mee zal vallen voor hem.” 
“Je hebt toch niet gelogen, hè, tegen de politie? Om hem te helpen?” schrikt Monique.
“Nee, natuurlijk niet. Ik ben niet gek. Er viel ook niets te liegen, want ik had er echt geen idee van. Ik zou mijn hand in het vuur hebben gestoken voor Martijn. Maar nu ga ik ophangen, want ik kan als ik opschiet nog bij mijn nieuwe baas op gesprek. Ik heb hen nog even gebeld.”  Monique schiet in de lach. “Je nieuwe baas? Nou, ik hoef je in elk geval geen moed in te praten. Je bent zelfverzekerd genoeg!” Michael drukt zijn mobieltje uit en stopt het in zijn zak. De grijns op zijn gezicht weet van geen wijken. Waarom? Waarom voelt hij zich opeens zo intens gelukkig? Omdat hij een goede kans maakt op een baan? Omdat het zo meeviel bij de politie? Of omdat het telefoongesprekje met Monique zo vertrouwd aanvoelde? Net als vroeger. Net als eerst. Michael moet eerst een brok wegslikken voordat hij bij de receptie met een normale stem kan vertellen wat hij komt doen.

Monique kijkt peinzend neer op het kindje dat zo tevreden haar flesje leeg ligt te drinken. Lisa kijkt Monique strak aan. Haar blauwe oogjes vertederen Monique. Zo lief, zo onschuldig. Monique denkt met een prettig gevoel terug aan het gesprekje met Michael.  Even leek hij weer de ‘oude’ Michael. Met weer dezelfde bravoure als vroeger. Vroeger? Een paar maanden geleden nog maar. Hij is veranderd. Ernstiger geworden. Net als zij. Ook geen wonder, als je kijkt wat ze allemaal hebben meegemaakt. Vandaag was ze weer zo geschrokken. Op het moment dat ze die twee politieagenten het tuinpad op had zien lopen, was haar adem in haar keel gestokt. Wat nou weer? Wat voor nieuwe ellende hing hen boven het hoofd? Ze had Lisa in de box gelegd en was naar de deur gerend. Maar de politie had haar niets wijzer gemaakt dan ze al was.  “We hebben even wat vragen voor meneer. Dit moet op het politiebureau gebeuren,” had een van de agenten tegen haar gezegd. “O, en daarom moet mijn man geboeid worden? Omdat hij alleen wat vragen moet beantwoorden?” had ze geroepen, maar de politie had geen antwoord gegeven. Michael had nog even naar haar omgekeken. Ze had aan zijn gezicht kunnen zien dat hij er niets van begreep.
Gelukkig heeft Michael haar net gebeld. Het ging helemaal niet over Shirley, maar over Martijn. Martijn heeft gefraudeerd en Michael is opgeroepen als getuige. Kijk, dat klinkt beter dan de reden waarom ze pas nog op het politiebureau waren. Hoe zou het zijn met Shirley? Monique kan het niet helpen, maar ze denkt nog dagelijks aan Shirley. Ook is ze ’s nachts nog steeds bang. Gelukkig wordt het wel wat minder. Dat heeft ze ook aan Stella te danken. Haar lieve zus en rots in de branding. Wat is zij voor haar toch een steun en toeverlaat geweest! Monique neemt zich voor om een mooi cadeau voor haar zusje te kopen. En voor Paul ook. Ze lacht. Want hoe je het ook wendt of keert, er zijn wel mensen in haar omgeving die haar helpen, door dik en door dun. Lisa stopt met drinken. Vanachter haar speen komt een brede lach tevoorschijn. “Hee, meisje! Moet jij opeens zo lachen? Hoef je niet meer te drinken?” Lisa blijft haar strak aankijken en lacht opnieuw. Dan beseft Monique, dat Lisa de lach van haar moeder heeft beantwoord. Een lach die er nog maar zelden is.


“Wanneer kan je beginnen?” Michael lacht van oor tot oor. Het gesprek ging goed, en hij heeft heel even kort verslag gedaan naar het politieonderzoek naar zijn vorige werkgever. Dat maakte indruk, dat merkte hij wel. Hij heeft met veel respect over Martijn gesproken, en duidelijk laten merken dat hij de daden van Martijn afkeurt, maar dat die wel een goede baas voor hem is geweest al die tijd. Dit werd op prijs gesteld, dat merkte hij wel. Nog een week, dan gaat hij beginnen. Hij heeft er zin in. Zal hij Monique bellen? Of wachten tot hij thuis is? Hij neemt een roekeloos besluit. Eerst belt hij Stella en vertelt haar het goede nieuws. Ze feliciteert hem hartelijk met zijn nieuwe baan. Ook vertelt hij haar over zijn avontuur van vanmiddag. Stella schrikt er eerst van, maar dan moet ze ook wel lachen. “Het is echt niet te geloven, Michael. Nou ja, het leven van jou en Monique is in ieder geval allesbehalve saai.”  Dan oppert hij zijn plan en vraagt de hulp van Stella daarbij. “Gewoon proberen,” vindt zij. “Ik ga vast naar Mo, en dan zie ik je zo.”

Michael komt thuis. Hij ziet het autootje van zijn schoonzusje al op de parkeerplaats staan. Mooi zo. Toch wel nerveus opent hij de voordeur, de bos rozen onhandig manoeuvrerend.  Als hij binnenkomt, ziet hij Monique op de bank zitten. Stella komt net de keuken uitlopen met Lisa op haar arm. “Zo, wij hebben even de fles in de wasbak gezet, en nu gaat deze dame naar bed,”  zegt Stella met een knipoog naar Michael. “Geef je papa maar een kusje, ja goed zo. Zo, nu nog even naar mama. Zeg maar: ‘Dag mama, ik ga lekker slapen!’ Ik ga mijn nichtje lekker naar bed brengen.” Ze horen Stella op de trap nog tegen Lisa praten, maar dan sterft haar stem langzaam weg, totdat ze niks meer horen.
Michael glimlacht. “Alsjeblieft. Voor jou,” zegt hij, en hij overhandigt zijn vrouw de prachtige rozen. “O, dankjewel,” zegt Monique. Ze bloost een beetje. “We hebben heel veel meegemaakt. Te veel. Ik heb een nieuwe baan, en daar wil ik me echt voor inzetten. Met dit werk zal ik niet de hele week van huis zijn, maar ben ik twee of drie avonden per week thuis. Zou je daar mee kunnen leven?” Monique slaat haar ogen neer. “Ik heb meer tijd nodig. Echt Michael, ik moet erover nadenken.” “Dat is goed,”  zegt Michael. “Maar wil je dan over het volgende voorstel niet langer dan een minuutje nadenken? Stella is op mijn verzoek gekomen, en wil wel op Lisa passen. Ik zou het namelijk heel fijn vinden als je met mij uit eten zou willen gaan.” 

De volgende aflevering lees je hier.