Shell gigawinst; ik platzak

Vanaf april 2011 is de prijs voor een liter benzine met meer dan € 1.75 ongeëvenaard hoog. Als dit nieuws wordt gebracht, gaat dat gepaard met verontschuldigende blikken van presentatoren die braaf de door de oliemaatschappijen aangevoerde slappe excuses oplepelen. Opstand in Libië. Onrust in Irak. Economie trekt weer aan. Kwestie van vraag en aanbod en als het aanbod zogenaamd onder druk komt te staan vanwege instabiliteit in de regio, stuwt dat de prijs omhoog.

Onzin. Een paar records op een rij.

September 2005: vat $ 70; liter € 1.549.
Februari 2008: vat $ 100; liter € 1.553.
Juni 2008: vat $ 140 liter; € 1.692.
Maart 2011: vat $ 100; liter € 1.697.
April 2011: vat $ 108; liter € 1.75.

Wat kan je uit deze opsomming afleiden? In ieder geval dat een duidelijke correlatie tussen de prijs op de beurs en de prijs aan de pomp ontbreekt.

Oliemaatschappijen haasten zich na het trekken van een dergelijke conclusie te stellen dat de olievoorraad eindig is en dat de winning van olie steeds moeilijker - en dus duurder - wordt, hetgeen vanzelfsprekend van directe invloed is op het spel van vraag en aanbod.

Alweer onzin. Een bedrijf dat zeker weet dat zijn core-product binnen afzienbare uitgeput is, kan zijn waren in de etalage zetten en een faillissementsverkoop starten. Van aanstaande faillissementen is evenwel geen sprake: Shell is per aandeel, afgezet tegen 5 jaren geleden, ongeveer hetzelfde waard, draait meer omzet dan ooit en haalt obscenere winsten dan ooit.

En dat is nu het paradoxale: een paar keer per jaar wordt een droevig begrafenisgezicht opgezet en wordt er met een beschuldigend vingertje richting het midden-oosten gewezen omdat die daar er zo'n hopeloos zootje van maken waarvoor wij met z'n allen de prijs betalen, aan de pomp. Dat gezicht wordt 4 maal per jaar omgetoverd tot een verguld en gevuld smoelwerk tijdens een triomfantelijke persconferentie, waarin smalend wordt verkondigd dat er nog meer groei van de nettowinst is gerealiseerd dan hetzelfde kwartaal van het jaar daarvoor (ofwel: de groei groeit). Bestuurders kloppen zichzelf op de borst vanwege de 6.3 miljard dollar nettowinst die ze binnen 3 maanden (eerste kwartaal 2011) hebben behaald. Dat ze deze winst hebben behaald door opzichtig misbruik te maken van andermans misère staat niet in het persbericht.

Aldus is de vrijheidsstrijd in Libië een aanleiding verworden om zonder oplopende kosten de prijs op te stuwen. Vuurtje nog wat opstoken? Meer winst betekent betere arbeidsvoorwaarden waaronder meer bonus. Anders gezegd: meer ellende voor armetierige voor democratie vechtende Arabieren levert een dikkere portemonnee voor de Peter Vosers (topman Shell) van deze wereld op.