4 Mei verliest zijn betekenis

4 Mei. Dodenherdenking. Een stemmige dag. Vandaag herdenken we hen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties. Tot 1961 werden alleen de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog herdacht, hierna is het breder getrokken. Dat is een logisch besluit. Bij de politionele acties eind jaren veertig in Nederlands-Indië zijn vele slachtoffers gevallen die ook herdacht moesten worden. Bovendien ging Nederland ging meer meedoen met internationale vredesacties waarbij ook slachtoffers vielen, het meest recent in Afghanistan.

Over drie jaar is het alweer honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Een oorlog waar Nederland niet aan deelgenomen heeft, we waren neutraal. Tot het einde, toen namen we een groot voorstander van die oorlog op, de afgetreden Duitse keizer Wilhelm II, die tot zijn dood in 1941 hier in ballingschap geleefd heeft. Neutraal waren we ook in 1940, maar daar trokken de Duitsers zich toen niets van aan, net zoals ze dat deden in 1914 met de neutraliteit van België, wat een front werd in de looopgravenoorlog waardoor er daar vele slachtoffers zijn gevallen. De Eerste Wereldoorlog "leeft" daarom veel meer in België dan bij ons, wij hadden er immers niets mee te maken. De Eerste Wereldoorlog is de aanzet tot de Tweede Wereldoorlog gebleken en daar kregen we wel mee te maken.

Vroeger, toen ik nog een kind was, had ik het idee dat de dodenherdenking ervoor zou zorgen dat er nooit meer oorlog zou komen. Als je al die vreselijke beelden zag en de verhalen hoorde dan kon het niet anders of de mensen zouden beseffen dat ze geen oorlog meer moesten voeren. Ieder jaar op 4 mei stond ik om acht uur trouw voor het raam te kijken of iedereen wel stil stond. Elke auto die doorreed, elk mens die bleef lopen betekende voor mij een bedreiging van de wereldvrede. Ik kon niet begrijpen dat je zo onbeschoft kon zijn dat je het niet kon opbrengen om twee minuten stil te zijn. Als dat al niet lukte, hoe moest het dan met de vrede?

Inmiddels weet ik beter. De dodenherdenking is niet meer dan dat, een herdenking van doden. Een plechtigheid, een ritueel. Op tv worden rond 4 mei films en documentaires getoond die de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog laten zien. Nodig, zeer zeker, maar kennelijk niet zo nodig dat we op andere dagen van het jaar hiermee geconfronteerd moeten worden. We hebben dat mooi weggestopt in één week rond 4 mei. Alleen dan zien we de beelden en horen we de verhalen van overlevenden of nabestaanden. Dat worden er ook steeds minder. De jongsten die de oorlog min of meer bewust hebben meegemaakt zijn nu bijna tachtig. Nog iets meer dan een decenium en er is vrijwel niemand meer in leven die nog kan vertellen hoe het was in de oorlog. Daardoor wordt de oorlog steeds meer iets van het verleden, geschiedenis, in plaats van iets waar we nog elke dag waakzaam voor moeten zijn dat het niet weer gebeurt.

De tweede generatie kinderen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt, die dus de verhalen zouden moeten kennen, zijn nu zo'n veertig jaar of ouder. Er is nog een derde, mogelijk een vierde generatie die de verhalen zou kunnen horen en dan is het over. Ik ken de verhalen van mijn ouders en ooms en tantes. Ik weet nog hoe verwarrend het was als klein jochie om een volwassen man, mijn oom, in tranen te zien uitbarsten vanwege wat hij in de oorlog had gezien en meegemaakt. Dat gebeurde meestal na de inname van wat alcohol en het belichaamde voor mij wat de oorlog was: ontreddering. Het confronteert je direct met de pijn en ellende die oorlog is.

Dat gaat wegvallen voor de komende generaties. Dan verliest 4 mei zijn diepere betekenis van waarschuwing. We zeggen "dat nooit meer", zijn trouw twee minuten stil en gaan weer over tot de orde van de dag. Die orde richt zich voor velen op de volgende dag, de bevrijdingsfestivals en feestvieren. De Nationale Dodenherdenking zorgt niet voor vrede daar ben ik vrij snel achter gekomen, dat moeten de mensen doen. En dat de mensen dat niet doen, daar kwam ik ook vrij snel achter. Ook Nederland heeft zich in 2011 weer in een oorlog gestort, ditmaal tegen Libië. Want je kunt wel blijven volhouden dat het het handhaven van een no-fly zone is, maar een precisiebombardement op een gebouw midden in een stad, waarbij onschuldige slachtoffers vallen, waaronder kinderen, die ook nog eens familie zijn van Khadaffi, dat is een oorlog, ook al noemen we het "vredesoperatie".

Ooit, misschien over vijfendertig jaar, zullen we besluiten dat we 4 en 5 mei best wel op één dag kunnen vieren. Dan beginnen we de dag met de herdenking en vieren daarna feest. Het zal dan niet lang meer duren voordat we moeten constateren dat 'dat nooit meer' is veranderd in 'dat toch weer'. Laten we ervoor waken dat dit niet gebeurt. Tolerantie en verdraagzaamheid staan onder grote druk. We moeten het tij keren voor het te laat is.