Jappen en rampen

Wie kent ze niet, die onvervalste rampen? Vroeger leken ze minder heftig, ook al omdat nu zowat alles uitvalt behalve de mobiele telefoons in de handen van mensen. Tegenwoordig wordt YouTube volgepompt met de meest rampzalige filmpjes en foto's, soms nog geen uur erna. Je bekijkt ze, ziet een vloedgolf langzaam de kust opkomen en werkelijk alles in zijn vernietigende kracht meesleuren. Je ervaart het intense verdriet dat mensen moeten ondergaan. Er was geen voorbereiding, helemaal niets, alleen de ramp die nu gebeurt.

Wij zijn de grijze massa van nog geen twee kilo, veilig omgeven door een harde schedel. Dat is niet voor niets. Onze belangrijkste zenuwbanen vlechten zich door onze ruggengraat. Langs botten, spieren en als een bot verschuift, sterven we van de pijn, want die zenuwen staan in verbinding met onze hersens. De zenuwen van onze ogen die beelden vertalen naar onze hersenen. Van ons gehoor, van smaak en reuk. Zintuigen, ze maken ons wie wij willen zijn. Hier groeit de vraag:”Wie ben ik?”. Hier worden angsten geboren voor het meest ultieme dat een mens kan ervaren, namelijk de momenten vlak voor zijn of haar dood. En die dood zie je door de fragiele kwaliteit van de lenzen van honderden gsm-telefoons. Is het een zegen? Maakt het ons bewust? En waarom? We kunnen er ons niet op voorbereiden.

Ik bekeek de lange film op YouTube van de ramp in Japan. Ik heb het op de helft afgebroken en zat met het zweet in mijn handen. Ik voelde mij machteloos. Rampen. Gods handen vegen de aarde en niemand weet waarom. God heeft er niets mee van doen. Het is je lot, jij woont er en de aardbeving vindt daar plaats. Bij jou en niet hier, omdat in de dieptes van de aarde hier geen scheuren zijn.
Je leven spoelt weg, samen met alles wat je hebt opgebouwd. En als het niet wegspoelt, weet je tot aan je laatste adem dat het nooit meer hetzelfde zal zijn.
Hoop, plannen en doelen worden gestolen door de zee. Je veilige huis is plotseling je grootste vijand geworden. Je zintuigen die je eerst koesterde voor mooie en liefdevolle zaken, absorberen nu de angst van de ramp. Nooit zullen deze meer registreren zoals voor de ramp.

En toch. Toch geven rampen ook kracht en nieuwe hoop. Dat zijn wij, de mens. Wij zijn ongeveer anderhalve kilo vlees. Dat zijn wij. Alles wat we erbij verzinnen, is vaak te veel. Japanners verzonnen er nooit iets bij. In de grootst mogelijke bescheidenheid ondergingen zij hun leven en nu de rampen. Ik vind het bijzondere mensen. Sommigen keken naar het water en tot op het laatste moment verwachtten zij dat het de hoek om zou gaan. Pas toen hun huis en vee wegspoelden, werd er zachtjes gegild. Meer een gesmoord geluid uit een opgesloten ziel. Ik ken geen ander volk dat devotie met de grootst mogelijke bescheidenheid diep in hun binnenste koestert.