Dood aan alcohol of dorst?

Vrijdagmiddag, de zon schijnt door de bewolking heen op het aardoppervlak. Ideaal weer om een terrasje in de binnenstad te pakken en het mooie weer te vieren. ‘Er is hoop!', scandeert een jongeman. Oké, mooi om te weten dat er hoop is, maar laat mij asjeblieft met rust. IJdele hoop; de jongeman loopt op me af: ‘Er is ook hoop voor jou!'. Zo lief als ik ben, biets ik een bakje koffie in ruil voor een gesprek.

‘Eigenlijk wil ik eerst een paar vragen stellen', begin ik, ‘Twee weken geleden op zaterdag was natuurlijk dat drama van jouw geloofsgenoot Tristan. 's Middags las ik op internet dat de dominee van Alphen de kerkdeuren had opengezet. Maar, is het niet zo dat de kerk altijd voor een ieder toegankelijk moet zijn? Als iemand vorige week zaterdag in zielennood zat zou hij dus normaalgesproken niet kunnen uithuilen in de kerk, maar omdat er zo'n amokmaker in het winkelcentrum bezig is geweest kan het opeens wel? Dat vind ik een beetje vreemd..' De jongeman antwoordt dat ik er op een andere manier naar moet kijken. ‘Welke manier dan?', vraag ik dan maar. Tja, dat weet hij eigenlijk ook niet.

Ondertussen steek ik een sigaretje op. ‘Daarmee vernietig je je tempel, wist je dat?' is het eerste wat de jongeman daarop zegt. ‘Vijf jaar geleden ben ik gestopt met roken en drinken', zegt hij, ‘omdat ik heb gezien wat voor schade het allemaal kan aanrichten.'. En dit vind ik nu echt iets hypocriets van de bekeerde mensen: als zij ergens mee gestopt zijn omdat iets schadelijk is, moet meteen iedereen ermee stoppen. Als ik tegen de dokter zeg dat ik vier keer per maand een sigaretje op steek vult hij 'niet-roker' op zijn formulieren in.

Het gesprek gaat verder. ‘Volgende vraag: wat stem jij eigenlijk?', vraag ik om hem in een hokje te kunnen plaatsen. ‘Moet ik dat echt zeggen?', antwoordt hij verbaasd. Stiekem krijgt hij op deze manier iets meer bedenktijd. ‘Nee, je hoeft het niet te zeggen, maar ik zou het toch graag willen weten.', antwoord ik. ‘Afwisselend SGP en CU', komt er eindelijk uit. ‘Oké. Dan gaan we verder: Kun je als christen economisch rechts stemmen?'. ‘Waarom niet? Jongeren die links stemmen zij idealisten, ouderen die rechts stemmen weten wel beter.', antwoordt hij alsof hij een wijze uitspraak heeft gedaan.

‘Ik zal het je uitleggen.', zeg ik lief. ‘Als christen leer je dat je jouw God moet liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Eensch?'. ‘Ja.', is zijn repliek. ‘Allereerst: waar slaat het op, vanuit menselijk oogpunt gezien, dat een ‘downer' de helft van het inkomen van een ‘normaal' mens verdient?'. ‘Hij heeft minder kennis, levert minder productie en verdient dus een lager inkomen.', redeneert de jongeman. Ik glimlach. ‘Ik zei: ‘vanuit menselijk oogpunt' en niet ‘vanuit economisch oogpunt'.'.

Ondertussen heb ik meer dan 20 minuten met hem gepraat en ik begin het een beetje zat te worden, ik heb zin in pils. ‘Laatste vraag', besluit ik, ‘Kun je als christen PVV stemmen?'. Hij ziet aan mijn oogjes dat ik hem ook op dit onderwerp de les zal lezen en dus besluit hij niets te zeggen en mijn antwoord af te wachten. ‘Ken je het plaatsje Urk? De plaats waar de SGP en CU bij de verkiezingen zo'n 70% van de stemmen verkrijgen? Dat christelijke dorpje dat denkt boven de wet te staan? Ook daar heeft de PVV een aanhang, dus zijn er christenen die denken dat ze PVV kunnen stemmen.'. ‘Dat kan dus niet volgens jouw?', antwoordt de jongeman. ‘Nee. Ken jij je bijbel? Lees maar eens Leviticus.'

Ik geef hem een hand en zeg hem gedag. Ik vervolg mijn weg naar Jannie, de eigenares van mijn stamkroeg. Achter me hoor ik de stem van de jongeman weer en ik glimlach. ‘Er sterven meer mensen aan alcohol dan aan de dorst!', roept hij de voorbijgaande mensen toe.' Haha, dat is waar het christendom goed in is: Het lokken van probleemmensen.