Autorijden kost meer tijd dan fietsen

Uit de eerste hand, echt gebeurd. Daar stond ze dan, laat ik haar Mirjam noemen, om haar privacy te beschermen. Mirjam kon geen kant meer op. Achteruit de helling op ging niet wegens een onwillige handrem, en de slagboom voor haar weigerde open te gaan. De parkeergarage die ze in wilde was niet ingericht op mensen die de verkeerde inrit nemen, namelijk de uitrit. Nee, het was natuurlijk niet haar schuld. Zo'n parkeergarage is gewoon helemaal verkeerd ontworpen, vindt ze. Wel functioneel maar onhandig en niet flexibel. Voor mensen die geen tijd hebben om te letten op bordjes die keurig de goede weg wijzen.

Het leek zo logisch, even de auto pakken om een boodschapje tussendoor te doen. Zelfs 1 of 2 minuten tijdwinst kunnen van cruciaal belang zijn voor een moderne vrouw die een baan moet combineren met kinderen ophalen, kinderen wegbrengen, kinderen bezig houden, boodschapje hier, boodschapje daar en al die duizend andere dingen die per se moeten. Maar even de auto pakken is nog wat anders dan even parkeren. Niet alleen Mirjam maar iedereen had kennelijk de auto gepakt voor zo'n boodschapje. Anders staat hij ook maar te staan. Dus alle mooie parkeerplekken waren bezet. Spijt als haren op haar hoofd had Mirjam, had ze nou toch de fiets maar genomen. Er bleef niets anders over dan in vliegende haast naar de parkeergarage te rijden. Toen uiteindelijk de logistieke problemen die dat opleverde opgelost waren, was tijdwinst tijdverlies geworden.

Hans Jeekel van Rijkswaterstaat promoveert deze week op een proefschrift over autogebruik. Hij heeft uitgezocht dat 40% van de autoritten niet met ander vervoer gemaakt kan worden. Je zal maar boodschappen doen voor het hele gezin. Je bestemming zal maar Uithuizermeeden zijn met veel bagage of je moet 's nachts terug naar huis na een feestje. Maar het onfortuinlijk verlopen autoritje van Mirjam behoorde overduidelijk tot de andere 60%. Met een auto voor de deur is het verleidelijk net zo lang te treuzelen tot de auto als enige optie overblijft. Zonder auto had ze gezorgd dat ze iets eerder haar jas aanhad. Zodat er precies genoeg tijd was om te fietsen. Maar als de voorgekookte oplossing voor tijdnood staat te glanzen onder de carport, dan komt die tijdnood vanzelf. Sommige oplossingen creëren hun eigen problemen.

Als er een alternatief is voor autorijden is het bijna altijd een veel beter alternatief. Op de fiets kan je minder boodschappen meenemen. Minder flessen cola, minder chips, minder bier. Je wordt dus minder dik en het scheelt geld. Als je ook de fiets pakt om naar je werk te gaan heb je alle beweging die je nodig hebt al te pakken. En word je slank, zonder dokter Frank. Dat abonnement op de sportschool is niet meer nodig, wat weer tijd en geld scheelt. Als je verder weg moet en de auto sneller is dan de trein, kost hij toch meer tijd. In de auto rijd je auto, in de trein kan je de krant of een boek lezen, of zelf een boek schrijven. Maar de genadeklap voor de tijdeconomie van de auto is deze. Een gemiddelde middenklasse-auto kost 700 euro per maand. Een modaal inkomen is 1600 euro, netto. Alleen al voor de auto werk je dus 18 kostbare uren per week. Zonder auto zou je 2 dagen korter kunnen werken, scheelt ook weer reistijd en reiskosten. En wie zegt dat er geen alternatief is voor die andere 40% van de autoritten? Waarom zouden er 3 hutkoffers mee moeten naar Uithuizermeeden? En is het niet bezitten van een auto geen perfect excuus om niet naar dat saaie feestje te hoeven?