Eeuwige jeugd

Veel vrouwen ervaren dat de aandacht voor hen na hun vijftigste verjaardag rap verdwijnt. Ze hebben het gevoel onzichtbaar te zijn geworden en moeten onverbiddelijk plaats maken voor de jeugd. Ook al hebben ze de hele boel laten liften, vergroten en verkleinen, ze zijn nu eenmaal een magische grens gepasseerd. Wie niet meer jeugdig is, is oud. En oud is uit.


Zo hoorde ik vanmorgen La Paay weer eens op de radio. Uit alle dingen die ze kirrend uitbraakte, destilleerde ik slechts een wanhopig;  “Ik ben niet oud, schaar mij niet onder oud, zeg alsjeblieft niet dat ik oud ben!”. Ze heeft dan ook alles uit de kast gehaald, van Playboymodel tot de cougarstatus, om ons van haar onbegrensde jeugdigheid te overtuigen. Maar is dat nu stoer of eigenlijk een beetje zielig?


Vroeger werden mensen ongeveer 40 jaar oud. Alles wat je daarboven nog mocht meemaken, was reservetijd. Tegenwoordig worden we gemiddeld ruim het dubbele. We zijn dus eigenlijk langer oud. Maar dat willen we helemaal niet! We willen namelijk liever langer fris, fruitig en aantrekkelijk zijn. Gelukkig bieden  de sport- en fitnessbranche, de cosmetica en de plastische chirurgie volop mogelijkheden om het buitenkantje nog redelijk lang jeugdig te doen voorkomen. Maar dit is slechts uitstel van executie. Uiteindelijk kom je toch tot de conclusie dat jij misschien nog wel met de jeugd geassocieerd wilt worden, maar de jeugd niet meer met jou.


Sterker nog, uit onderzoek blijkt dat een kwart van de Britse jeugd  moeite heeft met de te jeugdige en/of te sexy kledingkeuze van hun ouders. De hang van ouders naar jeugdigheid leidt bij de jeugd dus niet tot herkenning, maar zelfs tot gêne. We brengen ze ernstig in twijfel en verlegenheid door naar hen toe te groeien in plaats van zij naar ons.


In mijn jeugd behoorde ik tot de alto’s. ’s Morgens vroeg lag ik plat op de grond om mijn veel te strakke broek dicht te krijgen. Met ingehouden buik strikte ik dan mijn gepimpte gympen, toupeerde zorgvuldig mijn haar en behing me met allerhande sjaaltjes, riempjes en armbanden. Om me vervolgens te gaan begeven onder leeftijdsgenoten. Maar wat nu als mijn ouders ’s morgens ook puffend op de grond hadden gelegen om hun te strakke broeken dicht te krijgen? Of dat mijn moeder voortaan haar kappersbezoeken had overgeslagen en net als ik zelf haar haar blondeerde en daarna tot een wilde bos toupeerde? En ze ook nog eens alles met me wilden delen, als ‘vrienden’ onder elkaar? Ik had er niet aan moeten denken.


Onze eigen generatie jeugdigen is inmiddels met ons meegegroeid tot onze huidige leeftijdsgenoten. We hebben al heel wat meegemaakt en zijn door schade en schande wijzer geworden. We zijn in staat tot meer verdieping, kunnen bij het maken van keuzes beter afwegen en nuanceren, hebben ontdekt welke mensen en dingen er echt voor ons toe doen en zijn inmiddels gewend geraakt aan of zelfs content met ons eigen lijf. We zijn bepaald geen groentjes meer op het gebied van werk, kennis, financiën, gevoelens, spanning en ontspanning, relaties en seks. We weten wat de wereld ons te bieden heeft. Maar vooral ook wat wij de wereld te bieden hebben. En dat is niet gering. Daar zouden we nu de vruchten van moeten gaan plukken. Waarom vereenzelvigen wij ons dan toch nog steeds met de huidige jeugd? Zij zijn nog zoekende, alle mogelijkheden staan nog open. Naar dat wat wij inmiddels hebben gevonden. En ook voor ons valt er nog steeds genoeg nieuws te ontdekken.


Het leven is een cyclus en zit eigenlijk perfect in elkaar. Als je niet vroegtijdig door ziekte of ander ongeluk getroffen wordt, mag je opvolgend de baby -, kinder -, puber -, (jong)volwassen -, middelbare- en uiteindelijk de bejaarde fase doorlopen.  Elke fase kent zijn hoogte- en zijn dieptepunten, maar het voegt in ieder geval altijd iets toe. Dat is nu eenmaal zowel de tragiek als het bijzondere aan een mensenleven. Om gelukkig te kunnen worden zit er gewoon niets anders op dan het beleven en op waarde schatten van elke levensfase. Laten we jongeren het besef teruggeven dat echt jong zijn exclusief van hun is. En vooral dat het leven niet ophoudt als je niet jong meer bent. Ouder staat niet gelijk aan out, maar aan verrijking.