Wie wil Tatjana?

Ze was model, zangeres en actrice. En als iemand het gezegde ‘Wat je van ver haalt, is lekker’ kon staven, was zij dat wel. Tatjana. Tatjana Simic. Nou ja, die achternaam kun je weglaten. Zeg Tatjana en iedereen weet wie je bedoelt. Die blonde snollebol uit Flodder. En dat bedoel ik lief. Tatjana mocht dat, Tatjana kon het hebben. Met haar wulpse lijf, haar naïeve gedrag en haar Kroatische ‘je ne sais quoi’ was ze ons lekkerste importproduct. Correctie: is ze ons lekkerste importproduct. Want de tand des tijds heeft maar heel zachtjes een beetje aan haar geknabbeld. Toch lijkt ze in haar vroegere nering nu een beetje over de datum. Flodder is van de vorige eeuw en Tatjana ruilde haar rol van achterstandssletje in voor die van miljonairsliefje. En daar gaat het nou jammerlijk mis. Want net nu Tatjana er klaar voor is om in een liefdevolle omgeving een beetje op haar lauweren te gaan rusten, blijkt het niet allemaal goud wat er blinkt. Gelukkig is daar ome RTL die graag als koppelaar optreedt en die onze Joego-beauty maar wat graag aan de hand neemt voor een zoektocht naar het enige wat haar nog ontbreekt: echte liefde. En wij mogen daar lekker van meegenieten.

Nu heeft ze de naam een beetje een golddigger te zijn, ons Balkan-snoepje. Maar ach, mensen zeggen zo veel en Tat – zoals ze dat zelf zo gezellig vindt – heeft natuurlijk genoeg in huis om jaloerse tongen los te maken. Diezelfde boze tongen beweren ook dat ze allang weer een vriend heeft. Om te bewijzen dat het allemaal niet waar is, richt ze nu, onder de hoede van RTL, haar pijlen op de gewone man. Want liefde is wars van uiterlijk vertoon of status. Liefde kent geen grenzen. Liefde is blind.

Dat laatste kunnen we van Tatjana zelf niet zeggen. Gewapend met de huissleutels van drie potentiële liefjes, uitgekozen door drie mensen-die-er-verstand-van-hebben, trekt ze het land in om aan de hand van de woonsituatie van de heren zich een beeld te kunnen vormen van de desbetreffende man. Haar gezicht spreekt al boekdelen als ze de wijk inrijdt waar aanbidder nummer 1 zijn nederige stulpje heeft staan. En dan is ze nog niet eens binnen. “Waar heb je me nu weer heen gestuurd?” roept ze vertwijfeld tegen de draadloze verbinding met een RTL-redacteur. Het is de eerste keer dat we die zin optekenen uit haar mond. Onthoud ‘m even, want hij komt later nog meerdere keren terug.

Het is allemaal wel wat anders dan een villa in Brasschaat, geeft ze te kennen, als ze de keurige doorzonwoning van 50-jarige Peet aan een inspectie onderwerpt. Maar ze dondert pas echt met lichtsnelheid van haar voetstuk als ze vanachter het slaapkamerraam Peets heel modale tuintje overziet en hardop fantaseert hoe ze een mooie zomerdag hier door zou moeten brengen. Met een stretcher op het grasveldje, bedenkt ze dijenkletsend. Da’s mooi, want verder valt er bitter weinig te lachen, nu ze half Nederland in één klap beledigd heeft met haar snerende minachting.

Maar het kan allemaal best nog wat erger. “Oh god, waar heb je me nu weer heen gestuurd?” roept ze ten tweeden malen in het oor van de RTL-redacteur, als ze het onroerend goed van kandidaat Willem nadert. Willem is horecaondernemer. Willem heeft een markante kop, een goed gevoel voor humor en een afwijking voor roze. Maar dat verbleekt allemaal bij de aanblik van zijn leefomgeving. Konden we eerder nog spreken van terughoudendheid, nu laat La Tat zich gaan in onverholen walging, waarmee Willems kansen op die spreekwoordelijke wolk in zijn favoriete kleur al bij voorbaat verkeken lijken.

Dat drie maal niet altijd scheepsrecht is, beginnen we te vermoeden als Tatjana haar bolide richting Den Haag stuurt. De betondichtheid groeit met iedere meter die ze aflegt en haar gezichtsuitdrukking schuift evenredig richting onweer. Ze valt in herhaling, de schat. Waar heeft die oetlul haar nu weer heen gestuurd en het lijkt weer eens geenszins op een villa in Brasschaat. Wat zich middels huisdeursleutel nummer 3 aan haar ontsluit, lijkt opvallend veel op het gemiddelde vrijgezellenflatje zoals ik dat talloze keren van binnen heb mogen bekijken in mijn eigen datingjaren, al lagen daar de gebruikte papieren zakdoekjes meestal netjes in de vuilnisbak en niet naast het bed. Bewoner Dave stuit, ondanks zijn creatieve veroveringspogingen, op een muur van recalcitrante onwil. En moeder Branka had achter deze keurige vent nog wel een heel mooi huis gezocht!

En zo zeverzeikt de blondgelokte diva van het ene minpuntje naar het andere, zonder enig respect voor de modale mannen die ze zo graag wilde ontmoeten. Ik vraag me af in welke hoge toren ze opgesloten heeft gezeten.

En de heren zelf? Zij vinden Tatjana een interessante vrouw, anders dan anderen. Met een date met haar – al liep die dan bijzonder stroef en ongemakkelijk – is voor hen al een jongensdroom uitgekomen. Ze willen haar graag een tweede kans geven. En dan biedt de uitknop van mijn tv soelaas. Zo veel plaatsvervangende schaamte kan ik niet aan.

Onwillekeurig denk ik aan mijn moeder die bij ieder van mijn nieuwe veroveringen wilde weten of hij een ‘hoog iq’ en een ‘goed karakter’ had. Die twee begrippen verduidelijkte ze altijd met een tweetal handgebaren. Terwijl ze ‘hoog iq’ uitsprak, wreef ze met haar duim over de top van haar wijsvinger heen en weer en bij ‘goed karakter’ hield ze haar wijsvingers ongeveer 25 centimeter uit elkaar.

Ik wens Tatjana, zonder dat ik daar verder getuige van zal zijn, een vent met een ‘hoog iq’ en een ‘goed karakter’, al zal de afstand tussen de wijsvingers eerder rond de 1 meter 80 liggen, als ze niet uitkijkt.