Argumentloos protesteren

Er wordt de laatste tijd nogal gesputterd, geprotesteerd en gedemonstreerd. Met speciale dank aan kabinet Rutte. Dit tegenstribbelen helpt nog niet echt, of eigenlijk: helemaal niet. Dat het niet werkt ligt niet per se aan het kabinet, maar veel meer aan ons onvermogen om goed te sputteren, protesteren en demonstreren. 
Vorige week nog stonden op het Malieveld zo'n 15.000 joelende studenten. Met veelal grappige spandoeken toonden ze ons kabinet hoe boos ze waren. ‘Oprutte met dat zooitje in Den Haag.' In de column van gewaardeerd collega superworm kunt u er meer over lezen. Ik hoorde allerlei studenten en ook politici uit de oppositie roepen dat het kabinet niet om deze enorme groep mensen heen kon. Nou, dat konden ze wel hoor, geen enkel probleem. Omdat deze studenten zo weinig echte argumenten aandroegen, dat Den Haag zijn vingers niet eens hoefde te branden aan een dialoog met deze studenten.

Ik ben al een paar dagen ziek en heb - ondanks mijn column van vorige week over minderen/stoppen met televisiekijken - van onder mijn dekentje behoorlijk wat televisie gekeken. In verschillende programma's zag ik studenten die een vuist probeerden te maken tegen de aanstaande plannen van het kabinet. Zo nu en dan hoorde ik roepen dat ‘tijdens de wedstrijd de regels worden veranderd', dat is een goed argument! En daar mag je tegen demonstreren, want dat is bespottelijk. Maar veel vaker nog, overwegend eigenlijk, hoorde ik vooral argumenten als: ‘omdat Rutte thuis niet kan naaien, naait hij ons' en ‘Verhagen en Rutte waren zelf langstudeerders. Dus ze kunnen het niet maken, deze regel nu bij ons in te voeren'. Dat is klinkklare kul. Het is totaal irrelevant voor het onderwijs nu, hoe onze ministers in hun tijd hun studie hebben afgerond. Vroeger hadden een hoop ministers dienstplicht. Ik hoor nu niemand roepen dat wij weer in dienst moeten, want dat moesten zij ook. Dan heeft het ineens met andere tijden te maken. 
Ik ken een aantal (voormalig) langstudeerders en dat zijn (toevallig) allemaal lamzakken. Ik denk dat wanneer de mogelijkheid tot langstuderen ze minder was geboden, ze dit ook niet, of in veel mindere mate, hadden gedaan.

Ik vind niet dat het kabinet het kan maken, mensen die nu al heel lang studeren ineens te confronteren met de nieuwe regelgeving. En daar mag ook zeker tegen gedemonstreerd worden, maar demonstreer op dat soort standpunten. En niet op het feit dat iemand anders het ook heeft gedaan, of omdat 15.000 mensen het er niet mee eens zijn, want dat zijn geen argumenten. Om over de privésituatie van de minister-president maar te zwijgen.

Bij de Schreeuw om Cultuur-kwestie van eind vorig jaar was het hetzelfde verhaal, zij het in nog heftigere mate. Daar moest je soms echt zoeken naar steekhoudende argumenten. Begrijp me niet verkeerd, Ik hou van cultuur, maar alleen roepen dat het ‘belangrijk' is, is niet relevant. En dat werd zo veel geroepen dat de daadwerkelijke argumenten behoorlijk ondersneeuwden. 
Wanneer schreeuwen belangrijker wordt dan de inhoud, is protesteren zinloos. Tegenwoordig lijkt iedereen ergens een mening over te moeten hebben. (Ik ben hierin zelf ook niet altijd onschuldig, ik betrap mijzelf er ook op, dat ik heel stellig iets beweer zonder dat ik alle ins en outs ken.) Maar heel vaak zie je toch dat een protest ontaardt in geschreeuw en dat een discussie gevoerd wordt met veel te veel emotie. Emotie is niet constructief.

De situatie van Brandon is hiervan een schitterend voorbeeld. Brandon is licht verstandelijk gehandicapt en zit aan een tuigje aan de muur. Omdat hij gevaarlijk is. En op de televisiebeelden die we zien, vertelt hij ons ontroerend dat hij van dansen houdt, maar dat hij dat niet meer kan. Het hele land valt erover en iedereen is overtuigd dat het vreselijk is en zo niet langer kan. Het is gruwelijk en de zoveelste misstand in de zorg, het moet stoppen. Iedereen is daarvan overtuigd, maar zonder dat wij het dossier van deze jongen kennen. Misschien is die jongen, eenmaal in blinde woede ontaard, wel in staat om zijn begeleiding (bijna) dood te slaan. Zou kunnen. En dan? We discussiëren ons drie slagen in de rondte. Je kon vorige week de televisie niet aanzetten zonder hem in beeld te zien verschijnen, waarna een zogenaamde deskundige er iets over te vertellen had. Terwijl niemand de precíeze aanleiding kende van zijn lijntje.
Iedereen had er een mening over. En vond dat hij er een mening over moest hebben.

In mijn zieke dagen, onder het dekentje op de bank, heb ik eindeloos veel discussie- en actualiteitenprogramma's bekeken. Overal worden lukraak argumenten vandaan getrokken, of ze nou hout snijden of niet, er worden vergelijkingen getrokken die nergens over gaan. Het schijnt niet uit te maken, als je maar het idee geeft dat je weet waarover je praat. Als je maar een mening hebt, de argumenten bedenken we later wel een keer.
Is er dan helemaal geen hoop? Jawel! De drugsverslaafden. In een item van PowNews werd verslag gedaan van de start van een heuse flyeractie door drugsverslaafden. Het doel van de actie was de vooroordelen rondom drugsverslaafden de kop in te drukken. En daar hadden ze schitterende argumenten voor: 'Ja, ik ben dan wel drugsverslaafd, maar is dat erg? Andere mensen zijn aan koffie of chocolade verslaafd'. Ik was overtuigd, in één klap.