Wil je een date met mij?

Ik probeer mij wel eens voor te stellen hoe ze dat vroeger toch deden.

Lang, lang, zeker vijftien lange jaren geleden, in een wereld waar ze nog geen internet en mobiele telefoons hadden. Een wereld waarin ik ben opgegroeid, waarin ik naar ouderlijke huizen moest bellen om vriendjes te kunnen spreken en waarin ik als brugklasser brieven naar Franse vakantievriendinnetjes stuurde met het onbezonnen verzoek om foto’s ‘with not too many clothes on’. Die tijd. Hoe deden ze dat toen?

Boy meets Girl, in een kroeg, in een stad. Kroegen en steden hadden ze toen ook al. Hij vond haar mooi, zij wilde naar zijn verhalen luisteren. En een drankje met hem drinken. En hem haar verhalen vertellen. Het was leuk. Er was een klik. De kroeg ging sluiten.
Samen liepen ze naar buiten, naar de plek waar hun fietsen stonden. Fietsen hadden ze ook al, toen. Ze maakten hun sloten open, maar stapten nog niet op. Ze praatten nog wat. Dronken mensen kwamen en gingen. Ze lachten nog wat. De stad werd weer stil, maar de stilte wilde maar niet vallen. Ze draaiden wat om elkaar heen. De zon kwam langzaam op en dat was blijkbaar het teken waar ze op hadden gewacht. Er werd gezoend, er werd uitgebreid gezoend en in ieder geval hij begon zelfs al een beetje verliefd te worden op haar, daar, op dat moment.
Hij vroeg haar waar zij straks heen moest en zij zei dat hij nog niet met haar mee mocht. Niet nu al. En zeker vroeger nog niet. Misschien een andere keer.
Een andere keer. Zij wilde hem terugzien, een andere keer. Misschien. Maar hoe spraken ze dat dan verder af, vroeger? Mobiele telefoons waren er nog niet. Internet was er nog niet. Hij moest het haar vragen, duidelijk en direct, letterlijk. In levende lijven. Ze hadden elkaar pas net ontmoet en gelijk al moest hij al zijn kaarten op tafel leggen, niet wetende wie zij precies was, niet wetende of hij haar de volgende keer wel weer zo leuk zou vinden, en met de mogelijkheid op een keiharde afwijzing en een abrupt einde aan wat toch een prachtige avond had geleken. Je moet het maar durven. Ik zou het niet durven. Ik probeer mij wel eens voor te stellen hoe ze dat vroeger toch deden. Het lijkt mij doodeng.

Hoe anders is het tegenwoordig. Boy meets Girl. Zelfde stad, hippere kroeg. Nog steeds zijn er fietsen. Ze praten, ze klikken, ze zoenen. Nog steeds mag hij niet met haar mee. Hij vraagt haar nog één keer goed naar haar naam en fietst weg, zijn avond gevrijwaard van een mogelijke afgang, zijn ego gegroeid voor die avond en week. Hij is de hoek nog niet om of zijn iPhone heeft haar al gevonden op Facebook. Thuis aangekomen trekt hij zich af op wat er al is gebeurd, op wat er nog meer had kunnen gebeuren, op wat er een volgende keer zou kunnen gebeuren en dan valt hij in slaap.
De volgende dag wordt hij wakker met een kleine kater en een grotere trots. Hij loopt naar zijn laptop. En dan begint het spel.
Eerst doet hij de profielfotocheck. Er was bier in de kroeg en dan is er altijd de kans dat je de bierbril hebt gedragen, met een sterkte van soms wel +50%. Maar als het meezit, is ze nog net zo leuk als gisteravond en misschien zelfs nog een beetje leuker door de wetenschap dat je haar nu nuchter beoordeelt. Indien gedeelde ‘likes’ en leuke gemeenschappelijke vrienden ook in haar voordeel spreken, zet je daar de eerste digitale stap naar een vervolgdate. Je voegt haar toe als vriend. Op Facebook. Easy as that.
Maar dan begint het wachten. En het twijfelen. Waarom duurt het zo lang tot ze mijn vriendschapsverzoek accepteert? Zou ze mij wel willen toevoegen? Ben ik soms niet door haar profielfotocheck heen gekomen?
Een paar uur later verschijnt de verlossende notificatie in je beeldscherm. Ze wil best vrienden zijn. Op Facebook. Ze is online en ze is nu aan het checken wat jij op je profiel hebt staan. Gespannen wacht je af of ze een post achterlaat. Of een like. Iets.
Ondertussen bekijk je haar foto’s, haar vriendschappen, haar meest recente en haar veel minder recente wallposts. Er staan bijna geen mannen op haar foto’s en dat stemt je tevreden. Ze is laatst vrienden geworden met een jongen die jij kent en dat maakt je jaloers.
Zij vindt jouw status leuk en jij vindt haar status leuk. Meer wil je niet doen, dat valt te veel op. Dat is te eng. Een impasse is geboren. Je blijft nog een tijd lang dagelijks haar profiel checken en dan kom je in de stad een ander meisje tegen. De impasse wordt een vicieuze cirkel. Een paar maanden later zie je dat zij haar status heeft veranderd van ‘single’ naar ‘is now in a relationship’. Met die jongen die jij kent.

Niet iedereen zal zich hierin herkennen. Niet iedereen gebruikt Facebook, of Hyves, of wat dan ook zo intensief. Niet eens iedereen heeft een digitaal profiel. Gelukkig, zo zullen zij denken, gelukkig regel ik dit gewoon via de sms. Want waar de letterlijke, ouderwetse en directe vraag om een date te eng is, kan je door tactisch goed te sms’en de situatie naar jouw hand zetten. In berichtjes van zo’n 140 tekens.
Dat lijkt weinig, maar dat is verdomd veel. Want achter al die 140 tekens kunnen miljoenen verborgen boodschappen zitten. Een x’je meer, een uitroepteken minder. En, niet te vergeten, het belangrijkste van alles, zeker in de beginfase, zeker na die eerste zoen, na die eerste nacht, wanneer het nog compleet onduidelijk is of het eventueel potentie heeft of dat het van één van beide kanten niets meer was dan een eenmalig foutje, een onhandig ongelukje, een honest mistake: Het Vraagteken.
Was het nog leuk bij jouw broer gisteravond? Ga je nog iets leuks doen vandaag? Vind jij het park naast de schouwburg ook een fijner park dan het park naast de rechtenfaculteit?
De Antwoorden, die doen er niet toe. Voor De Antwoorden wordt De Vraag niet gesteld. Ja, het was leuk bij mijn broer gisteravond. Nee, ik ga niets leuks meer doen vandaag. Mwoah, ik vind het park naast de schouwburg ongeveer een even fijn park als het park naast de rechtenfaculteit. Dat zijn geen bevredigende reacties. Dat zijn niet De Antwoorden op De Vraag, want dat was allemaal De Vraag niet.
Ja, was gezellig, mijn broer vroeg nog naar jou . Nee, ik heb nog geen plannen voor vandaag, jij wel? Mmm, ik weet het niet, misschien moeten wij die parken maar eens samen uittesten . Dát zijn bevredigende reacties. Dát zijn De Antwoorden die je op De Vraag wil krijgen. Een vraag terug. Een hint dat het goed zit. Een opening naar een volgende date.
De Vraag is in sms-correspondentie de scheidsrechter van de fase van Boy meets Girl. Wat De Vraag precies is, dat doet er amper toe. Sterker nog: Hoe onzinniger De Vraag, hoe beter. De aanwezigheid van De Vraag betekent dat je door mag naar de volgende ronde. Schittert De Vraag echter in afwezigheid, dan is dat het eindsignaal. Game Over. Geen continue. Geen reset. Het spel is gespeeld. Het spel heeft zijn tegenspeler verloren. Op naar de volgende.
Maar dat wil je niet geloven. Niet nu. Het was toch zo leuk? Dus je stuurt nog een sms’je en je wacht tot je er één terug krijgt. Een uur, twee uur. Dat is normaal. Zo lang heb jij zelf ook gewacht met het sturen van een berichtje. Drie uur, vier uur. Ze zal nog wel bij haar broer zijn. Vijf uur, zes uur. Je belooft jezelf dat je de komende twee uur niet meer op je telefoon zal kijken. Zeven uur, acht uur. Je hebt je telefoon de afgelopen twee uur zes keer aan- en uitgezet, wellicht is er iets mis mee. Negen uur, tien uur. Je stuurt haar nog een sms’je. Vijf over twaalf: je krijgt eindelijk een berichtje terug. 60 tekens. Geen Vraag.

Twee dagen geleden leek ik eventjes verliefd te worden op haar, daar, op dat moment. Nu verwijder ik de Facebookapplicatie van mijn iPhone, alvorens ik het apparaat door de wc spoel. Ik pleeg digitale zelfmoord en ik ga met mijn fiets naar een kroeg in de stad. Vanavond ga ik het doen zoals ze het vroeger deden. Ik stel haar gewoon mijn vraag.