Hoe was je weekendwip? (Deel 13)

Huwelijksperikelen in een serie. Vrachtwagenchauffeur Michael, bankbediende Monique. De vorige aflevering lees je hier.

Met een diepe zucht parkeert Michael zijn vrachtauto op dezelfde parkeerplaats als gistermiddag. Snel loopt hij naar binnen. Zouden ze zijn mobiele telefoon hebben gevonden? Shirley staat bij de koffietafel. Een glimlach komt op zijn gezicht en even is hij zijn sores vergeten. “Hee, schoonheid. Alles goed? Ik heb gisteren mijn mobieltje hier laten liggen, ik was benieuwd of iemand het gevonden heeft.” Langzaam draait Shirley zich naar hem toe. Ze voelt in haar zak. Haar blik is ijzig. Ze lijkt wel boos.
“Is dit jouw telefoon, Michael?” vraagt ze met een kille klank in haar stem. Michael is opgelucht. “Ja, bedankt, geweldig,” zegt hij, terwijl hij zijn hand naar het ding uitsteekt. Maar Shirley steekt de telefoon in haar zak. “Even geduld. Je hebt toch geen haast?” vraagt ze. “Nou… Eigenlijk wel,” aarzelt Michael, “ik ga nu een paar weken op vakantie, maar daarna kunnen we snel wat afspreken, goed?” “O, wat leuk! Op vakantie. Daar zal je wel aan toe zijn, na het ongeluk. Waar ga je heen? En ga je alleen?” Tjonge, wat stelt ze veel vragen! En ze lijkt zo anders dan gisteren. “Ja, ik ga alleen. Maar wat is er met jou?” Shirley lacht even kort. “Tja, wat zou er zijn? Geen idee. Ik weet alleen, dat ik gistermiddag met een vrijgezelle jongen heb liggen vrijen, maar die blijkt ineens hartstikke getrouwd te zijn, en heeft tijdens de bevalling van Monique mij van alles op de mouw gespeld!”
Het zweet breekt Michael uit. Hoe weet ze dat allemaal? De gekste dingen komen op in zijn hoofd. Heeft Monique alle tankstations gebeld? Of zijn baas? Uiteindelijk is hij al 24 uur onbereikbaar voor iedereen. Zodra hij gisteravond merkte dat zijn mobieltje weg was, heeft hij de wagen omgedraaid en is hij achter mekaar doorgereden om maar zo weinig mogelijk tijd verloren te laten gaan. Misschien was het loos alarm, maar Monique zou alleen bellen als er iets was, en anders zou hij haar elke avond bellen, dát was de afspraak.

“Stom, om je telefoon niet te beveiligen met een pincode,” gaat Shirley vilein verder. “Ik was wel nieuwsgierig, toen ik vanmorgen op mijn werk kwam, en Edith vertelde, dat jij je telefoon had laten liggen. Dus ik heb het ding aangezet, en interessant. Zestien gemiste oproepen, een paar voicemailberichten van Monique. Ze was op zoek naar je, want jullie baby was onderweg. Ook heb ik de foto’s bekeken. Mooie meid, die Monique. Jullie vormden ook een mooi bruidspaar.” Michael heeft genoeg van dit gesprek. Hij grist zijn mobieltje uit de hand van Shirley. Zonder iets te zeggen beent hij naar de deur, maar Shirley houdt hem tegen. “O ja, Michael, je vindt het toch niet erg dat ik Moniques nummer even heb genoteerd? Ik wil haar toch wel even bellen om te vragen hoe de bevalling is gegaan. En wat het geworden is. Gefeliciteerd, Michael! Ik hoop dat je een betere vader wordt dan echtgenoot!” Ze schreeuwt hem deze laatste woorden toe, en zonder iets te zeggen loopt Michael met een bonkend hart naar zijn vrachtwagen. O, wat is hij stom geweest. Als hij een pincode op zijn toestel had gehad, dan had Shirley nu niet alles geweten. Wat een trut! Gewoon een beetje in  zijn privéleven zitten snuffelen, hoe brutaal wil je het hebben?

Even moet Michael zichzelf bij elkaar rapen, voordat hij durft te bellen. Hij heeft zijn verhaal al klaar. “Met Monique,” hoort hij even later de stem van zijn vrouw. “Hee schatje, met mij, hoe gaat het?” Hij hoort haar snikken. Van opluchting? “O Michael, ik heb je steeds gebeld… Je bent vader! We hebben een dochter! Maar waar was je nou?”
“Een dochter? Maar… Maar dat is geweldig! Ik kom zo snel mogelijk naar je toe, lieverd!” “Ja, maar waar zat je nou?”
“Schat, ik heb heel veel pech gehad. Toen jij mij belde, stond ik met pech langs de snelweg. En mijn batterij was op. De vrachtwagen deed niks meer, dus ik kon ook de accu niet opladen, het spijt me verschrikkelijk…”
“Kom maar gauw naar me toe, ja?”
“Ja, ik kom zo snel mogelijk. Ik mis je… Is het allemaal wel goed gegaan? Wie was er bij je?”
“Mijn moeder is de hele tijd bij me gebleven, en de bevalling is heel goed gegaan. Maar ik heb jou zo verschrikkelijk gemist, en ik vind het zo erg, dat we dit niet samen hebben kunnen delen…” Michael hoort aan haar stem dat ze huilt.
“Bij de tweede ben ik er zeker bij,” probeert hij een grapje te maken. “Over een paar uur ben ik bij je.”
Michael belt zijn baas. Martijn is woedend. “Waar zat je? Je was gewoon niet te traceren! Je moet zo snel mogelijk Monique bellen.” “Ik ben al onderweg,” zegt Michael kort, en dan rijdt hij, zonder zich ook maar iets aan te trekken van maximumsnelheden naar het ziekenhuis waar zijn vrouw en dochter op hem liggen te wachten.

Ongeduldig kijkt Monique naar de deur. Waar blijft Michael nou? Ze kan haast niet wachten om hem hun mooie dochter te laten zien. Ze kijkt naar het kleine kindje in haar armen. Wat een prachtig meisje! Het was een bevalling volgens het boekje, maar ze heeft nooit geweten dat een bevalling zo ingrijpend zou zijn. En ze heeft het vreselijk gevonden, dat Michael er niet bij was. Het had haar een vertrouwd gevoel gegeven om haar moeder naast haar bed te weten, maar dat ze deze ervaring niet met Michael had kunnen delen, stemde haar achteraf verdrietig. Tijdens de bevalling had ze er op een gegeven moment niet eens meer erg in gehad wie er nou naast haar bed zaten, ze was erg in zichzelf gekeerd geweest en druk met het opvangen van weeën, maar toen de kleine Lisa op haar buik werd gelegd, had ze gehuild omdat ze dit moment niet met haar man had kunnen delen.
Ineens staat hij in de deuropening. Wat onzeker blijft hij staan en kijkt zoekend rond. Er liggen zes dames op zaal, maar dan heeft hij haar gevonden. Een warme lach komt op zijn gezicht en hij haast zich naar haar bed. Huilend beantwoordt ze zijn zoen en dan kijken ze samen naar het kleine wonder in haar armen. Ook Michael voelt tranen in zijn ogen. Zijn kind! Hier ligt zijn kind! Even drukt hij een herinnering weg. Het mooie, het pure is eraf. Hij heeft iets vreselijks gedaan, terwijl zijn vrouw het leven schonk aan zijn dochter. Terwijl hij in zijn vrachtwagen lag te vozen met een andere vrouw, kwam de kleine Lisa ter wereld. “Wanneer is ze geboren?” vraagt hij, terwijl hij met zijn grote mannenhand onhandig het kleine hoofdje van Lisa streelt. “Vannacht, om drie uur,” antwoordt Monique.Een gevoel van opluchting maakt zich meester van Michael. Gelukkig, toen was hij op de terugweg, en zijn gedachten waren alleen maar bij zijn vrouw. Hij had het afschuwelijk gevonden als hun kindje gistermiddag geboren was. Natuurlijk, hij hield zichzelf voor de gek. Maar goed, gebeurd was gebeurd, dat kon hij toch niet meer terugdraaien. En het tankstation waar Shirley werkt, daar rijdt hij voortaan met een grote boog omheen, hij heeft daar niets meer te zoeken.

Monique en Michael hebben een hoop te bespreken. Monique vertelt hem alle details van de bevalling. En Michael luistert. Dat is wel het minste dat hij kan doen. Voorzichtig houdt hij zijn dochter vast en ontroerd kust hij het minuscule gezichtje. Wat ontzettend mooi, wat een prachtig kindje. Eigenlijk praat Monique helemaal niet meer over het feit dat hij de bevalling heeft gemist, en, nóg belangrijker: de reden waaróm. Hij komt er mooi vanaf.
Hij vindt het helemaal niet erg, dat hij overladen wordt met taken. Morgenochtend moet hij Lisa gaan aangeven bij het stadhuis, de geboortekaartjes zijn dan ook klaar, en Monique mag morgenmiddag met de kleine meid naar huis.
“Ik ga nu de vrachtwagen naar de zaak brengen, ik mag hier eigenlijk helemaal niet staan,” zegt Michael na een tijd, en staat op. “Vanavond ben ik terug, met je moeder. Oké?” Monique knikt. Ze is moe en kan best een tukje gebruiken. “Zorg wel, dat je op tijd bent voor het eten, mama rekent op jou, goed?” Michael knikt en geeft haar nog een voorzichtige kus. “Komt goed, tot vanavond!” En een stuk vrolijker dan een paar uur geleden stapt Michael opnieuw in zijn Scania.

“Gefeliciteerd, man!” Martijn geeft Michael een mep op zijn schouder. “Een dochter, hartstikke leuk. Maar ik moet even met je praten, loop je even mee naar kantoor?”
Even later zit Michael tegenover zijn baas. “Om maar met de deur in huis te vallen: Ik heb een telefoontje gehad van ene Shirley. Man, wat ben je stom geweest! Kijk, dat jij je vrouw loopt te bedonderen, dat is jouw zaak, al keur ik dat enorm af, maar dat je je hele hebben en houwen aan je neukertje hebt verteld, dáár kan ik niet bij. Ze heeft me gebeld. Alles weet ze van je. Behalve je telefoonnummer. Maar ze heeft een boodschap voor je. Ze wil geld. En als je het niet geeft, dan gaat ze Monique bellen om haar het hele verhaal te vertellen. Jongen, wat zit jij in de penarie!”
Michael heeft het gevoel alsof de grond onder zijn voeten verdwijnt. Zijn hart bonkt in zijn keel. Hij wil Monique niet kwijt. En zijn kleine dochtertje ook niet. Wat moet hij doen? Alsof Martijn zijn gedachten kan raden, geeft hij Michael zijn visie: “Er zit maar één ding op, jongen. Je zult je escapades moeten opbiechten bij je vrouw.”

De volgende aflevering lees je hier.