Adult Dutch Delight

Is het nu echt erger geworden? Worden diagnoses sneller gesteld of worden er sneller stempels op mensen geplakt? Zijn sommige stoornissen enkel een verzinsel om ongewenst gedrag te verklaren? Of was er vroeger minder ongewenst gedrag? Is het een modegril of is het een bewijs van opvoedkundig onvermogen?
Ik heb het natuurlijk over de vele psychologische en neurobiologische aandoeningen, waar je de laatste jaren mee dood wordt gegooid. ADHD. ADD. Depressiviteit. Psychoses. Manisch-depressief. Persoonlijkheidsstoornissen. Autisme. Asperger. PDD-NOS. Combinaties van deze en nog meer aandoeningen. Soms lijkt het wel een uitzondering als je nog een geestelijk gezond kind op de wereld zet!

Nu geloof ik wel dat er inderdaad nogal eens verdomde snel een ziektebeeld wordt opgehangen aan een beroerd opgevoed kind. Als een kind altijd maar zijn of haar zin heeft gekregen en op geen enkele manier is voorbereid op het echte leven, komt er een moment dat het leven zich tegen het kind keert. Zonder het juiste gereedschap, gaat zo'n kind daar gegarandeerd slecht op reageren. Is het niet op school, waar ineens wel eisen worden gesteld, dan is het wel op straat. En dan gaan ze echt een keer naar de kloten.
Het gevolg? Ouders die vinden dat zij altijd gelijk hebben, eisen nu ook hun gelijk bij de GGZ en eisen een stempeltje ADHD om hun eigen falen te verhullen. Ik meen het: dit gebeurt letterlijk zo.

Ook hulpverleners hebben hier overigens een handje van. Ik heb gezien hoe jongeren sneller de Wajong in werden geflikkerd, dan dat een gewoon gezin met kinderen ook maar een eerste uitkering voor elkaar krijgt in een crisissituatie. Gelukkig verandert dit intussen weer, maar de situatie is een tijdje zo geweest, dat een hulpverleningstraject gewoon stopte bij de diagnose ADHD. Dan was het meteen de Wajong, waar ze nooit meer uitkwamen. Pure luiheid in de hulpverlening!

Toch zijn deze zaken ook weer geen pure verzinsels. Er is een aantal afwijkingen, dat gewoon middels een scan en/of andere tests kunnen worden aangetoond. Stofjes die bij de één wat meer of minder aanwezig zijn dan bij de gemiddelde mens. Verkeerd aangesloten kabeltjes in de hersenen. Neurotransmitters, die nét wat anders werken. En van deze dingen is wetenschappelijk aangetoond dat daar ook afwijkend gedrag bij hoort. Bewezen feiten dus.

Maar komt dit dan vaker voor dan vroeger? Ik denk het niet. De evolutie heeft in honderd jaar tijd geen plotselinge verandering in de werking van hersenen veroorzaakt. In het begin van de vorige eeuw moeten deze ziektebeelden dus ook aanwezig zijn geweest. Alleen lijkt het erop dat men er toen minder last mee had.
Gewenning? Voortschrijdende wetenschap? Meer alertheid? Of was het toen gewoon niet zo'n probleem om een iets anders werkend brein te hebben? Ik vermoed het laatste.

In een tijd waar de wereld niet veel groter was dan het eigen gehucht, dorp of de eigen wijk, stond de druk ook in verhouding tot die kleine wereld. Wie naar verhouding te hard wilde gaan, had weinig gelegenheid om daadwerkelijk al te grote ambities uit te voeren. Er waren weinig prikkels om een brein te overvoeden. Je afkomst bepaalde je toekomst. Je omgeving bepaalde het tempo. Een ideale omgeving voor mensen die veel vastigheid nodig hadden.

Misschien zijn het de toegenomen prikkels en uitdagingen van de moderne wereld, die al deze uitzonderingen in het menselijk brein uitvergroten. Een iets te overactieve of juist een wat teruggetrokken persoonlijkheid waren een eeuw terug wat minder een probleem. De één werd houthakker en de ander was vast wel goed met cijfers. En een enkeling wist zijn specifieke kwaliteiten juist uit te buiten en werd een groot Nederlander. Maar nu komt de informatie en de maatschappelijke druk, als een constante stroom binnen vloeien in ieder willekeurig brein.

De diagnose moet nog officieel door de GGZ worden gesteld, maar zelf ben ik er intussen wel een eind uit. Naast het nodige speurwerk op internet, heb ik ook een aantal deskundigen en ervaringsdeskundigen gesproken. En het feit dat ik in korte tijd alweer bijna alles weet op dit gebied en zonder problemen een hoop zaken uit mijn heden en verleden aan elkaar kan liëren, is feitelijk ook meteen een stuk bevestiging van het feit op zich.
Naar alle waarschijnlijkheid heb ik de last, of misschien juist de gift, van Attention Deficit Disorder. ADD.

Het volgende nummer is een speciale compositie met een speciale naam. ADD heeft z'n nadelen. Ook z'n voordelen. Een voordeel is dat ik binnen drie uur het volgende stuk heb bedacht en opgenomen. Een 'afwijking' levert nu eenmaal ook veel verrassingen op.