Sla ze verrot

Het is bijna sluitingstijd. Hij maakt de kas vast op. Hij heeft geen hond in de winkel gehad vandaag. De reclameborden heeft hij al van de straat gehaald. Hij houdt de winkel nog even open, tien minuutjes, tot het zes uur is. Niet dat het nodig zal zijn, maar toch, een winkelier sluit niet voor zessen. Je weet nooit wat er op de valreep te verkopen valt. Hij denkt het al weken, maanden misschien wel. Je weet nooit wat er op de valreep te verkopen valt, op de valreep van het faillissement.

Drie voor zes. Het belletje bij de winkeldeur klingelt. Toch nog een klant? Een ietwat verwilderde jongen met een pokdalig gezicht stapt enigszins hinkend binnen. De winkelier schuift zo onopvallend mogelijk zijn geldlade onder de toonbank. Hij neemt zich voor vanaf morgen zijn geld achter in het kleine magazijn te tellen, of na zessen. Er zit niet zo heel veel geld in zijn kassa, maar je moet niemand op het idee brengen dat er wat te halen valt. Wat was ook alweer die spreuk om mensen alert te maken op auto-inbraken? Niets erin, niets eruit. Zoiets. Als mensen niets in je auto zien liggen, hebben ze ook minder reden om de ruit in te tikken.

"Geld! Geef me je geld!" De winkelier schrikt van de luide agressieve stem van de jongen. Hij had wat rondgedwaald tussen de schappen, maar stond ineens voor de toonbank. De jongen zwaait gevaarlijk met een groot glimmend mes. "Je geld ouwe! Je geld! Of moet ik je steken?" Even duizelt het bij de winkelier. Wat gebeurt hem nou? Maar hij herpakt zich vlug. Actie is vereist. Probeert deze jongen hem nou werkelijk te beroven? Staat die snotneus hem nou te bedreigen met een mes? "Geld ouwe! Ik steek je neer! Geld!"

De hand van de winkelier flitst naar voren. Hij grijpt de pols van de arm waarmee de jongen het mes vast heeft. Hij zet zijn nagels in het vlees. Hij knijpt zo hard als hij kan. De jongen is te geschokt van de reactie van de winkelier om iets terug te doen. De winkelier trekt de hand met het mes hard naar zich toe en slaat het hard op de toonbank. De jongen gilt. En laat het mes vallen. Hij trekt de jongen nog verder naar voren. Tot zijn bovenlichaam op de toonbank ligt. Met een gebalde vuist slaat de winkelier hem vol op zijn neus. Een keer. Nog een keer. De neus breekt. En nog een stoot. Bloed spat rond. Hij laat de pols los, in een flits ziet hij dat de pols ook bloedt. Hij grijpt hem met twee handen bij zijn haar en slaat hem met zijn hoofd op de toonbank, een grote barst ontstaat in de glazen plaat. De jongen gilt. Zijn hoofd bloedt op meerdere plekken. De winkelier trekt de jongen over de toonbank. Hij valt hard op de stenen vloer. De winkelier trekt hem een stukje omhoog. De jongen smeekt of de winkelier wil stoppen. Hij kermt. De winkelier sleept de jongen mee, naar achter. De deur van het magazijn staat open. "Overeind! Ga staan!" Als de jongen staat, trapt de winkelier hem het magazijn in. Hij trekt de deur achter zich dicht, draait de deur op slot en belt de politie.

'Geweldig dat mensen dat doen' en 'sla ze maar verrot'. Dat zei burgemeester Albert van den Bosch in een reactie op de actie van een winkelier in Zaltbommel, die overvallers met een karatetrap succesvol verjoeg. 'We blijven het maar nemen. Dat helpt ons niet. Sla ze maar verrot. Ik vind dat mensen het recht hebben van zich af te slaan en te schoppen', aldus de burgemeester.

De winkelier is vandaag precies op de helft van zijn detentie. Hij moet zitten voor ernstige mishandeling. Hij heeft burgemeester Albert van der Bosch meerdere brieven geschreven. Hij wacht nog altijd op reactie.