A-sociaal, onverschillig en zonder gevoel

Eergisterochtend had ik het weinig smakelijke genoegen om, bij het afdrogen na de dagelijkse douchebeurt, mijn lichaam enigszins zijdelings te bekijken. Licht voorovergebogen om het hinderlijk aanwezige vocht van het rechterscheenbeen te verwijderen, zie ik hoe mijn buik aan mijn lichaam bengelt als een baby in een draagzak. Geschrokken recht ik mijn schouders. Zeker tien minuten slaag ik er in om mijn buik in te houden. Ik moét nou toch echt eens gaan trainen.
Lang mag mijn wanhoop niet duren, want over een kwartier moet ik de deur uit.

Niet veel later sta ik in de file op het kruispunt Jan Hendrikstraat/Prinsegracht. Kijkend naar links zie ik de wanstaltige helling van Station Grote Markt, die het aantrekkelijk ogende plein van die naam aan het zicht onttrekt. Resultaat van de manifestatiedrift van een megalomane architect. Krijgt die Koolhaas met de opdracht voor de Haagse tramtunnel eens de kans zich bescheiden te uiten door netjes ondergronds te blijven met zijn wansmaak, moet ie alsnog opvallen door zijn draconische ideeën als een gezwel uit de grond te laten opbollen. Wat een gebrekkig verantwoordelijkheidsbesef! Een stad kan immers zijn buik niet inhouden.
Lang houdt de verontwaardiging niet aan, want achter mij wordt ongeduldig getoeterd.

Rond half één die middag moet ik plotseling komen opdraven op het hoofdkantoor van mijn werk, een nietszeggend gebouw in een nietszeggende kantorenwijk van het nietszeggende Rijswijk. Wat volgt is geen crisisberaad, zoals verwacht, maar een in de sfeer van ‘gezamenlijk de schouders eronder’ gebrachte oekaze dat er mensen uitgeflikkerd moeten worden. En of we er in de dan ontstane wanverhouding tussen top en uitvoering zorg voor willen dragen dat de wachtlijsten worden weggewerkt. De buik wordt hier afgekneld door een sterk aangehaalde broekriem.
Lang mag de vakinhoudelijk gemotiveerde verbijstering niet duren, want de angst regeert.

’s Avonds laat hang ik voor de buis. Verveeld, maar ook geagiteerd onderga ik de herhaling van het journaal, waarin min of meer terloops gewag wordt gedaan van 40 doden bij een aanslag in Bagdad en waarin vervolgens ruim aandacht wordt besteed aan de ingegroeide teennagel van de minister-president. Om het absurdisme wat op te voeren, consumeer ik nog een teletekstbericht over Islamitische eikels die hun voorhuid terug eisen.
Kennelijk om ons te doordringen van de ernst van de penibele situatie waarin onze premier verkeert, wordt het nieuws na luttele ogenblikken letter voor letter herhaald. En dat dwars door een teletekstbericht over de zoveelste Afrikaanse hongersterfte heen. Omdat ik m'n buik vol heb van zoveel humane nuance, druk ik nijdig op de ‘uit’-knop.
Lang mag de kwaadheid niet duren, want ik heb mijn slaap hard nodig.

Wat te verwachten viel, gebeurt. ‘s Ochtends word ik doodmoe wakker; ik heb langdurig en intensief gedroomd. In het wekelijkse vragenuurtje met de minister-president wordt deze -zo droom ik- aangeduid met ‘onze nationale klootzak’. Hetgeen volstrekt legitiem lijkt, gegeven het feit dat onze democratisch gekozen voorman nieuwe stukjes huid op zijn pijnlijke neus getransplanteerd heeft gekregen. En zojuist is bekend geworden dat het stukjes voorhuid en scrotum blijken te zijn, die bij een onoordeelkundige besnijdenis waren overgebleven. Zelfs zodanig onoordeelkundig dat in de stukjes voorhuid zich nog delen van het zwellichaam hebben bevonden. Hetgeen nog in de uitzending zichtbaar wordt, want elke keer als de premier ons voorliegt over het dubbele paspoort van zijn staatssecretaris, trekt het bloed naar zijn hoofd en zien we zijn neus aanzienlijk opzwellen. Seksueel hevig opgewonden komt zijn vriend Wilders vervolgens de live-uitzending verstoren, uitroepend: ‘Lieg, kreng, lieg!!!’

In mijn droom verlang ik naar mijn remslaap, maar architect Rem Koolhaas vormt hierop de rem. Ik zie hem z'n eigen tunnel in vluchten, achtervolgd door 40 slechthorende Islamieten. Deze zijn in de veronderstelling dat het Lange Voorhuid hier ergens in de buurt moet zijn en die gaan ze nu terug eisen. Koolhaas weet te ontkomen tussen z'n eigen Remsporen, maar als nietsvermoedend aanstaand passagier van lijn 2 sta ik op Station Grote Markt plotseling tegenover 40 rovers. Met stalen zenuwen verwijs ik ze naar de parkeergarage, één verdieping hoger. Dáár hoor je immers Rovers te parkeren. Ze pikken de smoes en gehaast pak ik de strippenkaart op die ik in de consternatie heb laten vallen. In het glas van de transparante lift zie ik hoe een baby aan mijn lichaam bengelt. Afvallen is dus simpel een kwestie van postnataal abortus plegen, schiet het geruststellend door mij heen.

Eenmaal in lijn 2 kom ik wat tot rust. Er wordt via video over mijn veiligheid gewaakt en ik moet zeggen dat ik de film: "Ali Baba en de 40 fistfuckers" best goed vond. Toch zie ik mij genoodzaakt om onderweg een zootje collega’s uit de tram te flikkeren. Op die manier nemen de wachtlijsten bij de haltes zienderogen af. Uiteindelijk kom ik uit bij de eerste binnenhaven in Scheveningen. Hongerig stap ik op de eerste de beste viskraam af. Ik sluit aan in de rij van 40 slechthorende fistfuckers. Teleurgesteld draaien ze zich één voor één om; hier worden geen fistfuckers verwacht, maar fishfuckers. “Verkiert versjtaan, mieneer”, hoor ik een keer of negenendertig. Ik leg de kortaangemeten visboer uit wat slechthorendheid is en bestel drie nog wonderlijk maagdelijke haringen.

De geur van haring brengt me terug in de Tramtunnel. Ik kijk in het rond; geen vis en toch het aroma ervan. Maar dan zie ik Koolhaas, architect dus narcist, met de broek op de hielen zichzelf bewonderend in het spiegelend glas van het trappenhuis. Zijn rechterhand omstrengelt een erectie: Handrem Koolhaas! Ik laat hem voor wat ie is. Ook al vanwege het bericht op de lichtkrant dat lijn 6 wordt omgeleid vanwege een aanslag op zwembad de Houtzagerij: Dag Bad! Meteen denk ik aan de aanslag op mijn wasbak. Die was ook niet mis, maar gelukkig had ik schuurmiddel in huis. ‘Schuurmiddel’ is Zuid-Afrikaans voor ‘schrale taille’ en die hebben de meeste Afrikanen voordat ze de hongerdood sterven.

Tevreden stel ik vast dat de cirkel rond is en dan gaat de wekker. Bij het afdrogen na het douchen sla ik het rechterscheenbeen over, ik neem een andere route naar mijn werk, zeg snel en zakelijk twee medewerkers ontslag aan en ‘s avonds zit ik met vrienden in de kroeg in plaats van voor de TV. ‘s Nachts beleef ik een droomloze slaap. Kwiek word ik wakker, klaar voor een nieuwe productieve dag! Sinds ik mijn eigen normen en waarden overboord heb gegooid en die van minister-president Pinokkio heb aanvaard, leef ik vrij van zorgen: a-sociaal, onverschillig en zonder gevoel.

Nog even en ik word liberaal…