Paling met ballen

Half wegdromend over een carrière als stand-in Volendammer hoor ik cabaretier Eric van Sauers op tv. Hij vertelt dat er zeven dagen per week voetbal op tv is. Met een denkbeeldige paling in mijn hand droom ik verder over de Dijk en feestjes waar iedereen mij meneer Smit noemt. Ik zie mogelijkheden. Volendammer zijn verdient goed, want je mag 24/7 zendtijd claimen.

Zeven dagen per week Volendam, zou ik het kunnen? En inderdaad, zeven dagen per week voetbal. Ik geloof Eric in het begin niet. Hij heeft toch gelijk. Op zaterdag en zondag Eredivisie, op dinsdag tot en met donderdag Europees voetbal en op maandag en vrijdag praten over voetbal. Nog maar te zwijgen over Beker, Eerste Divisie, midweekse speelrondes Eredivisie, dames, Oranje, Jong-Oranje, Oranje onder 21, 19, 17, 16, vul maar iets in. Verrek.

Dan komt het besef naar boven. Ik kijk zeven dagen per week naar dat voetbal. Ik zit zelfs met een Jupiler (verdomme, de sponsor heeft het voor elkaar) op maandag en vrijdag op de bank naar Voetbal International te kijken. Ik zap bewust naar een programma waarin drie mannen praten over voetbal.

Dokter, geef me een spuitje.

En waarom? Waarom zap ik naar 7? Het is toch iedere keer hetzelfde verhaal. Twee keer per week een pratende pot gel 'uit de provincie', een brommende snor waarvan ik zeker weet dat er nog onbekende diersoorsten in rondzwerven en een grijze lachebek die vertellen dat Manolev niks kan, Ajax te veel wil maar zonder Suarez niets kan, Feyenoord nagenoeg falliet is en dat ze die man van de homevideo’s zo missen. Toch zorg ik dat ik op maandag en vrijdag de afwas gedaan heb voor half negen.

Ik ben erachter. Wij mislukkelingen praten graag over mensen die het wel gemaakt hebben. Wij hebben helden nodig. Mensen die iets bereikt hebben waar wij ooit van droomden. Ook luisteren we graag naar anderen die daar een mening over hebben, zodat wij de heldenstatus kunnen bevestigen, of de man met de afwijkende mening kunnen afzeiken. Mede door die praatprogramma’s hebben profvoetballers voor mij bereikt wat mij nooit zal lukken. Er wordt over ze gepraat en dat wilden wij toch ook altijd?

De grootste held van Nederland en verre omstreken is voor mij Wesley Sneijder. ‘Grootste’ moet je dus figuurlijk zien. Ik bewonder hem het meeste van alle voetballers en eigenlijk van alle mannen. Niet omdat hij zo’n waardevolle speler is voor Oranje en Inter. Niet omdat hij tweebenig is. Dat weet ik weer omdat ik naar die brommende, ongeschoren cassetterecorder met herhalingsfunctie en de lachende zwartbril kijk. Nee, Wesley heeft iets gedaan waar iedere Nederlandse man jaloers op moet zijn: Yolanthe. 

Dat Wes Yo doet, trouwt en pretendeert van haar te houden en zelfs katholiek voor haar is geworden: het zal me een zorg zijn. Ik zet Wesley op een voetstuk hoger dan het Monument op de Dam, met trapje, omdat hij door een soapie te sneijden Jan Smit genaaid heeft. En iedereen die Jan Smit naait, is voor mij een held. Hij heeft Jan Smit in z’n hempie gezet. Een hempie met zijn eigen naam erop.

Sorry Jan, het is niet persoonlijk. Er is gewoon geen groter contrast mogelijk dan dat tussen een Eindhovenaar (ik) en een Volendammer (jij). Ik kan niet zo goed tegen die Volendamse drift tot het overal en altijd aanwezig zijn in heel Nederland, op tv, in advertenties, in alle bladen en kranten, in bushokjes en op kleding. Geert, zet de bestrijding van de Islamisering van Nederland maar even op een laag pitje. De Volendamisering is veel erger. Een tsunami aan palinglucht aalt over Nederland. Help ons! Er gaat geen dag voorbij zonder een Smit, Keizer, Schilder of Veerman ergens in mijn nabijheid. En ik kan mij totaal niet herkennen in Volendammers. Grenzen dicht voor paling.

Ik ben op zoek naar een held, iemand die is geworden zoals ik jaren geleden wilde worden. Misschien is het wel Nigel de Jong. Nigel de Jong verdient iets meer dan 32.000 euro per dag. Bij een werkdag van acht uur verdient hij dus iets meer dan een euro per seconde. In de tijd dat ik ’s ochtends mijn ontzettend smerige koffie uit de automaat laat lopen, heeft hij al een volle tank benzine verdiend. Na twee uur ballen in een stadion waar hij door tienduizenden wordt aangemoedigd, staat hij al netjes in pak clichés op te hoesten voor de camera. Ik hoest hier al jaren honderden clichés op en ik krijg helemaal niets! Als hij door zijn enkel gaat, hollen er vier medici naar hem toe en hangt er een ijsberg aan zijn been die zelfs de kapitein van de Titanic niet kan missen. Toen ik door mijn enkel ging, stond een half stadion mij uit te lachen. Het enige ijsklontje dat ik kreeg, floepte uit het plaskruis toen ik onderuit ging. Het was een geel ijsklontje.

Ik had mijn Legotrein moeten ruilen voor een voetbal. We hadden vroeger zelfs een hondenstront-vrij grasveld met goaltjes om de hoek. Waarom ging ik op mijn zevende naar tekenles op woensdagmiddag en niet net als iedere andere jongen naar het grasveld? Iedereen weet toch dat schilders pas geld gaan verdienen als ze al honderd jaar dood zijn? Ik had voetballer moeten worden. Gemiste kans.

Iedereen, behalve zijn trainer, vervloekt Nigel deze weken. Toch ben ik jaloers op hem. De Jong heeft verschillende keren veel te forse overtredingen begaan. Een karatetrapje hier, een levensgevaarlijke sliding daar. En wat gebeurt er? Moet hij de cel in wegens mishandeling? Schadeclaim? Bloemetje en fruitmand naar het ziekenhuis? Nee, hij krijgt een telefoontje van de baas uit Nederland dat hij minder hoeft te werken. Hij krijgt wat maandjes vrij, terwijl zijn andere baas hem gewoon betaalt. Overigens moet hij voor die Engelse baas gewoon achter een bal aan hollen. Maar toch, minder werken, hetzelfde verdienen. Als ik dat mijn baas voorstel, tijdens het inschenken van mijn koffie dat mij dus vijftig cent kost en Nigel een euro oplevert, word ik aangekeken alsof ik twee keer per dag een kwartiertje Yolanthe in de arbeidsvoorwaarden wil laten opnemen. Als ik iemand invalide schop om dat doel te bereiken, mag ik mijn sleutel inleveren en vliegt het plastic bekertje met ondrinkbare automatenkoffie zo snel door het raam, dat de flitspaal op de hoek er een foto van maakt.

Dat Wesley en Nigel in staat zijn een bal net iets vaker over een witte lijn te krijgen dan hun collega's, het zal mijn paling jeuken. Wesley helpt een beetje mee de Volendamisering in toom te houden en Nigel laat zien dat je best minder kunt werken voor hetzelfde geld. Daarom zijn het mijn helden.

Toch overweeg ik Nigel in te ruilen voor Jan Smit. De voetballer heeft best verkeerde dingen gedaan en Jan komt alleen maar voor de camera en verdient daar zijn geld mee. Ook heeft Jan Yo op tijd bij een rijke voetballer geparkeerd.

Kleine pleister op de zere wonde: Ik hoef niet meer te betalen voor mijn koffie.