Middelbare Zoo

De middelbare school is verrassend veel te vergelijken met het dierenrijk.

Het eerste wat opvalt op de middelbare school is natuurlijk de pikorde, net als bij kippen. De kippen die het hoogst in rangorde staat, pikt de kip die onder haar in de rangorde staat. Die kip mag niet de kip bóven haar in rangorde pikken, maar wel alle kippen ónder haar in rangorde. En zo gaat het maar door tot je bij de laatste kip aankomt. Die mag niemand pikken, maar wordt zelf wel door alle anderen gepikt. Soms zoveel dat de betreffende kip letterlijk kaal wordt gepikt. Deze rangorde komen we vooral tegen bij brugwuppen: het zijn nog kleine, iritante, onwetende kippetjes die teveel kakelen en elkaar pikken om te kijken wie er de baas is. Als de zoemer gaat en de wuppen zich moeten verplaatsen van het ene verblijf naar het andere, lopen ze achter elkaar aan als een kip en haar kuikens: de moeder loopt voorop met al haar kuikens als een slinger achter elkaar aan.
Ook vertoont een brugwup opvallend veel overeenkomsten met een schildpad; het lijf is klein en broos maar ze hebben een ENORM schild in de vorm van een schooltas op hun rug. En net als schildpadden komen ze moeilijk weer overeind als je ze op hun rug legt.

Dan heb je de tweedeklassers. Het zijn nét geen kippen meer; ze weten inmiddels hoe het werkt op de middelbare school. Zodoende weten ze ook dat ze nog niet veel te zeggen hebben daar, en dat ze zich beter (nog) afzijdig kunnen houden. Daarom hebben tweedeklassers veel weg van zebra's; ze gaan op in de omgeving met hun schutkleur, meestal in de vorm van kleding die iedereen draagt, zodat ze niet opvallen. Ze maken niet zoveel geluid als de kakelende kipwuppen en vluchten als echte zebra's wanneer er gevaar dreigt in de vorm van een passerende bovenbouw. Ook zijn zij een stuk rustiger; ze hebben in het eerste jaar middels hun pikorde immers al uitgevogeld wie er het hoogst en wie er het laagst in rangorde staat. Zodoende kunnen de zebra's hun tweede jaar gemakkelijk overleven. De enige voor wie zij niet aan de kant hoeven gaan zijn natuurlijk de eersteklassers. Daar mag iedereen ongestraft overheen lopen.

De derdeklassers zijn eigenlijk de eerste kudde die echt wat in te brengen hebben. Vergelijk ze met hyena's; kleine prooien zoals kippen en schildpadden kunnen ze makkelijk hebben. Zebra's lukt ook nog wel. De vierde klas en hoger zijn echter nog te gevaarlijk om aan te pakken. Maar het zijn ook geen vijanden van elkaar. De derdeklassers draaien al lang genoeg mee om een beetje respect te krijgen van alle dieren die hoger in rangorde staan dan zijzelf. Ze hebben genoeg respect verdiend om hardop te mogen lachen als hyena's wanneer bijvoorbeeld een vierdeklasser een zebra te pakken heeft en aftuigt. Ze mogen ook om de groepen van hogere klassen heen cirkelen als hyena's om de indruk te wekken dat ze erbij horen. Zolang ze maar niet te dichtbij komen; dan krijgen ze een snauw. Maar op een afstandje mogen ze de restjes van de rest hebben. Altijd fijn om een afgetuigde brugwup nog een trap na te geven.

De vierdeklassers zijn al echte roofdieren. Het zijn cheeta's; snel en dodelijk. Alle anderen (behalve vijfde en zesde klas) gaan voor ze aan de kant. Soms zie je ze niet, dan zijn ze razendsnel van het schoolplein afgegaan om even snel een frietje met in het cafetaria om de hoek te halen. Zo snel als het licht zijn ze weer terug met hun voedsel. Ze mogen officieel niet van het schoolplein af, maar zijn te snel en met teveel om allemaal tegen te houden. Meestal vallen ze niet zomaar aan. Het zijn geen stropers zoals de hyena's die zich willen bewijzen door alles wat lager in rangorde staat te pakken met hun hyenagelach. Ze zijn teveel bezig met zo snel mogelijk van het school af komen en terug te zijn voor iemand ze mist.

Tenzij ze doorstuderen. Dan worden het vijfdeklassers, of wel krokodillen. Rustig liggen zij vaak een beetje in de zon. Ze zitten nog niet in de zesde, dus hard werken hoeft niet. Ook hebben zij het privilege om van het schoolplein af te gaan MET toestemming. Dan drijven zij rustig naar de dichstbijzijnde frietkraam. Echt ver weg gaan ze niet; ze liggen liever lui te zijn. Maar pas op dat je er niet te dicht bij in de buurt komt en ze uit hun rust haalt; ze kunnen wel erg gemeen bijten!

Als laatst krijg je dan de leeuwen en leeuwinnen. De zesdeklassers. Kings and queens of the jungle. Zij kennen het schoolleven van binnen en van buiten. Zij regeren over het schoolplein en de gangen. Iedereen gaat voor ze aan de kant, zelfs de krokodillen (al is het mokkend). Leeuwen kunnen iedereen aan en zijn ook de slimsten van alle middelbare zoo dieren. Zij hebben inmidels al bijna zes jaar wijsheid in pacht. Toch worden ze niet snel om raad gevraagd. Behalve de krokodillen durft bijna niemand bij ze in de buurt te komen. Dat is ook niet zo gek; het is niet moeilijk te raden wat er gebeurt wanneer je een kip in de buurt van een leeuw(in) zet. Ook leeuw(inn)en hebben permissie om de dierentuin te verlaten en zijn dan ook vaak weg in de middagpauze.

Deze dieren lopen natuurlijk niet zomaar rond. Je hebt africhters in de vorm van docenten die de dieren vanalles proberen te leren, oppassers die op de dieren letten in de vorm van congierges, mensen die de dieren voederen in de vorm van kantinepersoneel, de schoonmaakploeg die de verblijven schoonmaakt zoals werksters en natuurlijk the big man himself: de directeur van de dierentuin.

 

 

Nog een paar opvallende verschijnselen zijn bijvoorbeeld voedertijd. Natuurlijk zijn de vijfde en zesde klas als eerst aan de beurt om voedsel te krijgen en zouden voorgelaten worden in de rij, als ze niet allemaal ergens anders gingen eten in de pauze. De cheeta's schieten ook alle kanten op in de hoop va het schoolplein af te komen. Degenen die dat niet lukt, zijn gedoemd om naar de kantine te gaan. Meestal zijn ze snel genoeg om als eerste aan de beurt te komen. Daarna zijn de hyena's, ze zebra's en als laatste de kippen. De oppassers proberen te voorkomen dat alle dieren met elkaar op de vuist gaan en/of elkaar opvreten, meestal met succes.

Nog iets wat opvalt: de mierenbak. Na elke zoemer wanneer er van verblijf gewisseld moet worden, verdwijnt de school in een grote mierenbak. Iedereen krioelt door elkaar. De oppassers en africhters wordt alle ruimte gegeven. Zij staan aan de top van die dierentuin. De dieren onderling werken weer volgens het systeem: leeuwen voorrang op krokodillen, krokodillen voorang op cheetas enzovoorts. De eersteklassers hebben met hun techniek om de leider ofwel moederkip te volgen en allemaal aan elkaars tas vast te houden zodat niemand achterblijft een systeem ontwikkeld waarbij er haast nooit iemand sneuvelt. Als ze allemaal in een slinger blijven en elkaar vasthouden, is er bijna geen enkel roofdier dat de moeite doet er eentje af te scheiden van de kudde om die te grazen te nemen. De keerzijde van het verhaal is echter wel dat de wuppenslinger sneller omver gelopen wordt. Als de slinger te lang is en niemand wijkt voor je uit, word je zo onder de voet gelopen. En als er één valt, vallen ze allemaal als ze zich niet optijd losrukken van de tas van hun voorganger. Mocht er een slinger kippen tegen de vlakte gaan, staan de hyena's er als eerste bij om te lachen. Zo maken zij duidelijk hoog genoeg in de rangorde te staan om hierom te lachen. De krokodillen staan ook te grijnzen en de cheeta's schieten overal vandaan om het spektakel ook te zien. De zebra's staan te trappelen van het lachen. Tot er een groep leeuwen aankomt. De zebra's slaan op de vlucht en cheeta's schieten aan de kant om plek te maken. De krokodillen schuifelen langzaam aan de kant en de hyena's proberen in de buurt te blijven van de grote leeuwentroep. Als de leeuwen de kippetjes nog verder de grond in trappen, kunnen de hyena's daar straks mee verder. Die houden wel van restjes. Maar als deze groep leeuwen slim en nobel zijn helpen ze de kippen overeind. Dat gebeurt natuurlijk vrijwel nooit. Dan maar hopen dat de leeuwen gewoon verder lopen en geen aandacht aan wezens die zo ver onderaan de voedselketen staan willen verspillen.

Er zijn ook mollen op de middelbare school. Zij staan erom bekend hun schoolgaande lotgenoten te verraden. Heeft iemand gespiekt bij het proefwerk? De mol vertelt het aan de africhter. Heeft de ene zebra iets slechts over de strepen van de ander gezegd? De mol vertelt het door. Wie is de mol? Vele ruzies en valse beschuldigingen zijn begonnen omdat niemand wist wie de mol was. Mocht het uiteindelijk toch bekend worden, dan transformeert de mol niet altijd in een zwart schaap. Dit komt omdat zij bescherming genieten van de africhters, schoonmakers en de andere leiding van de Middelbare Zoo. Zij zijn daar namelijk wel geliefd, daar de leiding graag weet wie ze moeten straffen en waarom.

Het zwarte schaap is ook een welbekend fenomeen op middelbare scholen. In elke klas heb je wel een buitenbeentje. Meestal zijn het stille schapen. Ze zoeken elkaar vaak op en dan breekt het geblaat los. Alle zwarte schapen bij elkaar vormen alsnog een redelijk sterk front, maar een zwart schaap alleen is een zwakke prooi. Dierendeskundigen zijn er dan ook nog niet helemaal over uit of zwarte schapen uit eigenbelang of vriendschap bij elkaar zwart en donker zitten te zijn.
Een zwart schaap hoeft niet altijd een zwart schaap geweest te zijn. Meestal begint het in de kippenperiode of zebraperiode, maar kan ook later nog gebeuren. Zelfs een leeuw kan nog een zwart schaap worden, al is de kans klein. Maar mocht je de mensen hoger in rangorde kwaad maken, of alle mensen die onder je staan mocht je hoogst in rang zijn, transformeer je vanzelf in zwart schaap. Om status (terug) te krijgen zul je hard moeten werken. Je kan je echter ook aansluiten bij andere zwarte schaap kliekjes. Meestal heb je dan de keuze uit nerds, ugly/fat kids, gothics, 'bad boys' of andere verstotenen die ooit hoog in status waren.
Soms is er een enkel zwart schaap dat nergens tussenpast. Die blijft dan alleen. Een enkeling blijkt een wolf in schaapskleren te zijn, en slacht een hoop andere dieren af en vallen zelfs africhters en oppassers aan. Dit laatste komt gelukkig bijna nooit voor. Behalve in Amerika.

Dan heb je nog het paarseizoen. Meestal gaan de hormonen rond de lente en de zomer op volle snelheid door de lichamen van de dieren heen. Maar dan ook echt bij alle dieren, behalve de paar kuikens die nog geen kip zijn. Als gorilla's proberen alle mannelijke exemplaren van elke dierengroep indruk te maken op de vrouwtjes. Ze pronken met wat ze in huis hebben, slaan op hun borst, brullen luidruchtig en gaan met elkaar op de vuist. De vrouwen veranderen in pauwen die hun veren extra mooi maken en uitspreiden om aandacht te trekken. De minder subtiele mannelijke exemplaren beginnen vrouwelijke exemplaren te pesten. Dit omdat ze geen andere manier van aanpak weten om aandacht te krijgen. Het gedrag dat in het paarseizoen wordt vertoond, duikt ook bij elk schoolfeest op.

Voor meer Middelbare Zoo kunt u kijken op Animal Planet, elke vorige week donderdag om kwart over half 7¼!