Nederwaard: Banaan in m'n broek

Op dinsdagavond schrijft LvanLier over de gebeurtenissen in de fictieve provinciestad Nederwaard. Het Hollandse politieke, culturele en maatschappelijke landschap in het klein. De vorige aflevering lees je hier.

“Lekker, en doe er maar een appelpunt bij. Mét slagroom.” Koffietijd op het terras van Brasserie Hans, en Luc was in een stralend humeur. Door zijn toedoen was de pastoor van de Sint Vituskathedraal opgepakt. Twee weken geleden had Luc de geestelijke betrapt tijdens smerigheid met een jongetje bij het toilet. Het ventje had verklaard dat Meneer Pastoor hem iets hards in zijn broek had laten voelen. Het zwakke verweer van de geestelijke, dat het hier een banaan betrof, was op het politiebureau weggehoond door de verbalisant. Luc had hem nog toegesnauwd dat die Paus van hem het ook fout had met zijn bezwaar tegen de Nobelprijs voor die IVF-wetenschapper. Immers, met IVF waren er uiteindelijk meer onschuldige jonge jochies beschikbaar. Woest, was meneer Pastoor geweest.

Het was me het weekje wel geweest. Het tumultueus verlopen congres van de Christelijke Democraten Alliantie. De start van de rechtszaak tegen Tjeerd Schilders.

Lucs moeder had gesproken op het congres van de CDA. Snikkend had ze verklaard hoe ze zich schaamde voor haar partij, die Christelijke waarden als naastenliefde overboord wilde gooien. Ze was weggehoond door Bernd Zweers, die juist vond dat ‘bruggen bouwen’ de beste manier was om de vijand te bestrijden. Huilend had de oude mevrouw Van Lier haar zoon opgebeld. “Zelfs de ergste NSB’ers hadden na de oorlog niet de moed, te beweren dat hun landverraad was voortgekomen uit de gedachte dat ‘bruggen bouwen’ de beste manier was geweest om de Mof te bestrijden.” Maar de corrupte ex-burgemeester Zweers had het dus aangedurfd om dat te zeggen. Zonder een spier te vertrekken. Lucs moeder was ontroostbaar geweest. En de dissidenten in de partij, die bij hoog en bij laag hadden volgehouden dat ze tegen de beoogde samenwerking waren, hadden een paar dagen later bakzeil gehaald. Gewoon ingestemd met het bestuursakkoord, onder het uitspreken van de platitude dat ze “het beleid kritisch gingen volgen”. Slappe hap, natuurlijk.

Ongeduldig trommelde Luc wat met zijn vingers op het tafelblad. De koffie-verkeerd was heerlijk, het appelgebak voortreffelijk en de glimlach van serveerster Kirsten allervriendelijkst. Maar Luc had een afspraak. Met columnist Aartsvijand. Die had recentelijk nog een prachtig stuk geschreven over het verband tussen diarree en het PVV. De vriendschap tussen de gevierde journalist en de opstandige columnist had zich verdiept. En Lucs geduld werd beloond. Met een tevreden grijns stapte de heer Aartsvijand van zijn fiets. Nieuwsgierig informeerde Luc naar de reden van al die vrolijkheid. “Heb je het nog niet gehoord,” vroeg de columnist, “die Femmy Bakema heeft aangifte gedaan. Iemand heeft via Twitter haar gezin bedreigd. Prachtig. Dat had ze nog tegoed, het is haar eigen schuld.” Verbaasd vroeg Luc, waarom zo’n griezelige bedreiging welverdiend was. Het antwoord was duidelijk: “Eerder heeft Bakema een valse aangifte gedaan van bedreiging, dus is het volkomen terecht dat ze dan nu alsnog wordt bedreigd. Dan staat het nu weer 1-1.” Tja, als je het zo bekijkt…

Er was sowieso een hoop te doen over wat er allemaal wordt gezegd en geschreven. De strafzaak tegen Tjeerd Schilders was begonnen. Volkomen terecht had de PVV-voorman op de zitting gebruik gemaakt van zijn zwijgrecht. De rechter had hem daarop verweten, discussies altijd uit de weg te gaan. Woedend hadden Tjeerd en zijn advocaat, maffiamaatje Bart Moskoviter, getracht, de rechter te wraken. Maar dat was mislukt. Want “het was slechts een ongelukkige uitlating” geweest. Luc had meteen een opiniestuk geschreven, met het standpunt dat voortaan iedere columnist kon schrijven wat ‘ie wilde. De scribent kon altijd achteraf nog roepen dat het slechts een “ongelukkige formulering” was geweest. Makkelijk zat.

Ook tamelijk ongelukkig was de vechtpartij geweest, in het Nederwaardse uitgaanscentrum. PVV-gemeenteraadslid Marcel Fernandez had voor de deur van specialiteitenrestaurant Le Ratatouille met zijn stomdronken kop een gemeente-ambtenaar getrakteerd op een vliegende schaar. De ambtenaar was naar het ziekenhuis gebracht en de heer Fernandez eindigde in een politiecel. Met instemming had Luc in de Nederwaardsche Courant het gemeenteraadslid Marjan van Diemen van de Dierenpartij geciteerd. Zij deed de briljante uitspraak “Het nieuwe college moet met die minimale meerderheid erg oppassen dat geen van de leden gedetineerd is op stemmingsdagen."

Inderdaad, het zou een raar zootje worden, dat nieuwe gemeentebestuur. Een bij elkaar geveegd zootje schorriemorrie onder aanvoering van Tjeerd Schilders, samen met de hete aardappelen van de VVB van Mart Schutten en een kleine club Christen-Democraten-met-grote-ego’s. En net toen Luc nog een koffie bestelde, en Aartsvijand een Cointreau, kwam CDA-coryfee Michiel Verharen voorbij wankelen. Zeer onvast ter been. Omgeven door een enorme dranklucht. “Ik word Wethouder Van Alles! Ze zullen potjandosie rekening met me houden. Het draait om mij, en niet om wie dan ook anders!” Nu wist Luc het zeker. Een raar zootje, dat nieuw te vormen college. Dat kon niet missen.