Sneu voor Sno

Je bent 23 jaar. Je voetbalt bij een topclub. Je bent kerngezond. Je kunt de wereld aan, maar dan gebeurt het. Je zakt tijdens een potje voetbal opeens in elkaar en wordt minstens tien minuten gereanimeerd. Defibrillator erbij, een aantal mensen dat manhaftig op je borst drukt en drukt om je weer bij te brengen. Heftig!

Je schrikt als je zo’n bericht leest. Zelfs als je zo’n bericht alleen maar léést, laat staan dat je erbij was. In het publiek langs de kant of als speler in het veld. Dit kán eigenlijk niet. Zo jong nog en zo sterk.
Evander Sno, speler van Ajax, zakt tijdens een wedstrijd van het belofte-elftal tegen Jong Vitesse/AGOVV in de 63ste minuut plotseling in elkaar. Hartstilstand luidt de diagnose als Sno reeds in het ziekenhuis ligt.

Hoe kan zoiets nou gebeuren? Het is namelijk lang niet de eerste keer. Zomaar een paar voorbeelden:
In augustus 2007 stierf Antonio Puerta, speler van Sevilla, een paar dagen na een wedstrijd aan hartfalen. Tijdens die wedstrijd was hij al in elkaar gezakt maar kon toen nog op eigen kracht het veld verlaten. Hij werd 23 jaar.
In 2004 ging de 24-jarige, Hongaarse voetballer Miklos Fehér van Benfica tegen de vlakte en overleed ten gevolge van een hartaanval.
In datzelfde jaar stierf de Deen Claus Henningsen, 27 jaar oud, tijdens een wedstrijd in Odense. Een “natuurlijke” dood werd geconstateerd.
2003: de 28-jarige voetballer Marc-Vivien Foé overlijdt aan een hartaanval tijdens een wedstrijd van het nationale elftal van Kameroen tegen Colombia.
Daniel Jarque González, verdediger van Espanyol, stierf in 2009 tijdens een trainingskamp van zijn club op 26-jarige leeftijd.

Onderzoek wijst uit dat de meeste van deze sporters bij kleine blessures pijnstillers gebruiken. In veel van de gevallen ibuprofen of voltaren. Deze medicijnen zijn makkelijk verkrijgbaar. Je kunt ze zonder recept bij de apotheek halen.
Dit gegeven kan betekenen dat er wellicht een verband bestaat tussen het gebruik van pijnstillers bij blessures en plotseling hartfalen. Of je er dan ook direct aan kunt verbinden dat deze pijnstillers de oorzaak zijn, gaat míj net even te ver. Het is echter wel toevallig, dus nader onderzoek zou, naar mijn mening,  beslist geen kwaad kunnen.
De specialisten zijn het niet met elkaar eens over deze materie. De een zegt dat onschuldige pijnstillers bij blessures moeten kunnen, terwijl een ander voorzichtiger is en misschien adviseert om niet te spelen en rust zijn werk te laten doen. In combinatie met massages of andere behandelingen natuurlijk.
Sommige specialisten zijn van mening dat hartfalen nooit het eerste teken is. Zij zijn er van overtuigd dat er altijd kleine, eerste aanwijzingen zijn geweest, die aangeven dat er mogelijk iets met het hart of de hartspier aan de hand is. Het hartfalen staat dus nooit op zich, maar is een gevolg van. Maar hoe kun je dit nu ontdekken?
De meeste clubs doen al veel aan screening van hun spelers. Een uitgebreide medische controle bij aankoop bijvoorbeeld. Een jaarlijkse check-up waar bijvoorbeeld een elektrocardiogram wordt gemaakt. Vragen naar hartproblemen in de familie. Maar is dat genoeg?
Ik denk, -en ik zal niet de enige zijn- ,al doe je dertig keer per jaar een check-up, dan nog is de kans op een hartafwijking aanwezig, hoe klein dan ook. Iedere check-up of controle is slechts een momentopname.

Maar wat is er nu werkelijk aan de hand? Ik las dat er twee grote oorzaken van plotseling hartfalen kunnen worden aangewezen.
De eerste is het gevolg van een reeds bestaande hartziekte zoals hartspierverdikking. Hierbij maakt het niks uit of je sporter bent of ambtenaar waarbij je de hele dag achter je bureautje zit. Deze hartziekte zal zich namelijk altijd openbaren.
De tweede oorzaak komt wel meer bij sporters voor die veel aan duursport doen. Triatlon of wielrennen zijn goede voorbeelden. Het hart “slijt” dan als het ware een beetje. Er is dan sprake van schade in het hart aan de elektrische bekabeling. Dit heeft fatale hartritmestoornissen tot gevolg. Iedereen heeft ook wel eens gehoord van het sporthart. Het hart is vergroot door regelmatige, jarenlange inspanning. Vooral de linkerkamer is aanzienlijk groter. Het sporthart vergroot de kans op hartfalen enigszins, maar topsporters hoeven niet bang te zijn dat dit hartaanvallen in de hand werkt. Bewezen is dat topsporters tien á elf keer minder kans hebben op hartfalen dan niet-sporters. Dit natuurlijk bij zware, lichamelijke inspanning.
Hoe zit het trouwens met dopinggebruik? Is dat misschien van invloed op plotselinge hartklachten of erger?
Er is redelijk wat onderzoek gedaan naar de risico’s van dopinggebruik bij sporters. Er zijn echter geen keiharde bewijzen gevonden van meer risico op hartfalen. Je kunt je echter voorstellen dat doping absoluut niet goed is voor het lichaam, zeker niet bij langdurig gebruik. De bloeddruk zal stijgen, dus de druk op bloedvaten wordt groter en dat kan bij zware inspanningen leiden tot het springen van die bloedvaatjes. Er zitten natuurlijk nog meer kanten aan dopinggebruik maar ga er maar van uit dat dopinggebruik nooit ofte nimmer goed is voor het lichaam.
 
Ik denk dat deze situaties niet te voorkomen zijn net als veel andere ziektes. Je kunt nog zo gezond leven en dan toch plotseling getroffen worden door een hartaanval, herseninfarct, hersenbloeding of andere ernstige aandoeningen.
Ik denk persoonlijk dat je heel goed de voors en tegens van een topsportcarrière voor jezelf dient te overwegen. Mij bekruipt steeds vaker het gevoel dat topsport op den duur niet goed is voor het lichaam. Tuurlijk zijn er zat uitzonderingen, maar je zit bij topsport voortdurend tegen de grenzen aan van wat het menselijk lichaam aankan. Vaak gaan sporters er dan ook nog overheen, bewust of onbewust. Je kunt zeggen dat dit ook geldt voor ongeoefende sporters die zware lichamelijke inspanningen leveren. Maar professionele sporters kennen hun lichaam en de prestaties die het kan leveren meestal beter dan amateurs.
Toch wil ik niet de schoolmeester spelen die met zijn belerend vingertje staat te wijzen. We zijn tenslotte allemaal oud en wijs genoeg om zelf te beslissen hoe we met ons lichaam omgaan. En zo moet het zijn.

Maar hoe is het nu met Evander? De verwachting is dat hij nog twee weken in het ziekenhuis zal verblijven voor allerlei onderzoek. Hij ademt weer zelf en kan ook al weer praten. Gelukkig! Je moet er niet aan denken dat het anders afloopt. Dat zó’n krachtmens op het veld overlijdt. Of hij ooit nog in het topvoetbal actief zal zijn is natuurlijk nog maar de vraag? Welke club wil er nu een speler hebben die zoiets heeft meegemaakt? Ze kijken wel twee keer uit. En daarom is het dubbel sneu voor Sno. Zo’n jonge vent in de kracht van zijn leven. Het voetbal wordt hem wellicht ontnomen én hij is in de wetenschap dat hij waarschijnlijk iets ernstigs mankeert. Dat móet erin hakken.
Ik hoop dat men niet al te voorbarig reageert en er gelijk van uitgaat dat het nu afgelopen is voor hem. Er zijn genoeg sporters die na zo’n ervaring weer volop sporten. Ik denk dat dat ook goed is. Je zult zijn fysieke gesteldheid nu alleen meer in de gaten moeten houden, maar blijf de jongen een kans geven. Ik denk dat hij dat wel verdiend heeft.