Nederwaard: Genaaid bij NSB7

Op dinsdagochtend schrijft LvanLier over de gebeurtenissen in de fictieve provinciestad Nederwaard. Het Hollandse politieke, culturele en maatschappelijke landschap in het klein. De vorige aflevering lees je hier.

“Nee, doe maar wat warms. Koffie lijkt me lekker. Verkeerd, met zoetjes…” Het leek een eeuwigheid geleden voor Luc. Eindelijk weer eens bij Brasserie Hans, Lucs favoriete plek. Lekker neerploffen op het terras zat er helaas niet meer in. De hele dag regende het pijpenstelen, en weerman Paul Pietersma van televisiezender NSB7 had aangekondigd dat dat de komende dagen nog zo zou blijven. Maar dat sombere nieuws had geen enkele negatieve invloed op het humeur van de sterverslaggever van de Nederwaardsche Courant. Eindelijk uit het ziekenhuis!

Natuurlijk, Luc moest het nog een tijdje rustig aan doen, had zijn arts hem bezworen. Een overbodige opmerking, want Luc was sowieso amper tot iets in staat. Hij had nog steeds de conditie van een ouwe krant. Maar het was fijn om weer wat eenvoudiger iemand te kunnen ontmoeten, zonder dat dat hoefde te gebeuren in dat ongezellige ziekenzaaltje waar Luc had verbleven. Teenk Wullink was een van zijn laatste gasten geweest. Die had zijn hart uitgestort. Een totaal overbodige opdracht had hij gehad. Uitzoeken of de conservatieven met de confessionelen een stadsbestuur wilden vormen, dat gedoogd zou moeten worden door de onverdraagzamen. Wullink vond dat hij totaal voor schut had gestaan door die belachelijke vraag, temeer daar de betrokken partijen stonden te popelen om de onderhandelingen te hervatten sinds de laatste plooien binnen de Christelijke Democraten Alliantie waren gladgestreken. Hoewel, gladgestreken… De oorspronkelijke eis van het Platform Voor Veiligheid, dat de CDA-dissidenten voor de zekerheid alvast een ontslagbrief zouden moeten schrijven, was door Michiel Verharen van tafel geveegd omdat de Gemeentewet dat niet toestond, maar later bleek dat hij voorafgaand aan dat verzoek zélf zijn lastige partijgenoten had willen overhalen, zo’n brief te tekenen. De dissidenten hadden dat geweigerd, maar een ding was wel duidelijk: men was nog niet uitgelogen, daar bij de CDA. En ook was er inmiddels actueel politiek gedoe. De Stadsregio Nederwaardse Unie zou mogelijk worden uitgebreid met het armlastige dorp Koratije, en er was een hoop gedoe over de vraag of Tjeerd Schilders zich daar nu wel of niet bij zou neerleggen. Kortom, het was nog geenszins zeker dat de onderhandelingen tot een goed einde zouden kunnen worden gebracht. Teenk Wullink had het sowieso zwaar te verduren gehad. Tijdens een persconferentie waren hij en parlementair journalist Berry Winckele elkaar in de haren gevlogen, waarbij de verwijten over en weer niet van de lucht waren geweest. Wullink had de media ervan beschuldigd, zijn woorden uit hun verband te hebben getrokken, en Winckele had dat voor het oog van de live-camera terecht niet gepikt. Maar gelukkig, de klus zat er voor Wullink weer op, en Ivo Langbeen was weer aan zet om te trachten, de onderhandelingen tot een goed einde te brengen.

Lucs mobieltje ging. Zijn kamergenoot uit het ziekenhuis aan de lijn. Briesend van woede. In plaats van een antibioticakuur had zijn arts hem per ongeluk een anabolenkuur voorgeschreven. AartsVijands lichaam vertoonde de vreemdste zwellingen op de vreemdste plaatsen. Over één ding waren de heren het wel eens: het was beslist geen gek idee om mensen met ernstige dyslexie toch maar van de artsenstudie te weren. Luc liet zijn geplaagde kameraad uitrazen, zodat die uiteindelijk met een goedaardig humeur de verbinding kon verbreken. En dan te bedenken dat er voor de dames en heren medici nog bergen werk lagen. Uit onderzoek was gebleken dat de ballenbakken van de hamburgergiganten en armoedige Zweedse meubelwinkels vol met gevaarlijke bacteriën zaten. De losgelaten kinderen bleken er gewoon in te plassen en te poepen, hetgeen voor Luc ook de vreemde geur in dat soort zaken verklaarde. Maar goed, de halve Nederwaardse kleuterpopulatie zat inmiddels onder de huiduitslag of was chronisch aan de diarree. Wel grappig: je kon aan een kind op straat zien of het vaak bij de hamburgergigant kwam of dat het bankstel thuis bij de armoedige meubelzweed was gekocht.

Opeens stonden er twee chagrijnige mannen voor Lucs neus. Jean-Marie Huiberts en Beau van Herpen Toorens. Of ze even bij Luc aan zijn tafeltje mochten komen zitten. Of Luc even tijd voor ze had. Of Luc een achtergrondartikel wilde schrijven over het schandalige personeelsbeleid waarvan ze het slachtoffer waren geworden. Hun Vrolijke Zaterdagshow was met onmiddellijke ingang gecancelled. Een schande om zo te worden genaaid bij NSB7! Althans, dat vonden de heren televisiesterren. Maar toen Luc droogjes vroeg of er eigenlijk wel mensen waren die naar dat programma keken, bleef het angstig stil. Toen Luc langs zijn neus weg vroeg of een commerciële zender er niet gewoon is om aan de hand van grote aantallen kijkers zijn geld te verdienen, bleef het eveneens stil. Doodstil. Luc bood de heren een drankje aan, en nam zelf nog een koffie. Zijn gezicht stond op begripvol en belangstellend, maar zijn hart lachte. Een schriel kaal ventje met een rare piepstem en een brallerig corpstype aan de kant gezet door hun omroepbazen: Luc vond het eigenlijk wel lollig. Luc had trouwens over een gebrek aan binnenpretjes sowieso niet te klagen. Hij had deze week een buitengewoon knullige hagiografie gelezen over bankfraudeur Dick Scheppinga. Met een vette grijns had Luc de verhalen gelezen. Dat het omvallen van De Scheppinga Bank de schuld was van een gefrustreerde bejaarde econoom en niet van hemzelf. Dat het faillissement van zijn bank de schuld was van een rommelende toezichthouder en niet van hemzelf. Dat de massale schadeclaims van opgelichte klanten de schuld waren van dure advocaten en niet van hemzelf. Luc vond het jammer dat zijn littekens nog behoorlijk gevoelig waren, want zijn bulderende lachbuien deden daardoor fysiek nog behoorlijk zeer.

Tijd om te gaan. Luc stond op, nam afscheid van zijn tafelgenoten, rekende af en liep naar buiten. Hij werd op zijn schouder getikt. Femmy Bakema, de politica van LinksMilieu, wier compromitterende foto’s door Luc in de Nederwaardsche Courant waren afgedrukt. Tot zijn verbazing keek Femmy hem zwoel in de ogen. “Luc, ik wil je wat laten zien. Kom je mee?”