Kom op bezoek bij Barbe à Papa deel 1

Er is geen toerist te bekennen in tram 1 naar Rattachement. Op de eerste stoelen zitten twee meisjes van een jaar of dertien. Ze hebben une Ipod avec miniboxjes bij zich waaruit Franse hiphop-muziek klinkt. Ze zijn luidruchtig en proberen reacties uit te lokken door druk te bewegen en dan de andere passagiers uitdagend aan te kijken. Bij de eerste halte buiten het centrum van de Noordoost-Franse stad Mulhouse stapt een man in die zijn bewegingen niet onder controle heeft. Het is me niet duidelijk of hij dronken is of dat hij zijn spieren door een ziekte niet onder controle heeft. Hij ruikt wel naar gisteravondalcohol en zijn wasmachine is waarschijnlijk al een tijdje buiten gebruik. Zodra hij de eerste banken gepasseerd heeft, schieten de meiden in de lach, zo hard dat de man het wel moet horen. Hij doet echter alsof hij het niet hoort of hoopt dat het niet om hem te doen is.

Vriendin en ik zijn op vakantie in het noordoosten van Frankrijk en kamperen daar, Hollandser kan niet, met DE-koffie en Goudse kaas op de ontbijttafel. Met de auto op Zwarte Zaterdag naar het land van de gefrituurde mussen, levensgevaarlijke toiletten langs de weg, supermarkten met veertig kassa's, stokbrood zonder kruidenboter en, verrassend, Paturain. Ik dacht altijd dat dat een door Unilever verzonnen ervaring van Frankrijk was, speciaal voor de Nederlandse markt. Ik wist zeker dat als je een Fransman Paturain zou laten zien, hij dubbel zou liggen van het lachen. Nee, Paturain is echt Frans, wordt gemaakt in Frankrijk en wordt ook gegeten door Fransen.

Vandaag zijn we naar de stad Mulhouse gereden. Uurtje haarspeldbochten, kwartiertje tweebaans rotondes, bijna gratis parkeren bij de bioscoop en goedkoop openbaar vervoer naar het centrum. De uitvinder van P+R zou geridderd moeten worden.

Er zou hier in autostad Mulhouse een kermis zijn. Een heel grote kermis. De grootste van Noord-Frankrijk, West-Europa, Frankrijk zelf, de regio, het departement of wat dan ook. In ieder geval: spektakel! Dat wordt ons op reclameposters beloofd.

Het is het eind van de middag en we stappen bij een communistisch ogende betontoren met een panoramarestaurant in de tram naar de kermis, die dus ver buiten het centrum opgebouwd is. We kijken wat rond in de hoop iets kleurrijks en spannends te ontdekken. Het meest boeiende aan de stad Mulhouse tot nu toe was een kunstproject van Yves Carrey. Verspreid over de stad staan bosjes schapen gemaakt van oude olievaten en ander afvalmetaal. Voor de rest hebben we ons moeten vermaken met een kerk die in de steigers staat, een lege C&A en een natuurwinkel met personeel dat met kabels aan de grond vastgemaakt is. Anders gaan de verkopers zweven. Mulhouse is niet bepaald Parijs. Romantiek is hier ver te zoeken en er zijn hier minder toeristenwinkels dan in Almere.

Ook de tram is toeristenloos, hoewel de lijn bij een groot en bekend automuseum stopt. Daar moeten wij ook uitstappen. In de verte zien we al iets van een attractie boven de flats uitsteken. De lampjes zijn uit. Via de busremise en andere fabrieksterreinen lopen we naar het Expo-terrein. Het is hier uitgestorven. Het lijkt op een Staphorster televisiewinkel op zondag. We naderen het terrein en we horen geen muziek. Inderdaad, de kermis draait nog niet. Slechts een draaimolen en wat gokkramen lijken open. Er is nog geen Barbe à Papa, een suikerspin, te krijgen. De acteurs van het levende spookhuis zijn nog niet gearriveerd. De vele tenten met botsauto's liggen er verlatener bij dan een abortusboot in Vaticaanstad. We zijn te vroeg, maar besluiten toch een rondje te maken. Wie weet komen we later nog een keer terug.

Toegegeven, het is een enorme kermis. Het duurt wel een uur voordat we een ronde gemaakt hebben. Rond een congrescentrum dat de uitstraling heeft van een showroom van een in grijs gespecialiseerde betonfabriek staan honderden molens, reuzenraderen, spookhuizen en kramen verlaten in een rij. De prijzen zijn die van een grote kermis: voor 3 euro kun je ook buiten de natuurwinkel een minuutje zweven.

Toch is het terrein, dat door de dreigende regen en het eindeloze asfalt een walhalla voor grijsfetisisten is, niet helemaal verlaten. Een aantal Franse gezinnen loopt met ons het rondje. Ook de spugende scooterjongens met chagrijnig kijkende kauwgomkauwmeisjes zijn hier present. Dat is dus internationaal integraal een onderdeel van een kermis. Ook hier houden ze zich op bij de botsauto's. Iets in de botsauto's trekt deze jongens en meisjes aan. Ik ben er nog steeds niet achter wat, maar ik vind dat scooterjongens en aanhang nu wel een echt symbool van verenigd Europa zijn. Als Turkije nog ooit lid van de EU wil worden, dan moeten zij scooterjongens en kauwgommeisjes voor de Turkse bütsauto's plaatsen.

Omdat we 's ochtends Mulhouse vooral vanaf het terras bekeken hebben (als de gebouwen niet boeien, ga je mensen kijken), moeten we na het rondje kermis heel nodig plassen. Gelukkig staat er een keet met twee heren- en twee damespotten. Buiten zit een oude man achter een, hoe verrassend, grijs tafeltje. Op dat tafeltje zwerft een schoteltje met twee muntjes. Het keetje lijkt de enige sanitaire voorziening van het hele mobiele pretpark. Ik hoop het niet voor de arme man. Als hier vanavond net zo veel bezoekers zijn als op de kermis van Tilburg, dan heeft Barbe à Opa een zware dag. Dat wordt schrobben, poetsen, proppen, vegen, smeren tot er geen huid meer op de handen zit.

Of niet. Het aantal toiletten op een evenemententerrein verraadt het aantal geschatte bezoekers. De bioscoop, waar onze auto vlakbij eenzaam in een betonnen parkeergarage op ons wacht, heeft zeker dertig pisbakken en een tiental poeppotten. Overigens is het erg frusterend als je linksdragend bent en de vlieg is rechts in de pot geplakt. Bij het mikken is het dan toch net alsof je op je buurman richt. Boven de pot in de keet heb ik geen buurman. De muntjes op het schoteltje tellend, ga ik ervan uit dat de wc-monsieur nog maar twee klanten gehad heeft. Ook uit medelijden geef ik hem een euro, dus voor twee plasjes. Opa kijkt ons een beetje verbaasd aan. Je hoort hem denken: 'Eén bezoeker vandaag en het is nog een Hollander ook. Et c'est een Hollander qui geld uitgeeft. Mon Dieu!' Ik heb het te doen met de man. Of hij moet duizenden mensen in een rij voor de pot kalm zien te houden, of hij zit wekenlang naar de achterkant van een (raad de kleur) vrachtauto te staren.

We gaan niet nog een keer terug. De kermis ziet er hetzelfde uit als in Nederland en de ritprijzen zijn niet mals. Ook omdat het begint te druppen, gaan we maar terug naar de camping. Mulhouse en kermis: -1, tenzij je een grijsfetisist bent.