Niet op vakantie

Handoeken? Check. Bikini? Check. Zonnebrand? Check. Tandenborstel? Check.
Ik kijk toe hoe een vriendin van me haar tas inpakt om twee weken lang in Spanje te vertoeven. Ik ga niet mee. Wel uitgenodigd maar ik had het geld niet. Ik wou dit jaar zo nodig een eigen appartement hebben. Dat kost nogal wat. Vooral als je koste wat kost in het centrum moet wonen. Daar gingen mijn spaarcentjes.


Nu ik mijn vriendin vol vakantiekriebels haar tas in zie pakken heb ik toch wel spijt. Had ik nou toch maar iets langer gewacht met dit appartement, dan had ik nu ook vakantiekriebels gehad en mijn tas drie keer in- en uitgepakt uit angst dat ik iets vergeet.
Nadat ik mijn vriendin voor de honderdvierendertigste keer een fijne vakantie heb toegewenst met gekruiste vingers (ik geen vakantie, zij een rotvakantie) ga ik naar huis. Ik gooi de deur van mijn appartement een beetje kwaad open. Kutappartement. Dankzij jou mis ik dit jaar de vakantie. Ik mis bruinbakken op stranden, vanachter mijn zonnebril mensen kijken, winkelen in andere steden, cultuur opsnuiven, noem maar op. Ik mis het allemaal. Ik ga niet op vakantie en dat is kut.


Ik ga bij het raam zitten. Vanuit mijn bank kijk ik toe hoe mensen als mieren door het centrum van mijn woonplaats heen krioelen. Ze schieten winkel in en uit en ik zie ze allemaal.


Het valt me op dat vrijwel iedereen met vakantiespullen rondloopt. Het lijkt alsof de hele wereld op vakantie gaat. Ik zie mensen met festivaltentjes, een stapel strandstoelen, een strandset voor de “kids”, splinternieuwe reiskoffers en weet ik veel welke meuk nog meer. Tevens valt me op dat elk gezicht stress uitstraalt. In plaats van vrolijk en zin in de vakantie lijkt iedereen in de stress te zitten om de laatste aankopen binnen te slepen voor hun vervoer naar bestemming zonder hun vertrekt. En niet op het idee komen dat je op plaats van bestemming vaak ook dingen kunt kopen die je bent vergeten thuis, al is het dan wel vaak iets duurder.
Dat is dus ook iets wat ik mis. Inpakstress. En de stress het vervoer te missen of te laat te komen.


Ik denk aan Spanje. Ik had daar morgen ook op het strand kunnen liggen. Heerlijk tussen alle Nederlanders en medetoeristen die bijna op je komen liggen omdat er geen plek meer is. Ah, die overvolle stranden. Die mis ik dus ook.


Kleine lelijke overbehaarde Spanjaarden met haar dat hun strakke Spedo uitkomt aan alle kanten, ook de achterkant.  Spanjaarden die geen ‘nee’ accepteren van vrouwen en zo opdringerig zijn dat je ze letterlijk van je af moet slaan. Spaanse mannen. Oh, wat zal ik die “adonissen” missen.


Het winkelen, één van mijn favo bezigheden, mis ik ook. Winkelen in andere landen is altijd leuk. Heerlijk afgezet worden omdat je toch maar een domme toerist bent of ergens ingeluisd worden te kopen, terwijl je weet dat je geen citruspers met belfunctie nodig hebt. Het uitgaan waarbij een gemiddeld drankje vijf euro kost. Dat zal ik ook missen.


Cultuur snuiven wil ik niet eens aan denken. Als je in een land als Spanje “snuiven” zegt, bieden tweehonderd Spanjaarden en toersiten je een zakje wit poeder aan. Als je niet uitkijkt kun je in Schiphol ook een verrassing in je tas vinden van je vakantieschatje. Gelukkig is me dat nooit overkomen, en dit jaar kan me dat sowieso niet overkomen want ik mis de vakantie.


Bonje met het hotel. De verkeerde kamer toegewezen krijgen. Een kamer die een architect uit de hel heeft ingehuurd, compleet met demonenportaal en honderden kakkerlakken, duiveltjes en ander gespuis aanwezig. Waar ze achteraf ook honderd euro meer voor vragen. Dat mis ik ook.


De insectenbeten. De kwallenbeten. De lelijke mannen. De opdringerige winkeliers. De taalverschillen en mensen die weigeren Engels te praten. Chagrijnig hotelpersoneel. Honderden Nederlanders terwijl je juist van Nederland weg wou. Ik mis het allemaal.


Kortom: ik mis helemaal niets. Tevreden zak ik onderuit in mijn bank in mijn appartement. Mijn heerlijke, geweldige appartement waar ik heel blij mee ben. Ik mis niets. Ik ga niet op vakantie en dat is leuk!