Use only under competent supervision

Pinquin stuurde via de submit de volgende column in:

Heel soms komen we in het dagelijkse leven dingen tegen waar we niks mee kunnen. Misschien komen we dat wel veel vaker tegen maar omdat we er niks mee kunnen, registreren onze hersenen het niet en gaan we vrolijk verder met ons dagelijks leven. Het zou zelfs zo maar kunnen zijn dat de dingen waar ik persoonlijk niks mee kan helemaal niet voor mij bedoeld zijn en de rest van de bevolking er juist prima mee uit de voeten kan. Deze laatste aanname houdt tevens in dat ik een heel stuk dommer ben dan de rest. Die zal daarvoor volkomen genegeerd worden door mij.

Om terug te komen op dingen waar ik in ieder geval persoonlijk niks mee kan:
Afgelopen week ben ik lekker een weekje met mijn broer wezen kamperen, al jaren gaan we een of twee keer per jaar voor een lang weekend of een weekje naar de Ardennen of naar Luxemburg. Voor degenen onder u die geen benul van kamperen hebben, leg ik het even uit. Kamperen is meer dan slapen in een tentje (ik vind slapen in een caravan of camper geen kamperen, dat is meer overnachten in een mobiele bungalow zonder zwemparadijs). Ik heb weinig tegen caravans of bungalows maar aangezien ik in een tentje slaap heeft de kampeergemeenschap mij in het hokje tentkampeerder gestopt en ben ik verplicht om caravans te verachten en vol afschuw op de grond te spuwen als ik langs een mobiele bungalow loop. Dit is overigens niet vice versa, de mobiele bungalowbewoners kunnen de kampeerders open en bloot uitlachen als het regent, koud is of als de toiletten allemaal bezet zijn.

Goed kamperen is dus meer dan slapen in een tentje, er komen allerhande praktische oplossingen bij kijken voor normaal niet bestaande problemen. Toiletbezoek is redelijk hetzelfde; alleen de afstand naar het toilet en het delen van geur en geluidseffecten met je mede toilet gebruikers zijn anders. Koken is al weer een stapje verder. Waar de meeste huizen tegenwoordig over een redelijk aantal kookpitjes beschikken die ook nog eens erg veilig in gebruik zijn, is het koken op een camping een kwestie van behelpen met losse brandertjes. Van kleine gastankjes tot benzinegestookte branders, ze zijn er in alle soorten en maten en hebben één ding met elkaar gemeen: ze hebben de brandstof voor een aantal uur koken samengeperst opgeslagen vlak naast het vuur waarop gekookt wordt. Potentieel explosie- en brandgevaar naast een, over het algemeen genomen, niet al te brandvaste tent maken het geheel compleet. Gelukkig staan er waarschuwingen op de gastankjes en benzineflessen. "Niet bij open vuur houden” is de meest populaire waarschuwing onder de makers van dit soort apparatuur.
 
Voor de niet-kampeerders of mobiele bungalowbewoners onder ons zal ik even uitleggen wat dat inhoudt. Als je de regels braaf opvolgt heb je dus of koud en/of rauw eten! De gevorderde kampeerder heeft van de eerste keer rauw kip eten op de camping geleerd dat je moet zorgen dat je geur en geluidseffecten tot een minimum beperkt dienen te blijven en dat vier keer per nacht een eind met dichtgeknepen billen strompelen naar het toiletgebouw geen positieve aanvulling is op je vakantiestemming. Massaal zijn we dus de waarschuwingen op apparaten gaan negeren, gas- en benzinebranders worden massaal aangestoken en we nemen het risico van brand, explosies en wat voor ellende ze ons nog meer beloven op de koop toe.

Ik kampeer nu al zo lang dat ik een gave heb ontwikkeld om waarschuwingen niet meer te zien als ik met mijn dagelijkse kampeerbeslommeringen bezig ben. Heel af en toe zie ik ineens weer een waarschuwing staan en gaan mijn hersenen vanuit hun reguliere “wat kan mij nou gebeuren” modus over in de “ow is dat gevaarlijk dan?” modus. Het verschuiven van deze modus gebeurt meestal na het innemen van een aangename hoeveelheid alcohol en diepe filosofische gesprekken met mijn broer over life, the universe and everything.
Zo ook afgelopen week, we hadden zonder waarschuwing van de fabrikant de BBQ omgetoverd tot kampvuurplaats waarbij de BBQ dreigde te bezwijken onder het gewicht van vele kilo’s veel te lange stukken haardhout. Daarbij hadden we uit ruimtegebrek het bier omgeruild voor wodka, energiedrankjes en jus voor het innemen van een aangename hoeveelheid alcohol. We zaten lekker te genieten, maar plots viel mijn oog op een waarschuwing binnen in de tent. Of beter gezegd, op de zijkant van mijn nieuwe 9 euro dure luchtbed stond met hele grote letters geschreven: Use only under competent supervision! Wtf?! Een luchtbed dat je alleen mag gebruiken onder competente supervisie! Mijn broer en ik waren gelijk in opperste staat van paraatheid, spullen waarop staat dat je dat alleen onder ervaren toezicht mag gebruiken, zijn over het algemeen veel gevaarlijker dan de beruchte gastankjes en dus evenredig veel interessanter.

Koortsachtig bedachten we een plan hoe we mijn dure donzen slaapzak konden verwijderen zonder dat het luchtbed “aan” zou gaan en bij gebrek aan competent supervision een hele camping te lijf zou gaan. De Amerikaanse Shock and Awe-techniek leek ons de beste. Met zijn tweeën doken we op het luchtbed rukten mijn slaapzak uit zijn kwaadaardige klauwen. Maarre, wat was er nou zou vreselijk gevaarlijk? Buiten de tent had een stuk haardhout (zonder waarschuwing) ons plastic strandmatje (ook zonder waarschuwing) aardig tot een gatenkaas geschroeid, maar wij hadden alleen oog voor het 10 centmeter dikke luchtbed met waarschuwing! Vanaf een veilige afstand keken we naar het vervaarlijke apparaat en probeerden onze benevelde hersenen in werking te zetten om erachter te komen hoe we nu verder moesten. Om en om slapen en de ander de wacht laten houden? Aangezien we beiden al van jongs af aan kamperen zouden wij toch zeker wel competent supervision zijn? Maar ja als je op het bewuste luchtbed in slaap valt, ben je net zo’n competent supervisor als een Russische boswachter. En waar moest de supervisor dan op letten? Erop toezien dat de ander niet gaat snurken en het matras een of andere bombastische klankkast blijkt te zijn waardoor de gehele camping wakker wordt? Zou het ventieltje los kunnen schieten met een enorme kracht en verderop de poedel van de Belgische buren uit zijn mand knallen? Helaas iets waar je dan als superviser ook niks aan kan doen, behalve dat je dan wel de verantwoordelijke superviser zou zijn en de dood van een poedel op je naam hebt staan en diverse schadeclaims toebedeeld krijgt.

Uiteindelijk zijn we er na vele uren filosofisch gebabbel uitgekomen, en herinneren de brandgaten in mijn dure donzen slaapzak mij eraan dat er een waarschuwing moet komen in dure donzen slaapzakken dat je niet te dicht bij een kampvuur op BBQ-pootjes moet slapen en dat dons geen isolatiewaarde heeft na een nacht regen.